18 januari 1967. geprepareerd eensluidend, door voorzitter en secretaris van de oudercom missies ondertekend briefje binnen met de boodschap: Wij komen niet. On middellijk is door burgemeester en wethouders gereageerd met een nadere uitleg, doch behalve enige leden van de oudercommissie te Soesterberg ver scheen niemand. Het is merkwaardig, dat deze schrijverij niet in alle ver gaderingen van de oudercommissies werd behandeld. Door het inlassen van bovengenoemde bespreking is vertraging ontstaan in de behandeling van het thans voorliggende voorstel. Dit overleg was niet verplicht, maar het is ingelast, omdat het college de bedoeling had, van tevoren overleg te plegen over de gehele procedure die in de ouderraad een rol zal gaan spelen. In de toegezonden stukken krijgt een wethouder van onderwijs ongedachte mogelijkheden tot machtsuitoefeningHet klopt wel als men zegt dat de wethouder iets heeft gezegd of heeft beloofd iets te zullen bespre ken. Maar als een wethouder zoiets beloofd, dan betekent dat nog niet dat het een beslissing van burgemeester en wethouders wordt, als hij ergens besprekingen voert en toezegt iets in de vergadering van burgemeester en wethouders te zullen brengen, dan wil dat nog niet zeggen, dat hij op alle punten volledig zijn zin krijgt of dat hij alles wat hem wordt gevraagd precies zou overnemen. Komt er vervolgens een desbetreffende beslissing van burgemeester en wethouders, dan is er naar sprekers idee de gehele zaak van de tussenliggende gesprekken afgedaan. Spreker heeft de indruk, dat bij de betichtingen die in de toe gezonden stukken naar voren zijn gebracht, ergens de wens de vader van de gedachte is geweest. Beoogde men zelf niet een dusdanig machtsvertoon en een dusdanige machtsuitbreiding, zo stelt spreker, dat men meteen bij een ander die macht veronderstelde? Hij wil ten bewijze van deze stel ling iets citeren uit het concept-huishoudelijk reglement van de ouder raad, zoals dat is opgesteld door de niet-geïnstalleerde ouderraad. Daarin staat o.a.*. "De vorm en de resultaten van het onderwijs van de betreffende scholen middels de voorzitters van de oudercommissies te volgen en in con tacten met gemeentebestuur, personeel van de school en de ouders, wederom middels de voorzitters van de oudercommissies, te stimuleren". Dit is in strijd met artikel 179 van de Lager-onderwijswet Verder staat in dit concept een heel grote zin over de geeste lijke en lichamelijke opvoeding van de kinderen, de inrichting van de scholen, de leermiddelen, de lestijden, de vakanties en de buitenschoolse activiteiten. De buitenschoolse activiteiten behoren wel tot de taak van de oudercommissies, maar de overige in deze opsomming voorkomende activitei ten en zaken behoren niet tot hun taak. Het concept wekt hiermede veeleer de indruk dat men een soort van particuliere inspectie van het onderwijs is gaan stichten. Bedoelde zin steunt niet op of Is in strijd met de wet. Voorts staan er in dit concept een aantal kleine punten die ook niet op de wet steunen of overbodig in dit concept zijn opgenomen. Daarnaast staan hierin dingen die al zijn geregeld bij artikel 18 van de Lager-on- derwijswet en die in het concept derhalve volkomen overbodig zijn. In een vergadering van de nog niet gelegaliseerde ouderraad is iets te voorschijn gekomen dat de vraag doet rijzen of men in deze kringen wel voldoende besef heeft van de werkelijke taak en functie van een ouder raad. In een desbetreffend stuk staat: "Scholen in Soesterberg hebben geen wensen of klachten van urgent belang, hetgeen de vergadering zeer bevreemdt, (Als er geen klachten of wensen zijn, dan is dat blijkbaar heel raar.') "Er gaan dan ook stemmen op of het hoofd van de openbare lagere school Soesterberg, de heer Boer, wel vertrouwen stelt in de ouderraad".Uit be doeld stuk blijkt vervolgens, dat het idee is opgekomen om de heer Boer uit te nodigen, doch dat dat is omgezet in een contact via de desbetreffende - 10 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1967 | | pagina 11