24 november 1967.
M.C.P. Walter-van der Togt, zodat deze is benoemd.
De VOORZITTER vraagt mevrouw Walter-van der Togt of zij deze
benoeming aanvaardt.
Mevrouw WALTER-van der Togt spreekt daarop de volgende woorden.
Mijnheer de voorzitter.' Wettelijk staan mij drie dagen bedenk
tijd ter beschikking. Maar ik wil nu reeds zeggen deze benoeming gaarne
te aanvaarden. Ik doe dit gaarne, omdat Soest mij van lieverlede dierbaar
is geworden en omdat de gemeentelijke huishouding mij beroepshalve inte
resseert. Ik doe het echter ook met een zekere schroom. Ik had nooit kun
nen vermoeden, dat deze taak ooit voor mij zou zijn weggelegd. Ik onder
schat deze taak ook niet. Bovendien was het zo vanzelfsprekend, dat de
heer Hilhorst de thans ledige wethouderszetel bezette en dat hij zijn
zittingsperiode zou hebben volgemaakt. Wij hadden hem nog zo graag in ons
midden gehad. Dat heeft echter niet zo mogen zijn. Ik aanvaard deze benoe
ming evenwel met groot vertrouwen, omdat de raad mij zo unaniem het ver
trouwen heeft gegeven. Ik ben daarvoor bijzonder dankbaar. Ik verzeker
u, dat ik alles wat mij mogelijk is zal doen om mij deze benoeming waar
dig te betonen.
(Hierop neemt mevrouw Walter-van der Togt plaats achter de tafel
van het college van burgemeester en wethouders)
Daarna spreekt de VOORZITTER als volgt.
Mevrouw Wal ter.' In de eerste plaats feliciteer ik u van harte
met uw benoeming tot wethouder en met het vertrouwen dat uit deze benoe
ming spreekt. Ik begrijp dat het voor u geen gemakkelijke beslissing is
geweest om te gaan zitten op de plaats van iemand die wij nog zo kort ge
leden met zoveel enthousiasme en toewijding het ambt van wethouder hebben
zien uitoefenen. Maar het werk moet doorgaan en in de vacature moet wor
den voorzien. U bent bereid geweest om de grote verantwoordelijkheid en
de grote hoeveelheid werk die het wethouderschap met zich meebrengt, op
de schouders te nemen en om daardoor de gemeente Soest te dienen. Ik ben
u daarvoor zeer dankbaar. Ik vertrouw er op dat de samenwerking in het
college van burgemeester en wethouders van bijzondere prettige aard zal
zijn. Niet minder vertrouw ik er op, dat u veel voor onze gemeente zult
kunnen doen. Ik hoop dat u deze functie met plezier zult kunnen vervullen,
naast de verplichtingen die u nu eenmaal ten opzichte van uw gezin hebt
en waarvan ik mij heel goed kan voorstellen, dat ook die behoorlijk zwaar
wegen. Ik wens u een goede tijd toe in het dagelijks bestuur van onze ge
meente
De vergadering wordt daarop voor enkele ogenblikken geschorst.
Na hervatting der vergadering stelt de VOORZITTER aan de orde:
281(3) Benoeming leden voor enige commissies.
De heer BERKELBACH VAN DER SPRENKEL merkt op dat reeds enige
tijd geleden in het bestuur van de Stichting Malva Hoeve en in het bestuur
van de Stichting Molenschot de gedachte is opgekomen om geleidelijk aan
te werken naar een efficiëntere vorm van bestuur en naar een vorm van
personele unie als eerste stap in die richting. In hoeverre is van de kant
van het college aan de K.V.P. -fractie de suggestie gedaan om dit punt
nog eens te overdenken? Wanneer dat is gebeurd, is dan bekend waarom deze
fractie heeft gemeend niet op die suggestie te moeten ingaan?
De heer WESTRA merkt op dat de heer Berkelbach van der Sprenkel
zich vermoedelijk ten aanzien van de Malva Hoeve vergist. De heer Berkel
bach van der Sprenkel heeft gesproken van het bestuur van de Stichting
Malva Hoeve. Spreker zit in dat bestuur, maar van het door de heer Berkel
bach van der Sprenkel aangeroerde punt is hem niets bekend. De heer Ber
kelbach van der Sprenkel zal vermoedelijk hebben bedoeld: het dagelijks
bestuur van de stichting.
Ook ten aanzien van Molenschot is spreker officieel niets bekend
van het door de heer Berkelbach van der Sprenkel genoemde punt. Wanneer
- 296 -