19 april 1967. inlichtingen die de voorzitter van de commissie openbare werken heeft ver strekt De VOORZITTER: Neen.' De heer WESTRA zegt dat in dit geval de gemeente de weg uitslui tend zou moeten onderhouden ten behoeve van het gebouwtje van de P.U.E.M. N.V. Wanneer ook anderen ter plaatse het recht van weg bezitten is het terecht dat de gemeente voor het onderhoud zorgt, maar hierover zijn geen inlich tingen verstrekt. De VOORZITTER zegt dat het onderhavige stukje grond een onderdeel is van een speelterreintje. In een hoek van dat speelterreintje (tegen een garage aan) zal een transformatorhuisje worden gezet en de P.U.E.M. N.V. krijgt het recht om over dat speelterreintje naar het transformatorhuisje te gaan. Maar verder staat het tèrreintje helemaal niet ten dienste van de P.U.E.M. N.V. In het speelterrein komen een paar kabels te liggen. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 98(25) Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor de aanschaf van kantoormachines ten behoeve van de secretarie. Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. 99(26) Voorstel tot aankoop van grond met opstallen gelegen: a. aan de Klein Engendaalweg van R. Vredeveld; b. aan de Eigendomweg van M. van Veeren. Deze voorstellen worden, met vaststelling van de desbetreffende begrotingswijzigingen, zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen 100(27) Voorstel tot aan- en verkoop van een perceel grond met opstallen gelegen aan de Eemstraat. De VOORZITTER zegt dat het college de raad iets anders wil voorstellen dan uit de voordracht blijkt. Het voorstel tot aankoop is het zelfde gebleven, maar aan deze aankoop is direct een voorstel tot verkoop van hetzelfde perceel min een strook grond gekoppeld. Door een misver stand is er op de tekening een strook grond afgehaald ter breedte van 4 m, hetgeen nooit de bedoeling is geweest. De bedoeling was een strookje grond van het perceel grond af te halen waardoor de bewoner van de woning Eemstraat 6 een toegangspad achterom kan krijgen, deze bewoner moet nu, wil hij achterom gaan, gebruik maken van het pad van zijn buurman. Deze buurman maakt weliswaar tegen het gebruik van diens pad geen bezwaar, maar er is toch sprake van onnodige vrijheidsbeneming. Voor de bewoner van van het pand Eemstraat 6 is een pad van één meter breed ruim voldoende, bovendien zou een doodlopende weg van 4 meter breedte uit esthetische over wegingen bijzonder lelijk zijn. Het pad zal niet met betontegels worden bestraat, maar - aangepast aan de omgeving - met kleine keitjes. Het col lege stelt thans voor geen pad van 4 meter breedte aan te leggen, maar een pad van één meter breedte waardoor een groter perceel grond wordt verkocht. De raadsleden die de stukken pas op het laatste moment hebben ingezien hebben kennis genomen van de goede tekening, enige dagen geleden lag er echter een verkeerde tekening bij de stukken. De heer DIJKSTRA vraagt of het college iets naders kan mededelen met betrekking tot hetgeen de aanstaande koper van plan is met het pand. Het gaat om een bijzonder aardig pand en aangenomen mag worden dat het pand geheel zal worden gerstaureerd volgens de aanwijzingen van de gemeente. Wat denkt de nieuwe eigenaar met het pand te gaan doen? De heer WESTRA: Ik heb de heer Dijkstra niet verstaan, wilt u misschien vertellen wat er is gezegd? De VOORZITTER zegt dat de heer Dijkstra heeft gevraagd naar de bedoelingen van de koper met het pand. Zoals bekend valt het pand onder monumentenzorg en het staat bo- - 104 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1967 | | pagina 105