12 december 1967. De VOORZITTER heropent, te 19.45 uur de vergadering. Aan de orde is: Soester natuurbad. Bij dit hoofdstuk stelt de voorzitter aan de orde: 284 Voorstel tot goedkeuring van de door het stichtingsbestuur vastgestelde hogere tarieven. De heer VAN DEN BERG zegt dat in Antwoord 63 wordt verwezen naar de vergadering van de commissie voor sociale zaken op 8 november j .1 Het is hoogst merkwaardig dat er een verslag wordt geciteerd, dat nog niet door de desbetreffende commissie is vastgesteld. Dat op deze verslagen nog wel eens aanmerkingen zijn te maken moge blijken uit het feit, dat de commissie voor sociale zaken de begroting voor het Soester natuurbad reeds behandelde in haar vergadering van 29 september j.1. In het verslag van deze vergadering werd vermeld, dat de commissie akkoord ging met deze begroting. Uit het feit dat deze begroting op 8 november wederom ter spra ke is gebracht mag worden afgeleid, dat ten aanzien van de verslagen nog wel eens omissies zijn te constateren. Deze omissies worden dan ook over het algemeen in de volgende vergadering van de betrokken commissie hersteld. Volgens Antwoord 66 is de staat van afschrijvingen bij de begro ting 1968 wel in overeenstemming met de voorgaande staat van afschrijvin gen (1967). Spreker meent dat het zin heeft om de staat van afschrijvingen nog eens te bekijken, omdat de indruk bestaat, dat in het ene geval een ander afschrijvingspercentage wordt gehanteerd dan in het andere geval. De begroting voor het Soester natuurbad is ook uitvoerig bespro ken in de tweede afdeling, waarbij zelfs suggesties zijn gedaan met betrek king tot de tarieven. Ten aanzien van de hoogte van de begroting zouden deze wijzigingen geen enkele consequentie inhouden. Er zou alleen sprake zijn van een verschuiling van de bedragen als zodanig, waarbij het totaal aan inkomsten gelijk zou zijn aan het totaal van de uitgaven. Alleen zou er een ander tarief voor de kinderabonnementen kunnen worden gecreëerd. Het is bijzonder spijtig dat het college geen aanleiding heeft kunnen vinden om de suggestie van de tweede afdeling over te nemen, die o.m. in hield, dat de prijs van de kinderabonnementen slechts tot 8,50 behoefde te worden verhoogd. Een groot aantal inwoners van Soest is immers voor de recreatie van hun kinderen in feite aangewezen op het natuurbad. Het college heeft een vrij uitvoerig overzicht gegeven van de toegangsprijzen der zwembaden in de omgeving. Niettegenstaande de op dit overzicht vermelde tarieven wil spreker toch pleiten voor een prijs van 8,50 voor de kinderabonnementen. De heer 0LDENB00M schijnt zijn vragen in de afdeling moeilijk te hebben gesteld, want er is er weer een tussen de wal en het schip geval len. In de eerste afdeling heeft hLj over een overdekt zwembad gesproken. Er is naar aanleiding van deze suggestie opgemerkt, dat men niet te hard van stapel moest lopen. In Baarn loop t men met plannen rond om tot de stichting van een overdekt zwembad (dat is iets anders dan een instructie- bad te komen)In Soest wil men als tussenstap komen tot de bouw van een instructiebadIeder weet echter dat zo'n instructiebad slechts een min of meer noodzakelijke noodoplossing is. Op het ogenblik meent men dat een gemeente zeker een inwonertal van 50.000 (dit cijfer is ook rekbaar) moet hebben om een overdekt zwembad te kunnen exploiteren. Soest en Baarn hebben te zamen dit inwonertal. Aangezien Baarn reeds met plannen voor de bouw van een overdekt zwembad rondloopt, heeft spreker in de eerste afdeling de suggestie gedaan om contact op te nemen met Baarn. Ook andere samenwer kingsvormen met Baarn functioneren immers bijzonder goed. Wellicht dat ook op het terrein van het stichten van een overdekt zwembad samenwerking tot de mogelijkheden behoort. Het is wel spijtig dat deze suggestie tussen de wal en het schip is gevallen. Daarom stelt hij alsnog de vraag: Is er reeds - 366 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1967 | | pagina 367