27 september 1967.
stoppen; wij zijn bereid de zaak voort te zetten, maar dan op andere voet.
Zou het gemeentebestuur van Soest hebben gezegd dat die nieuwe
aandeelhouder de zaak inderdaad maar moest stoppen, dan zou de gemeente een
geheel nieuw waterleidingbedrijf moeten oprichten. Dat is natuurlijk een
volledig ondenkbare zaak.
Hiernaast en op de achtergrond hiervan speelt een rol het provin
ciale beleid ten aanzien van de watervoorziening in de provincie. De pro
vincie wil een grote concentratie van waterleidingbedrijven. Dat is de reden
geweest waarom zij de aandelen van de tot nu toe aan Soest leverende water
leidingmaatschappij heeft opgekocht. Zij wil grote waterleidingbedrijven
die grote streken van de provincie van water voorzien tegen uniforme tarie
ven. Die uniforme tarieven zijn heel wat hoger dan de tarieven die nu in
Soest gelden.
De provincie staan zowel civielrechtelijke als publiekrechtelijke
middelen ten dienste om haar wil door te drijven. Zij heeft op ©ivielrechte-
lijk niveau geopereerd doordat het waterleidingbedrijf Midden-Nederland
de aandelen heeft opgekocht van de maatschappij die Soest van water voorziet.
Haar activiteiten op het publiekrechtelijke vlak hebben geleid tot het in
het leven roepen van een waterleidingverordeningwaardoor zij eigenlijk
alle zeggenschap óp het gebied van de waterleiding aan zich heeft getrokken.
Zou de gemeente Soest zeggen dat zij lak heeft aan het waterleidingbedrijf
Midden-Nederland en dat zij een eigen waterleidingbedrijf wil oprichten,
dan zou zij voor het oprichten van dat eigen bedrijf de toestemming van ge
deputeerde staten behoeven. Gedeputeerde staten zouden dan behalve het fi
nanciële belang, dat natuurlijk ook een rol speelt, tevens hun beleid ten
aanzien van de concentratie van waterleidingbedrijven een rol laten spelen;
zij zouden, afgezien nog van de financiële bezwaren, de oprichting van zo'n
eigen gemeentelijk bedrijf natuurlijk nooit goedkeuren. De gemeente Soest
heeft thans dus te maken met de al jaren geleden uitgesproken en de al jaren
bestaande werkzaamheid van de provincie 051 te komen tot een concentratie
van waterleidingbedrijven. De provincie is in dit verband begonnen in de
stad Utrecht, waar toen vijf waterleidingmaatschappijen werkzaam waren. De
concentratie is steeds groter geworden en nu heeft men Soest er ook bij.
Dit betekent dat de provincie nu langzamerhand krijgt wat zij als ideaal
beschouwt
Tegen de achtergrond van het hiervoren geschetste moesten de on
derhandelingen met de waterleidingmaatschappij worden gevoerd. Het was dui
delijk dat een gemeentelijk waterleidingbedrijf volledig ondenkbaar is en
het was ook duidelijk dat een voortzetting van de waterlevering op de oude
voet volledig ondenkbaar is. Het ging er dus om, eruit te halen wat er uit
te halen was. Dat heeft het college geprobeerd. Het resultaat daarvan ligt
thans voor. Hierbij zij in het bijzonder te denken aan de jaarlijkse uit
kering. Deze uitkering is voor het waterleidingbedrijf Midden-Nederland
een nogal zware pil, omdat men in het kader van de gemeenschappelijke rege
ling alle gemeenten zoveel mogelijk gelijk wil behandelen en daarin geen
uitzonderingsposities voor bepaalde gemeenten wil creëren. Toch is in de
onderhandelingen deze uitkering - zelfs met een index-clausule - bereikt.
Het college van burgemeester en wethouders heeft heus wel getracht nog an
dere dingen te bereiken. Spreker is b.v. begonnen met te zeggen welke uit
kering Soest thans per aansluiting en in totaal ontvangt en hij heeft
vervolgens gesteld: Geeft u ons hetzelfde per aansluiting, zodat wanneer
het aantal aansluitingen toevallig wat groter wordt,,wij in totaal wat meer
krijgen. Op die oplossing is de andere partij niet ingegaan. Er zijn in de
onderhandelingen en besprekingen allerlei variëteiten naar voren gekomen
en dat heeft uiteindelijk geleid tot wat nu voorligt. Gezien het feit
dat men in het kader van de gemeenschappelijke regeling elke uitzondering
op de uniforme behandeling van de deelnemende gemeenten als een bezwaar ziet
(een standpunt ten aanzien waarvan bij spreker wel medegevoel bestaat),
- 252 -