17 mei 1967.
4. Rekening over het dienstjaar 1965 van het Gasbedrijf Centraal Nederland.
De heer WESTRA zegt dat de jaarrekening over 1965 lang onderweg
is geweest. Op de jaarrekening wordt vermeld dat in 1965 de Gasunie aan het
G.C.N. in verband met de overgang van stadsgas op aardgas een voorschot heeft
verleend van 20,per aansluiting, hetgeen een totaalbedrag betekent van
1.600.000, Dit bedrag staat thans op de balans als schuld aan de deel
nemende gemeenten. De Gasunie heeft dit voorschot doelbewust verleend. Maar
wanneer dit voorschot in de kas blijft van het G.C.N.dan bereikt het niet
de plaats waarvoor het is bestemd. Op dit moment is één en ander niet meer
te corrigeren. Spreker zou het op prijs stellen wanneer de vertegenwoordiger
van de gemeente Soest in het bestuur van het G.C.N. erop zou willen atten
deren, dat de uitkering is gegeven als voorschot om de kosten te dekken die
de aangesloten bedrijven hebben moeten maken bij de overgang van stadsgas
op aardgas. De vertegenwoordiger van Soest zal erop moeten wijzen dat het
geld te bestemder plaatse moet komen en niet mag blijven hangen in de kas
van het G.C.N.
De wethouder VAN DEN AREND zegt dat de Gasunie een voorschot van
50,per aansluiting aan het G.C.N. heeft gegeven. Het G.C.N. heeft het
totaalbedrag gereserveerd. Wanneer er gemeenten zijn met een tekort, dan
doet het G.C.N. uit deze reservering een uitkering.
De heer WESTRA zegt terecht dat een deel van deze reservering aan
de gemeenten toebehoort. Indertijd heeft het bestuur van het G.C.N. echter
besloten om de voorschotten te reserveren. De kleine deelnemende gemeenten,
waaronder Soest, hebben echter in een der bestuursvergaderingen van het
G.C.N. kortgeleden medegedeeld, dat het op prijs zou worden gesteld wanneer
het G.C.N. het aan de gemeente toekomende bedrag zo spoedig mogelijk uit
keert, Er is op dit moment nog geen definitief besluit genomen.
Deze rekening wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
5. Rapport inzake kasopneming en controle-administratie van de R.K. Woning
bouwvereniging "St. Joseph" over het tweede halfjaar 1966 door het Cen
traal Bureau voor Verificatie en Financiële Adviezen der Vereniging van
Nederlandse Gemeenten.
De heer DE GROOT zegt dat in het rapport van het Centraal Bureau
voor Verificatie en Financiële Adviezen der Vereniging van Nederlandse Ge
meenten wordt vermeld, dat er nogal wat huurschuld is in de Molenstraat.
Regelmatig zijn er klachten uit deze straten dat er te weinig aan het onder
houd van de betrokken woningen wordt gedaan. Is de huurschuld wellicht ont
staan,door het geringe onderhoud?
Er gaan hardnekkige geruchten dat de betrokken woningen binnen
vijf jaar zullen worden geamoveerd. Is dat juist.'
De wethouder HILHORST kan niet beoordelen of de kwaliteit van de
woningen zodanig is, dat men op grond van dit feit de voor deze woningen
zeer minimale huur niet betaalt.
Er zijn op het ogenblik besprekingen gaande over een eventuele
verbetering van de woningen. De bedragen die moeten worden besteed om de
woningen te verbeteren blijken echter te hoog te zijn en dit betekent dat
de woningen waarschijnlijk zullen worden gesloopt. Ook de woningbouwvereni
ging is ervan overtuigd, dat het niet verantwoord is hoge kosten voor deze
woningen te maken. Het college heeft met een en ander rekening gehouden en
zich gewend tot het ministerie van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening.
Dit ministerie heeft besloten dat de betrokken woningen zullen moeten gaan
verdwijnen en dat de bedragen die eventueel nodig zijn voor herstel niet
beschikbaar zullen worden gesteld.
Dit rapport wordt voor kennisgeving aangenomen.
103(3) Voorstel tot het verlenen van ontheffing als bedoeld in artikel 1 van de
"Zoneverordening Hinderwet" voor:
a. het oprichten van een inrichting tot vervaardiging van geneesmiddelen
in een perceel aan de Van Weerden Poelmanweg.
De commissie grondbedrijf en uitbreidingsplan stelt voor dit voor-
- 114 -
104(
105C
106(