26 juli 1967. deze zaken zal het goed zijn dat het gemeentebestuur concrete gegevens krijgt over de aard en de omvang van de jeugdproblemen. Het voorstel wordt ingetrokken. Mevrouw WALTER-van der Togt zegt dat aanvankelijk een ander voorstel als derde agendapunt zou worden behandeld, namelijk een voorstel tot wijziging van de bezoldigingsverordening 1966. In het desbetreffende stuk staat dat de toelageregeling voor ploegen- en onregelmatige dienst voor het rijkspersoneel vanaf 1 januari 1967 op het personeel van de Malva Hoeve wordt toegepast. Maar geen der per soneelsleden heeft tot op heden een cent gezien. Kunnen de personeelsleden, in afwachtipg van het door de raad te nemen besluitvast een voorschot krijgen? Er zijn namelijk verschillende meisjes die weten dat elders wel de onregelmatigheidstoeslagen worden uitgekeerd en derhalve willen ver trekken naar die plaatsen. De VOORZITTER vraagt of mevrouw Walter, nu wethouder de Haan (voorzitter van het bestuur van de Malva Hoeve) niet aanwezig is ermede akkoord gaat dat spreker haar verzoek overbrengt aan het stichtingsbestuur. Mevrouw WALTER-van der Togt zegt dat het stichtingsbestuur waar schijnlijk pas in september vergadert. En al die tijd zitten de meisjes te wachten. Het gehele personeel heeft nog nooit van de toelageregeling voor ploegen- en onregelmatige dienst geprofiteerd. De meisjes zitten echt al maandenlang op de uitkering te wachten. De heer WESTRA zegt dat het stichtingsbestuur van de Malva Hoeve tot de conclu^ie^s gekomen, dat het probleem niet op de juiste wijze is behandeld. Hij toen echter gezegd, dat er in afwachting van de officiële beslisssing geen bezwaar was het personeel een voorschot te verlenen. De VOORZITTER zegt dat er niet zoveel bezwaren bestaan tegen het verlenen van een voorschot. Aan het verlenen van een voorschot kan men immers geen rechten ontlenen, hoewel enigszins wordt vooruitgelopen op een eventueel raadsbesluit. Am de mensen moet worden duidelijk ge maakt, dat er slechts sprake is van een voorschot. De heer WESTRA zegt dat er toch regelmatig uitkeringen worden verstrekt die vooruitlopen op een nog in te voeren wet. De VOORZITTER merkt op dat dit inderdaad in routinezaken ge beurt. In het onderhavige geval wordt er echter een principiële uitspraak gevraagd van de raad. Het college zal het stichtingsbestuur voorstellen een voorschot aan het personeel uit te betalen. 155(4) Voorstel tot het verlenen van een zakelijk recht aan de P.U.E.M. N.V. voor: a. het leggen van twee hoogspanningskabels en een telefoonkabel naar het transformatorstation aan de Eikenlaan. Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. b. het leggen van een hoogspanningskabel en een telefoonkabel naar de schakelkast aan de Wieksloterweg O.Z. De heer DE GROOT vraagt of de P.U.E.M. N.V. heeft voldaan aan de voorwaarden die zijn gesteld in het ontwerp-besluit onder de letters a. en b. De kabels zijn namelijk reeds gelegd. De P.U.E.M. N.V. heeft waarschijnlijk vooruitlopend op het te verlenen recht het recht in eigen hand genomen. Punt c van het ontwerp-besluit luidt: "c. de kosten van het herstel van de bermen komen voor rekening van de genoemde n.v. De bermen liggen er op het ogenblik een beetje slordig bij. Het ergste is echter dat er geen borden zijn geplaatst die waarschuwen voor een zachte of gevaarlijke berm. Dat is toch wel het minste wat men had kun nen doen. De weg is bijzonder slecht, de bermen zijn aan beide zijden van de weg totaal weggeregend. Het wegprofiel is zo rond, dat een wagen met een wat lage wegligging herhaaldelijk met de assen het wegdek raakt. - 172 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1967 | | pagina 173