12 december 1967
De heer DE GROOT houdt hierop de volgende rede;
Mijnheer de voorzitter.' Wanneer men de aangeboden begroting be
ziet, dan vallen drie punten onmiddellijk op. In de eerste plaats de keuri
ge afwerking, de nette verzorging en de goede overzichtelijke indeling (aan
degenen tot wier taak het heeft gehoord dit werk uit te voeren allereerst
een woord van waardering). In de tweede plaats werd de begroting ook dit
jaar weer goed op tijd aan de raad aangeboden, waardoor wij ruim voor het
begin van het nieuwe jaar in de gelegenheid zijn de begroting geheel te
behandelen. Weliswaar is ook dit jaar weer niet voldaan aan de wettelijk
gestelde termijn van vier maanden (artikel 238 van de gemeentewet bepaalt
namelijk dat uiterlijk vier maanden voor het begin van het nieuwe jaar de
begroting moet worden aangeboden)Deze termijn blijkt echter in de prak
tijk geen haalbare kaart. Wij vragen ons dan ook af of het niet beter zou
zijn dat het betrokken artikel uit de gemeentewet verdwijnt. In de derde
plaats, dit is het allerbelangrijkste punt is de begroting ook dit jaar weer
sluitend. Ook dit jaar behoort Soest weer tot die uiteraard niet zo grote
groep van gemeenten die een sluitende begroting heeft. Een belangrijk begro
tingstekort begint tegenwoordig een mode-artikel te worden. Wij mogen ons
gelukkig prijzen met een sluitende begroting. Amsterdam heeft b.v. een te
kort van 100.000.000,terwijl men in Den Haag nauwelijks meer met de
ogen knippert voor een tekort van/2,7 miljard op de rijksbegroting.
Een en ander wil echter niet zeggen dat wij in het geheel geen
kritiek hebben. Kritiek hebben wij zeer zeker wel, hoewel wij deze kritiek
toch wel met een zekere schroom naar voren zullen brengen. Wij beseffen na
melijk dat de van ons heengegane wethouder Hilhorst een belangrijk aandeel
heeft gehaddin de voorbereiding van deze begroting. Wij menen evenwel in
de geest van de overledene te handelen, wanneer wij bij dit alles het be
lang van de gemeente voor ogen houden. Wij achten het dan ook van belang
voor de gemeente dat het beleid van het college in opbouwende zin kritisch
wordt begeleid. Daarom willen wij, wanneer wij menen iets te moeten afwij
zen, steeds trachten een goed en duidelijk alternatief aan te geven. In
dit opzicht zijn wij teleurgesteld in de antwoorden van het college op ver
schillende goede initiatieven en voorstellen die in de afdelingen door een
groot aantal raadsleden zijn gedaan.
In de eerste plaats is onze fractie teleurgesteld over het ant
woord van het college op het naar onze mening zeer goede voorstel van een
aantal raadsleden om voor de afvoer van grof huisvuil in de gemeente een
aantal containers te plaatsen. Het zou beslist aanbeveling verdienen om
althans een uitgebreide proef met de containers te nemen.
Onze teleurstelling geldt ook het antwoord van het college op
goede voorstellen van verschillende raadsleden wat de bevordering van het
eigen woningbezit betreft. Vorige maand hebben wij van Zijne Excellentie
ir. Schut, de minister van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening, gehoord,
dat ook hij van mening is dat het eigen woningbezit krachtig dient te wor
den bevorderd. Wij hadden gehoopt dat na de rede van de minister in Soest
meer aandacht zou worden geschonken aan de bevordering van het eigen wo
ningbezit. In dit verband wil ik een pleidooi voeren voor een groot aantal
Soester ingezetenen, dat graag een perceel grond ter beschikking zou hebben,
teneinde in staat te zijn in hun vrije tijd een eigen woning te bouwen.
Dit is een zeer goede en bovendien zeer nuttige vorm van vrijetijdsbesteding,
waardoor het eigen woningbezit wordt bevorderd. Is het college bereid aan
dacht aan deze aangelegenheid te besteden?
Wat de woningbouw betreft menen wij dat spoedig het ergste leed
zal zijn geleden. De woningbouw begint wat meer op gang te komen. Er is he
laas vertraging, maar naar wij hopen zal deze vertraging worden ingelopen
en zal thans met spoed worden gewerkt aan het tot stand komen van een vol
doende aantal woningen, zodat de woningnood in onze gemeente voor eens en
voor altijd de genadeslag wordt gegeven.
- 308 -