12 december 1967. dit verband zij nog opgemerkt dat de K.V.P.-fractie waarderingheeft voor al het werk dat door het gasbedrijf in de afgelopen jaren is gedaan. De heer BERKELBACH VAN DER SPRENKEL is dankbaar voor het antwoord betreffende de groei van Soest. Hij heeft met hetgeen in eerste instantie is gezegd een antwoord willen uitlokken. Het college heeft op het aas gebe ten en spreker heeft binnen wat hij voor vandaag binnen wilde hebben. Het zou prettig zijn wanneer in de toekomst zo nu en dan nuchter en op feiten gebaseerde mededelingen worden gedaan over de groei van Soest. Er zijn im mers verschillende instanties die cijfers over deze groei verstrekken, maar deze cijfers lopen ver uiteen, zodat een warwinkel ontstaat. In eerste instantie heeft hij, in tegenstelling tot alle andere sprekers, geen woord gezegd over de containers. Hij heeft deze kwestie on besproken gelaten, omdat de protestants-christelijke fractie het juist zeer verstandig achtte dat burgemeester en wethouders niet zo enthousiast waren voor de containers en eerst van de ervaringen in andere gemeenten kennis wilde nemen. Het is toch heus wel nuttig om ook eens te leren van de fouten en ervaringen van een ander. In dit geval verdient het bepaald geen aanbe veling om ook in Soest een proef te nemen. Immers: bij het plaatsen van containers zal men rekening moeten houden met het rattengevaarMet belang stelling ziet sprekers fractie het door mevrouw Wal ter toegezegde rapport tegemoet. Pas na verschijning van het rapport zal men eventueel tot het ne men van een proef in Soest moeten overgaan. De gemeente Soest gaat groeien. Dit betekent dat de raad op een gegeven ogenblik letterlijk uit de raadszaal zal barsten. Het is bekend dat er geen geld is voor een nieuw raadhuis. Maar is het niet toch verstandig om zo nu en dan te denken aan een accommodatie die passend is voor een gro tere gemeente, zodat, wanneer er een kans is op verbetering, de plannen daar toe op het juiste ogenblik voorhanden zijn? De protestants-christelijke fractie zal het, in afwachting van de nota van burgemeester en wethouders over de bestemmingsplannen, op prijs stellen van haar inzichten blijk te mogen geven als het erom gaat wie een bepaald plan moet uitvoeren. Het is heel moeilijk om dit netjes te zeg gen, maar hij hoppt dat hij thans voldoende duidelijk is geweest, zonder op al te veel tenen te zijn gaan staan. Vastgesteld kan worden dat de gemeenschappelijke regeling voor het muziekonderwijs aan de Amersfoortse Muziekschool een doodgeboren kind is. De vraag rijst of het niet nuttig is dat Soest thans met constructieve initiatieven komt. Spreker meent dat de wethouder ook in deze richting denkt Uit het betoog van de wethouder viel op te maken dat deze niet ongelukkig was met de sanering aan de Amersfoortse Muziekschoolvooraleer een ontwerp regeling werd overgelegd. Gezien zijn ervaringen vraagt spreker zich echter af of deze sanering wel zo nuttig is. Soest zal erop moeten letten dat het muziekonderwijs kwalitatief goed is. Alleen wanneer dit onderwijs kwalita tief goed is, heeft het zin er geld voor uit te geven, want alleen dan zal het muziekonderwijs effect hebben. Op dit punt zal het wellicht nuttig zijn dat burgemeester en wethouders een nader onderzoek instellen. Spreker wacht geduldig de mening van burgemeester en wethouders omtrent de instelling van een commissie voor de gezondheidszorg af. Het is bekend dat wethouder de Haan een taak heeft, die hem langzamerhand misschien zelfs boven het hoofd dreigt te groeien. In Soest is een schoolartsendienstWanneer het inderdaad juist is dat de prestaties van de leerlingen door het gebruik van schoolmelk met 10% stijgen - spreker lijkt dit percentage eerlijk gezegd nogal aan de hoge kant -, dan is het typisch een zaak voor de schoolartsendienst om bij het onderwijzend personeel reklame te maken voor het gebruik van schoolmelk. Misschien zou het, in verband met het opvoeren van de prestaties, zelfs nut tig kunnen zijn dat de raadsleden in het vervolg melk in plaats van koffie krijgen. - 329 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1967 | | pagina 330