27 september 1967.
De koppeling wordt natuurlijk wel pikant, wanneer er een gemeente bij be
trokken is, die niet tot waterfluoridering wil overgaan.
De VOORZITTER: Tot nu toe wordt er nog geen fluoride aan het wa
ter toegevoegd.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
224(29) Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor het aanbrengen
van brandblusmiddelen in de scholen te Soest.
De heer EBBERS zegt van de bijïhgen bij dit stuk geschrokken te
zijn. Gezien het in de rapporten gestelde met betrekking tot de in de scho-'
len aanwezige vluchtwegen, zal er aan dat punt toch wel iets moeten ge
beuren. Bestaan hieromtrent reeds plannen?
De voorgestelde apparatuur vereist wat instructie en kennis van
zaken. Is het de bedoeling het onderwijzend personeel van de werkwijze van
deze apparatuur op dè hoogte te brengen en hen daarmede te laten oefenen?
Mevrouw WALTER-van der Togt zegt dat het haar eveneens is opge
vallen, dat er scholen zijn die over onvoldoende vluchtwegen beschikken.
Dat is natuurlijk niet zo erg voor scholen, waar alle lokalen op de begane
grond zijn gelegen. Verschillende scholen - b.v. de u.l.o. - beschikken
echter slechts; over één trap. Is het niet mogelijk die scholen, in afwach
ting van een eventuele andere oplossing, b.v. een touwladder beschikbaar
te stellen? Een calamitèit kan zich morgen voordoen. Wanneer men over een
touwladder beschikt, heeft men in ieder geval iets om zich te redden.
De heer VERHEUS zegt naar aanleiding van de vraag van de heer
Ebbers, dat de brandweer met het onderwijzend personeel heeft geoefend.
Deze oefening is volgens de brandweercommandant heel bevredigend verlopen.
Met betrekking tot de apparatuur is overleg gepleegd met de brandweercom
mandant. Er is gekozen voor apparaten die gemakkelijk te bedienen zijn.
Mevrouw POLET-Musler merkt op dat volgens de kranten de belang
stelling voor de enige tijd geleden speciaal voor onderwijzend personeel
gehouden brandweerdemonstratie niet overweldigend groot was. Zij vraagt
hoe men hiervoor nu een oplossing denkt te vinden.
Mevrouw ORANJE-Entink zou graag zien dat door het onderwijzend
personeel niet alleen met de brandblustaiddelenmaar ook met de kinderen
wordt geoefend. Het gedisciplineerd verlaten van een school kan op het
moment van een ramp levenreddend werken. In geval van brand moet er snel
en doeltreffend kunnen worden gealarmeerd en opgetreden. Men zou plotse
linge oefeningen kunnen houden, waarbij de tijd waarbinnen de school wordt
ontruimd, wordt opgenomen. Daarbij dient duidelijk te zijn, dat hoe korter
die tijd is, hoe beter het is.
De VOORZITTER zegt dat dit voorstel betreft de laatste fase van
een zaak die al een tijd aan de gang is en is begonnen met het feit waar
aan mevrouw Polet zoéven heeft herinnerd. Wanneer men iets aan de brandbe
strijding op de scholen wil doen, dan moet men beginnen bij het onderwij
zend personeel. Op dat personeel komt het tenslotte helemaal aan, waarbij
niet alleen zij te denken aan de leiding die van dat personeel moet uitgaan
in geval van brand, maar ook aan de voorbereidingen. Dit is een zaak die,
gezien de situatie van school tot school verschillend is, ten aanzien van
iedere school apart moet worden bekeken. Om hiervoor de belangstelling
van het onderwijzend personeel te krijgen, omudat personeel de ogen te
openen voor de gevaren die er zijn, heeft de brandweercommandant geruime
tijd geleden het initiatief genomen om al het onderwijzend personeel uit
te nodigen voor een avond waarop hij wat zou vertellen en filmpjes zou
vertonen van schoolbranden. Die eerste avond is een geweldige teleurstelling
geweest, want de opkomst was allerbedroevendst. Dat was een bewijs dat bij
het onderwijzend personeel kennelijk helemaal geen belangstelling hiervoor
was en kennelijk ook helemaal geen begrip voor de gevaren. Men zei: Nou
ja, dat komt hier toch niet voor. Of: Die film betreft Amerika, hier gebeurt
- 256 -