17 mei 1967.
stel aan te houden omdat
1. industrie in het natuurgebied geweerd moet worden;
2. een chemisch bedrijf de nodige voorzorgen vereist, alvorens ontheffing
kan worden verleend.
Dit voorstel wordt aangehouden,
b. het uitbreiden van een confectie- en tricotagefabriek aan de Steenhoff-
straat
c. het oprichten van een inrichting tot vervaardiging van diervoedsel
aan de Koninginnelaan.
104(4) Voorstel tot verkoop van grond, gelegen:
a. aan de Irenelaan hoek Anna Paulownalaan aan A.J. Endel
b. in het plan Soesterveen I aan de P.U.E.M. N.V.
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
c. nabij de Molenstraat aan de Nederlandse Centrale voor Huisvesting van
Bejaarden.
De heer WESTRA verzoekt dit agendapunt te behandelen na agendapunt
20 (voorstel tot financiële medewerking aan de bouw van 48 bejaardenwonin
gen nabij het verzorgingshuis Molenschot). Er zouden namelijk moeilijkbeden
kunnen ontstaan wanneer het onderhavige voorstel wordt aangenomen en het
onder punt 20 vermelde voorstel wordt teruggenomen of verworpen.
De VOORZITTER gaat akkoord met de behandeling van agendapunt 4c
na punt 120 (20).
Hierna wordt besloten overeenkomstig het voorstel van de heer
Westra.
105(5) Voorstel tot het aangaan van een rekening-courant-overeenkomst met de
Coöperatieve Raiffeisenbank te Soest.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
106(6) Voorstel tot beschikbaarstellen van een krediet voor gemaakte architects-
kosten in verband met een niet doorgegaan plan tot het stichten van een
zevende lokaal t.b.v. de christelijke school voor g.l.o. aan de Gen.
Winkelmanstraat
De heer WESTRA zegt dat er sprake is van een pijnlijke kwestie,
omdat het geld dat wordt gevraagd niet is bestemd voor het onderwijs. De
VVD-fractie zou van harte haar medewerking hebben kunnen geven aan dit
voorstel wanneer het gevraagde krediet voor het onderwijs bestemd zou zijn
geweest. In het onderhavige geval is het gevraagde krediet echter een uit
vloeisel van een geschil tussen het schoolbestuur en een architect.
Spreker laat in het midden wie in dit geval de schuld heeft, hoewel vaststaat
dat er geen moeilijkheden zouden zijn ontstaan wanneer het schoolbestuur
een goed omschreven opdracht had gegeven aan de architect. Wanneer de betrok
ken architect zich had gehouden aan de opdracht zouden er eveneens geen
moeilijkheden zijn ontstaan.
Er is thans een geschil tussen twee instanties waarbij de gemeente
als derde het kind van de rekening wordt. Onduidelijk is waarom door de
gemeente wordt betaald. Gebeurt dat ingevolge een bepaling in de onderwijs
wet of op grond van billijkheid? Wat is feitelijk de oorzaak dat de gemeente
wordt belast met een uitgave voor iets waar zij part noch deel aan heeft
gehad?
De wethouder DE HAAN zegt dat het moeilijk is om een reconstructie
te geven van een zaak die zich zes jaar geleden heeft afgespeeld. Door een
manco in het archief van het schoolbestuur zijn helaas geen gegevens voor
handen. Het is dan ook moeilijk aan te geven wat de oorzaak van de moeilijk
heden is.
Destijds heeft de raad het schoolbestuur toestemming verleend
tot het laten bouwen van één lokaal. Een architect heeft opdracht gekregen
een lokaal te ontwerpen. De architect ontwierp een lokaal met een halletje
waarin de w.c.'s zouden worden geplaatst. Dat plan is afgekeurd door de
- 115 -