van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest op woensdag 20 april 1966, te 19.30 uur. VOORZITTER: de burgemeester, de heer Mr. S.P. Baron Bentinck. SECRETARIS', de heer J.J.J.M. Fes ten. Tegenwoordig de leden: J.van den Arend, G.C.van den Berg, J.W.D. Berkel- bach van der Sprenkel, J.K.de Bruin, Drs. L.J. Dijkstra, W.H.A. Elbertse, P. Grift, K.de Haan, A.P. Hilhorst, J.H. Hom, Mevrouw P.M.van Kleef-Beek, J.C. Korte, G.H. Oldenboom, Dr. D.J.P. Oranje, Mevrouw S.M. Polet-Musler P.C. Pieren, J.R.van Poppelen, C. Verheus, A.J.van Vloten, Mevrouw M.C.P. Walter-van der Togt en A.S. Westra. De VOORZITTER opent de vergadering en doet voorlezing van de ge bedsformule Vervolgens stelt hij aan de orde; 74(1) Ingekomen stukken. a. schrijven d.d. 7 maart 1966 van C.H.A. Koster inzake vuilstorting nabij de Postweg, toestand woning Postweg 16 en aanleg speelweide. b. schrijven d.d. 15 maart 1966 van mevrouw E.W.van Meurs-Becker inzake on derhoud van de woning Groen van Prinstererstraat 5. Deze beide stukken worden gesteld in handen van burgemeester en wethouders om advies. c. schrijven d.d. 11 maart 1966 van de Stichting Recreatie inzake de actie "Opgeruimd Staat Netjes" te Soesterberg. Dit stuk wordt aangenomen voor kennisgeving. d. schrijven d.d. 18 maart 1966 van de bewoners van de Bartolottilaan inza ke de toestand van die weg, met voorstel te berichtenconform de ter in zage gelegde concept-brief. De heer WESTRA merkt op dat de materiële inhoud van het verzoek van de bewoners van de Bartolottilaan vrijwel overeenstemt met de inhoud van het voorstel dat onder nr. 11 op de agenda voor deze vergadering staat en dat de inhoud van de concept-brief van het college van dien aard is, dat daarmede wordt vooruitgelopen op de beslissing ten aanzien van genoemd voorstel. Spreker zou het daarom op prijs stellen als dit ingekomen stuk en de concept-brief van het college werden aangehouden tot da de afdoening van punt 11 van de agenda. De VOORZITTER stemt hiermede in. Het stuk wordt aangehouden tot na de afdoening van punt 11 van de agenda. e. schrijven d.d. 11 maart 1966, afd. 5, nr. 283/650 van gedeputeerde staten van Utrecht, houdende mededeling van ontvangst van de op 19 januari 1966 vastgestelde wijziging van de A.P.V. Soest inzake bepalingen omtrent lo gee rinrich tingen. Dit stuk wordt aangenomen voor kennisgeving. f. schrijven d.d. 14 februari 1966 van de directeur van gemeentewerken in zake de toestand van het gedeelte van de Wieksloterweggelegen tussen de Bosstraat en de Insingerstraatalsmede een afschrift van een aan de heer G.Th. Kok gezonden brief d.d. 22 maart 1966. De heer DIJKSTRA zegt dat het duidelijk is dat de miserabele toe stand van het gedeelte van de Wieksloterweg dat is gelegen tussen de Bos straat en de Insingerstraat, alleen is te danken aan de aperte onwil van de betrokken eigenaar en wegbeheerderde heer Insinger. Hetgeen in het afschrift van de aan de heer G.Th. Kok gezonden brief staat is op zich volkomen juist, maar spreker vindt het ook bijzonder droog en bureaucratisch geformuleerd. Hij dacht dat het tactisch verstandiger zou zijn om het iets leesbaarder en duidelijker te formuleren. Het publiek - 77 - Nr. 5. 20 april 1966. NOTULEN

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1966 | | pagina 78