22 maart 1966.
zijn, wil een en ander werkelijk gerealiseerd worden. "Utrecht" gaat welis
waar akkoord met de grondprijs, maar de huur moet uiteindelijk door de minis
ter worden vastgesteld. De minister bepaalt ook de uiteindelijke hoogte
van de grondprijs. Pas zeer recent is de uiteindelijke grondprijs met betrek
king tot Eng I vastgesteld.
De heer de Bruin heeft een moeilijke vraag gesteld: Wat is de oor
zaak van de breuk tussen coördinatiebouw en de gemeente? Het is altijd moei
lijk om persoonlijke aangelegenheden - al kan men hier ook spreken van een
maatschappij - in een vergadering als deze te behandelen. Het kan nooit
de bedoeling zijn de in het geding zijnde persoon hier te diskwalificeren.
Er hebben heel wat besprekingen plaatsgehad. Dat is ook begrijpelijk, wanneer
het om een belangrijk object als het onderhavige gaat. Het gemeentebestuur
heeft echter gemeend, dat op bepaalde onderdelen toch wel enige correcties
dienden te worden aangebracht en dat enige vastigheid moest worden verkregen.
Dit in verband met de verantwoordelijkheid, die het college ten opzichte
van de gemeenteraad heeft. Er hebben besprekingen plaatsgehad, die niet het
alleraangenaamste verloop hadden, maar die tot op een gegeven moment nog
steeds niet hadden geleid tot de breuk, die nu uiteindelijk toch is ontstaan.
Toen echter in laatste instantie een toezegging van het voormalige college
niet kon worden gerealiseerd, is dit voor de wederpartij reden geweest om
in dit college niet dat vertrouwen te hebben, dat zij daarmede wilde samen
werken. Daardoor is de breuk met coördinatiebouw ontstaan.
In november 1964 heeft de raad een principe-besluit genomen. Dit
hield in dat men het onderhavige project in principe gaf aan coördinatiebouw/
Verwelius. Verwelius heeft toen dus opdracht gekregen dit werk uit te voeren.
De breuk met coördinatiebouw betekent niet, dat de opdracht aan Verwelius
ook geannuleerd kan worden. Verwelius heeft te kennen gegeven, dat hij los
van de coördinatiebouw en geheel voor eigen verantwoording dit werk - waarop
hij zich volledig heeft ingesteld - wil uitvoeren.
Met het oog op de mogelijkheid dat ook Verwelius zich zou terug
trekken, is men voorbereidingen gaan treffen teneinde stagnatie in de bouw
te voorkomen. Daarbij is geblekendat de mogelijkheid om een ander in te scha
kelen wel aanwezig is, maar dat dit zo wie zo vertraging tengevolge zou heb
ben. Er zou dan niet voor mei, juni 1967 met de bouw kunnen worden begonnen.
Bovendien is gebleken, dat zolang Verwelius zich niet vrijwillig terugtrekt,
een andere bouwonderneming niet bereid is het werk over te nemen. De erecode
in de bouwwereld brengt nu eenmaal met zich mee, dat onder dergelijke om
standigheden een andere bouwmaatschappij niet bereid is het werk over te ne
men. Op de dag van de vorige raadsvergadering werd van de zijde van de raad
gesuggereerd dat een dergelijke mogelijkheid wel aanwezig is. Naar aanlei
ding daarvan heeft opnieuw een bespreking plaatsgehad. Daarbij is echter
slechts bevestigd hetgeen het college reeds in eerste instantie was medege
deeld.
Het gevolg van een en ander is, dat het werk moet worden opgedragen
aan Verwelius. Ook het ministerie erkent volledig de soliditeit van Verwelius.
Er is derhalve geen enkele reden in dit opzicht een andere houding aan te
nemen dan de raad in 1964 heeft gedaan. Gezien het grote bedrag dat hierbij
in het geding is, zal wel van gemeentezijde het toezicht scherper moeten zijl
dan ten opzichte van Eng I - helaas - het geval is geweest.
Het is spreker niet bekend of het in het raam van wet en voor
schrift in de bouwwereld mogelijk is, ten aanzien van het onderhavige ob
ject een bankgarantie te laten afgeven. Wel kan hij mededelen, dat, gezien
de ervaringen en de onderzoekingen van het college, het afgeven van een der
gelijke garantie ten aanzien van de heer Verwelius overbodig blijkt te zijn.
Wat de huurprijs van deze woningen betreft, is er nog sprake van
vaagheden. De minister moet nog een beslissing nemen ten aanzien van de
grondprijs; uiteindelijk bepaalt niet de gemeente, doch bepaalt de minis-
- 63 -