19 april 1967. hoewel ze niet een te grote waarde moeten worden toegekend, want het is be kend dat de betrokken huizen slecht zijn. De heer de Bruin volgt het advies van de dienst gemeentewerken, van twee woningen kan de ontruimingstermijn worden verlengd en van twee woningen kan dit niet gebeuren. Feitelijk kan van geen van de vier in de voordracht genoemde woningen de ontruimingstermijn worden verlengd, maar er wonen nog mensen in de woningen - deze mensen hebben derhalve een dak boven het hoofd - en het niet verlengen van de ontruimingstermijn zou bete kenen dat het college wordt gedwongen de bewoners op straat te zetten. En zolang het college geen mogelijkheid heeft om de bewoners op te vangen zal men met een dergelijke maatregel nog minder zijn gebaat. De raad zou niet juist handelen wanneer een beslissing wordt genomen op grond van het rapport van de dienst gemeentewerken, want daardoor zouden twee gezinnen meer wor den gedupeerd dan twee andere gezinnen. Bovendien zijn er in Soest niet vier onbewoonbaar verklaarde woningen, maar twintig a dertig. Het ontruimen van een onbewoonbaar verklaarde woning hangt van allerlei omstandigheden af en wanneer er een kans is om een woning te ontruimen moet een dergelijke kans worden aangegrepen, ook al zou de desbetreffende woning niet de aller slechtste woning zijn. Iedere onbewoonbaar verklaarde woning wordt be woond door een specifiek gezin dat lang niet met iedere woning kan worden geholpen. Welke van de ontruimen woningen (eigenlijk moeten alle onbe woonbaar verklaarde woningen worden ontruimd) zal worden verlaten is afhan kelijk van de soort van woning, die beschikbaar komt. Men kan niet zonder meer stellen dat het gezin dat een onbewoonbaar verklaarde woning bewoont waarvan het dak in een slechtere staat verkeert (of waarvan de muur wat meer vocht doorslaat) dan het dak van een andere woning, het eerst dient te wor den geholpen. Het verdient aanbeveling de ontruimingstermijn van de vier genoem de woningen te verlengen om het college niet in een heel moeilijke positie te brengen, immers: het college zou moeten kiezen tussen het handhaven van een verboden toestand of het op straat zetten van een gezin zonder in staat te zijn dit gezin op te vangen. Uit sprekers nieuwjaarsrede is reeds gebleken dat wordt doorge gaan met het ontruimen van onbewoonbaar verklaarde woningen, maar het tempo is op het ogenblik bijzonder vertraagd. Binnen enige weken zal er in Soest weer een onbewoonbaar verklaarde woning (deze woning werd eerder onbewoon baar verklaard dan de vier in de voordracht genoemde woningen) worden ont ruimd De heer ELBERTSE verzoekt het college zodra dit mogelijk is, het verslag van het krotopruimingsfonds voor de raadsleden ter inzage te leggen. De VOORZITTER: Het verslag ligt in de leesmap.' Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Mevrouw Oranje-Entink en de heren de Bruin, Ebbers en Westra krij gen op hun verzoek aantekening in de notulen, dat zij zich met de genomen beslissing niet hebben verenigd. 93(20) Voorstel tot het instellen van een ouderraad voor het openbaar kleuteronder wijs in deze gemeente. 94(21) Voorstel tot het weigeren van de ontheffing als bedoeld in artikel 1 van de "Zoneverordening Hinderwet" voor het oprichten van een benzine-installa- tie op het perceel Bosstraat 12. Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zon der hoofdelijke stemming aangenomen. 95(22) Voorstel tot het beschikbaar stellen van een aanvullend krediet voor de bouw van een brandweergarage, werkplaatsen gemeentewerken en vier woningen. De VOORZITTER zegt dat in de commissie openbare werken terecht naar voren is gebracht dat men het niet juist vindt om in één blok woningen de commandant van de brandweer en leden van het brandweerkorps te laten wonen. De woningen in het complex zullen nu zo worden verdeeld, dat de - 100 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1967 | | pagina 101