26 juli 1967. Het voorstel wordt, met inachtneming van de aangebrachte wijzi gingen, zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 188(37) Voorstel tot het verlenen van een bijdrage voor een te houden kunstmarkt. De VOORZITTER deelt mede dat van de financiële commissie het volgende bericht is ingekomen: "De financiële commissie verenigt zich met dit voorstel. Twee leden ver klaren zich tegen het voorstel." De heer WESTRA zegt dat een particulier in een briefje (gedag tekend 9 maart) om een bijdrage vraagt. In verband met concurrentie van andere markten wordt om onmiddellijk antwoord gevraagd. Het is een onsamen hangend verzoek zonder enige achtergrond. Wordt de heer Schouten reeds door anderen gesteund? Het verzoek is enigszins onbegrijpelijk. Thans is het de heer Schouten die om een bijdrage vraagt, maar morgen kan het weer een ander zijn. Op deze manier is het hek van de dam. De heer DE GROOT is geen voorstander van het geven van een subsidie voor het houden van een kunstmarkt. De kunst bestaat vrijwel geheel bij de gratie van overheidssubsidies. Men kan daarbij in het midden laten of er sprake is van kunst met een grote k of kunst met een kleine k. Het is onjuist en onverantwoord om een gemeentelijke subsidie te verlenen voor het houden van een kunstmarkt. De VOORZITTER zegt dat er vorig jaar voor het eerst is geëxperi menteerd met de organisatie van een kunstmarktDe bedoeling is in de eerste plaats om het vrij grote aantal Soester kunstenaars de gelegenheid te geven om gezamenlijk te exposeren. Daarenboven wordt de inwoners van Soest en anderen de mogelijkheid gegeven kennis te nemen van wat er in en tussen de bevolking aan kunstenaars leeft en wat door deze kunstenaars wordt voortgebracht Vorig jaar heeft een nogal erg geïmproviseerd experiment plaats gevonden. De heer Schouten trad als organisator op, De kunstmarkt is toen wat de belangstelling betreft een redelijk succes gebleken. De heer Schouten heeft goede contacten met de kunstenaars en heeft plezier in het organiseren van een dergelijke kunstmarkt. De heer Schou ten wil dit jaar weer een kunstmarkt organiseren, maar wil er geen geld op toeleggen. Wanneer de gemeente een subsidie van 400,verleend zal het echter mogelijk zijn op 26 augustus in Soest een kunstmarkt te organi seren. De heer Westra heeft terecht gesteld dat een en ander nogal on samenhangend is. Het verzoek is vaag en onzakelijk. Dat is misschien ook wel een beetje het karakter van de artiest dat hierbij een rol speelt. Toch meent het college dat nogmaals een proef met een kunstmarkt moet wor den genomen. Daarna kan worden bekeken of er ieder jaar in Soest een kunst markt kan worden georganiseerd. Wellicht dat dan voor een betere organisa tie kan worden gezorgd dan thafts, Op de begroting kan dan een post voor de kunstmarkt worden opgenomen. Men kan dan tevens bekijken hoe andere ge meenten een dergelijke kunstmarkt subsidiëren. Het is bekend dat er ook in andere gemeenten subsidies, die dan bepaald veel hoger zijn dan 400, worden gegeven voor het organiseren van kunstmarkten. Dit jaar zal men de kunstmarkt in Soest echter op bijna dezelfde experimentele wijze moeten organiseren als vorig jaar, Vorig jaar is inderdaad gebleken dat er belang stelling is, zowel bij de kunstenaars als bij het publiek. Dit jaar zal voor het laatst kunnen worden geëxperimenteerd. Als men volgend jaar weer een kunstmarkt wil houden zal deze behoorlijk moeten zijn geregeld. De heer DE BRUIN vraagt of het bekend is welk bedrag de gemeente vorig jaar heeft bijgedragen. De VOORZITTER merkt op dat de gemeente vorig jaar geen subsidie heeft verleend. De dienst gemeentewerken heeft toen wat hand- en spandiensten verricht. Anders had het college met een voorstel bij de raad moeten komen. - 197 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1967 | | pagina 198