17 februari 1967.
vige perceel aan te sluiten op het waterleidingnet, terwijl er andere per
celen in de gemeente zijn die al lang op een aansluiting wachten. Het per
ceel Staalwijklaan 8 wordt wekelijks door de gemeente door middel van een
tankwagen van water voorzien. De bewoners van dit perceel - die reeds geld
hebben gestort - is toegezegd dat er aansluiting op het waterleidingnet zal
plaatsvinden. De aansluiting heeft echter nog steeds niet plaatsgevonden,
terwijl thans een perceel wordt aangesloten, waar.aansluiting beslist over
bodig is.
De heer DIJKSTRA zegt dat de gedachte die bij de heer de Groot
leeft, aanvankelijk ook bij hem heeft geleefd. Maar hij is inmiddels door
andere argumenten, in de commissievergadering aangevoerd, overtuigd. De
gemeente kan bezwaarlijk van anderen toepassing van de aansluitplicht en
eventuele betaling van de baatbelasting eisen, wanneer zij niet zelf het
voorbeeld geeft. Spreker begrijpt dat de afbraak van het perceel Koningsweg
17 nu niet bepaald voor de deur staat, hem is verzekerd dat het beslist nog
wel enkele jaren in tact zal blijven. Hij meent dat - hoewel het een vreem
de geschiedenis is dat de raad geld geeft om een huis op het waterleiding
net aan te sluiten waarvan vaststaat dat het moet verdwijnen - de aanslui
ting als noodmaatregel niet achterwege kan worden gelaten. Al zou het alleen
al zijn, omdat de gemeente uiteraard zelf het voorbeeld moet geven bij het
toepassen van maatregelen die zij aan anderen ook oplegt.
De wethouder HILHORST betwijfelt of de bewoner van het perceel
Koningsweg 17 zijn woning zo spoedig mogelijk gaat verlaten. Bovendien is
er niet sprake van één bewoner, maar er wonen in dat perceel meer gezinnen.
Zelfs al zouden alle bewoners ithans het perceel verlaten, vaststaat dat het
perceel nog een hele lange tijd voor bewoning zal worden benut, omdat er
geen enkele reden is om het perceel af te breken. Het is in het belang van
de volksgezondheid onverantwoord dat - ook al kan het perceel in de toekomst
worden afgebroken - in het desbetreffende perceel geen goede watervoorzie
ning wordt aangebracht. Spreker hoopt dat de raad het belang van de volks
gezondheid stelt boven het feit dat het perceel misschien over 10 jaar wordt
afgebroken. Het water dat de bewoners thans ter beschikking staat, is eigen
lijk volkomen onbruikbaar in het gezin.
Mevrouw POLETHWusler zegt dat wanneer in het perceel geen water
aanwezig is, de gemeente bij stagnatie in de watervoorziening verplicht is
water te leveren. Deze levering zal door een tankwagen geschieden. Een der
gelijke waterlevering kost in 5 jaar veel meer. Zij begrijpt de door de heer
de Groot naar voren gebrachte bezwaren dan ook helemaal niet.
De heer DE GROOT zegt dat wethouder Hilhorst misschien niet goed
heeft geluisterd naar hetgeen spreker heeft gezegd. Of de wethouder heeft
hem niet goed verstaan. Spreker heeft het duidelijk gehad over bewoners en
niet over bewoner. Hij wil niet beweren dat het niet nuttig is om het per
ceel op het waterleidingnet aan te sluiten, maar er zijn andere percelen
waarvan een aansluiting op het waterleidingnet veel urgenter is.
De wethouder HILHORST merkt op dat de raad heeft besloten élle
onrendabele percelen van water te voorzien. In overleg met de drinkwaterlei
dingmaatschappij worden alle panden aangesloten. Voor alle percelen in de
onrendabele gebieden van de gemeente Soest die op het ogenblik behoefte
hebben aan drinkwater, zijn kredieten beschikbaar gesteld. In dit opzicht
kan het college geen enkel verwijt worden gemaakt. Spreker meent dat er
niet veel gemeenten in Nederland zullen zijn, die al zover zijn, dat alle
percelen van een aansluiting op het waterleidingnet zullen worden voorzien.
Dat nog niet overal een aansluiting tot stand is gekomen, ligt niet aan het
gemeentebestuur, maar dat komt doordat de drinkwaterleidingmaatschappij
nog niet zover is gevorderd met het maken .van de aansluitingen.
De percelen aan de Koningsweg komen nu, en vervolgens komen andere per
celen in de gemeente aan de beurt.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
- 28 -