29 augustus 1967.
Luyben aanvankelijk optie was verleend voor een terrein van 100 m breed en
200 m diep. Wanneer dat was doorgegaan, dan was de verkrijging van perceel
nr. 4418 niet nodig geweest. Doordat de vorm van het betrokken terrein is
veranderd in 200 m langs de weg en 100 m diep, is thans onteigening no
dig. Nu komen dus de onteigeningskosten nog bij de desbetreffende transacti
Is dat allemaal wel verdisconteerd in de indertijd berekende prijs?
De wethouder HILH0RST zegt dat de onderhavige onteigening het ge
volg is van een eerder genomen raadsbesluit. Ook wanneer de kwestie Luyben
in het geheel niet in het geding was, zou deze onteigening moeten doorgaan.
Het is de riolering en niet het geval-Luybendie de haast veroorzaakt.
De heer Luyben zal er in het geheel geen bezwaar tegen hebben, wanneer het
nog een paar jaar zou duren, voordat hij het desbetreffende terreingedeelte
in bezit kan nemen.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De VOORZITTER merkt op dat de raad gewend is op de laatste dins
dagavond van de maand informeel bijeen te komen. Het college wil met in
gang van september deze bijeenkomsten gaan houden op de laatste woensdag
avond van de maand. Alleen in oktober zal de bijeenkomst weer op de laatste
dinsdagavond worden gehouden. Voor die datum is namelijk reeds een afspraak
gemaakt met een onderwijsdeskundige, die hier zal spreken over de consequen
ties van de Mammoetwet.
Tenslotte deelt spreker mede, dat het streekplan vanaf 4 septem
ber ter inzage zal liggen; niet alleen voor de raadsleden, maar voor ieder
een.
Spreker sluit daarop, te 19.50 uur, de vergadering.
Vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Soest op 18
oktober 1967.
De secretaris
De voorzitter,
A-
- 201 -