20 april 1966. aan, in het antwoord aan de bewoners van de Bartolottilaan nog veel duide lijker te laten uitkomen, dat, hoe zeer de Bartolottilaan ook behoefte heeft aan de riolering, gelijk met vele andere straten en lanen die daarvan nog niet zijn voorzien, een aantal andere objecten wat de riolering betreft tot de crepeergevallen behoort. Mevrouw POLET-Musier is eigenlijk een beetje geschrokken van de uitlating van de heer Dijkstra over het door de knieën gaan van het college voor een emotionele brief. Spreekster is altijd erg blij als zij een brief leest waarin de dingen bij hun naam worden genoemd; zij houdt niet zo van ambtelijke, vreselijk netjes in een keurslijf zittende brieven. Wie de situatie in de Bartolottilaan kent, zal zich kunnen voor stellen dat de bewoners de gal wel eens overloopt en dat zij daaraan dan dienovereenkomstig uiting geven. Hoe dat ook zij, naar spreeksters wijze van zien is het niet juist om als een aantal ingezetenen hun gerechtvaardig de klachten bij het college brengen en het college daarop ingaat, te spre ken van het door de knieën gaan van het college. Zulk een benadering van een schrijven vanuit de burgerij doet haar zeer onplezierig aan. Spreekster heeft de indruk dat de gehele afwatering in het gebied waarin de Bartolottilaan is gelegen, ook nauw samenhangt met de situatie van het waterschap en dat het hier dus niet alleen een kwestie van plaatse lijke riolering betreft. Zij meent dat ook ten aanzien van de situatie van het waterschap nog eens voorzieningen zouden worden getroffen en zou graag vernemen hoe het hiermede staat. De heer HOM herinnert eraan dat hij tijdens de begrotingsbehande ling heeft gevraagd of de Bartolottilaan niet tegelijk met de wegdekverbe tering van riolering zou kunnen worden voorzien. Thans moet hij tot zijn spijt constateren dat het onderhavige voorstel uitsluitend de wegdek-ver betering betreft. Hij zou gaarne vernemen of dit verband houdt met de finan ciële moeilijkheden. Hij wijst er op dat met het gelijktijdig aanbrengen van de riolering zou worden voorkomen dat de weg (aan de zijkant) te zijner tijd wéér zou moeten worden opgebroken, waardoor de aanwonenden voor de tweede maal in de penarie zouden komen. Spreker zou gaarne vernemen of door de voorgestelde maatregelen het wegwater inderdaad zou kunnen wegvloeien of toch nog aan de kant van de weg zaili blijven staan. Hij zou graag zien dat wat dit betreft de risi co's zo klein mogelijk worden gehouden en daarom had hij graag gewild, dat het college een motief had gevonden om tegelijk met deze wegrestauratie ook de riolering aan te leggen. Het laatste zou echter geen zin hebben als die riolering geen aansluiting vindt. De heer GRIFT meent dat in het gebied van de Bartolottilaan een oerbank ligt,een harde laag waar het water niet doorheen kan. Spreker neemt aan dat er momenteel geen geld is om, wat het gemakkelijkst zou zijn, de onderhavige laan Jegèïijk met deze wegverbetering van riolering te voor zien. In verband hiermede vraagt hij zich af het niet mogelijk is, dat in de bermen door de oerbank heen wordt geboord en de geboorde gaten vervolgens worden gevuld met grint, zodat het water altijd kan wegvloeien. Dat de waterstand momenteel inderdaad abnormaal hoog is, heeft ook spreker ondervonden. Ook in de kelder van zijn huis staat thans een hoeveel heid water, hetgeen anders nooit het geval is. De heer BERKELBACH VAN DER SPRENKEL vraagt of dë Bartolottilaan en de Van Beuningenlaan na de verbetering van het wegdek B-wegen blijven en of het college bij zijn eventuele desbetreffende overwegingen rekening heeft gehouden met de mogelijke consequenties van het feit dat veel zwaar militair verkeer gebruik maakt van deze lanen. De wethouder HILHORST dacht het begin van de avond dat het feit dat vanawond een voetbalwedstrijd via de televisie wordt uitgezonden wel een rol zou spelen in deze vergadering. Nu gelooft hij, gelet op de breed sprakigheid die hij constateert, dat er iets anders een rol speelt. - 91 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1966 | | pagina 92