26 juli 1967. De wethouder VAN DEN AREND zegt dat de nieuwe verordening inder daad zal gelden voor alle lokaliteiten waarvoor een vergunning is afgegeven. De heer DE BRUIN; En degenen die geen vergunning hebben? De wethouder VAN DEN AREND zegt dat men ook nog een z.g. hotel- vergunning heeft. Wijkgebouwen vallen natuurlijk niet onder de nieuwe ver ordening. Gebouwen of lokaliteiten waar vergaderingen worden gehouden val len niet onder de nieuwe verordening. In deze lokaliteiten mag geen sterke drank worden verkocht. De heer HOM: Mag er wel sterke drank worden geschonken? De wethouder VAN DEN AREND: Dat is iets anders, dan wordt er geen sterke drank verkocht.' Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 170(19) Voorstel tot vaststelling van een nieuwe legesverordening De VOORZITTER doet mededeling van het volgende bericht van de financiële commissie: "De financiële commissie verenigt zich met dit voorstel met dien verstande, dat zij voorstelt artikel 21 te doen vervallen." De heer DE BRUIN zegt dat hij enige bezwaren heeft tegen artikel 37. Ingevolge dit artikel zal van de ruiters in de bossen 10,-- worden geheven. Dit is onbillijk. Op dezelfde gronden zou men van de wandelaars en van de fietsers kunnen eisen dat zij jaarlijks een wandelkaart of een fietskaart kopen. De wethouder VAN DEN AREND zegt dat de praktijk heeft geleerd dat de ruiters veel schade aan de bossen toebrengen. Om deze schade enigs zins te beteugelen doet het college het voorstel om van de ruiters een bedrag van 10,per jaar per persoon te vragen. Dat is inderdaad een hoog bedrag. De wethouder HILHORST: Helemaal niet hoog.' De wethouder VAN DEN AREND zegt dat het college door deze maat regel wil bereiken dat er minder ruiters in de bossen zullen komen en er daardoor minder vernielingen zullen worden aangericht. De VOORZITTER zegt dat er door de ruiters nogal veel vernielin gen in de bossen zijn aangericht. Hij mag uiteraard niet generaliseren, maar vele ruiters weten zich niet te gedragen, kunnen in de eerste plaats niet paardrijden. Mevrouw POLET-MusierDat lijkt mij anders toch wel een eerste verei ste De VOORZITTER: ....en bovendien zijn zij helemaal niet op de hoog te van de etiquette. Vele ruiters weten niet hoe zij zich moeten gedragen op een terrein van een ander. Daardoor worden er vernielingen aangericht en ondervonden anderen overlast. Bovendien ontstond er gevaar voor andere mensen die in de bossen aanwezig waren. Burgemeester en wethouders hebben zich afgevraagd of men de ruiters volledig zou moeten weren uit de bossen of dat men een systeem van vergunningen zou moeten invoeren. Tenslotte heeft het college besloten voor te stellen het laatste systeem te gaan toepassen. Er wordt thans een vergunningenstelsel voorgesteld waaraan nogal erg veel werk is verbonden. Want niet iedereen die een vergunning aanvraagt zal ook een vergunning krijgen, want dan is men immers net zover als een tijdje geleden, alleen met dit verschil, dat er een paar tientjes in de gemeente kas komen. Daar is het echter niet om begonnen. Het college wil de ruiters die te goeder trouw zijn nog een kans geven, anders zouden de goeden onder de kwaden lijden. Een paard in de bossen is altijd schadelijk, want men moet bepaal de paden beschikbaar stellen en deze paden worden niet beter van het berij den door de paarden. In de bossen zijn nu eenmaal geen aparte ruiterpaden. De paarden gaan over paden die ook voor andere doeleinden worden gebruikt. Een bedrag van 10,is eerder te laag dan te hoog. Een tijd lang heeft spreker gemeend dat de gemeente een bedrag van 25,zou moeten heffen. Tenslotte heeft het college echter gemeend maar met een bedrag van 10,-- - 184 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1967 | | pagina 185