12 december 1967. doet, dan moet men ervan op aan kunnen dat de agent er altijd is. De heer EBBERSIk heb de situatie in ogenschouw genomen en men houdt zijn hart vast als men ziet hoe de kinderen moeten oversteken.' De VOORZITTER: Dat begrijp ik, maar ik begrijp niet dat de vlak bij wonende ouders niet eventjes behulpzaam zijn bij het afhalen van de kinderen. Deze ouders weten immers hoe laat die kinderen thuiskomen. Er wo nen een heleboel ouders bij elkaar en men kan ze dus zelfs om de beurt de kinderen gaan halen. De heer EBBERS zegt dat er 's morgens om negen uur in Soesterberg een agent staat die helpt oversteken. Bovendien zijn er nog stoplichten. Dat moet dan toch ook om vier uur bij de Meijerij mogelijk zijn? De VOORZITTER antwoordt dat men er in Soesterberg ook niet op mag rekenen dat er altijd een agent aanwezig is. De Meijerij is een geheel ander punt. Er zijn daar geen stoplichten en er komtderhalve niet zo ge makkelijk een pauze in de verkeersstroom, 's Morgens staat er in Soesterberg een agent bij de Postweg. Zo nu en dan is er een pauze in de verkeersstroom, omdat de stoplichten bij de Kampweg werken. Dan helpt de agent even bij het oversteken van de kinderen. De pauzes zijn veel minder merkbaar bij de Meijerij. Dit betekent dat de kinderen en de ouders moeten opletten. Wanneer er door de ouders op wordt gerekend dat er een agent is, terwijl deze agent er niet is, dan is de kans op ongelukken groot. De politie kan onmogelijk met de huidige bezetting garanderen dat er altijd iemand is. De politie kan worden verzocht om de situatie ter plaatse in de gaten te houden Men dient er rekening mee te houden, dat de politie rondrijdt en de agenten zouden dus al moeten beginnen met te zorgen dat zij precies om vier uur bij de Meijerij zijn. De heer EBBERS: Het is altijd dezelfde tijd, dus zij kunnen het ongeveer uitkienen.' De VOORZITTER Izegt dat dit zou betekenen dat degenen die de betrok ken route rijden altijd om ongeveer vier uur bij de Meijerij zouden moeten zijn. Wanneer de betrokken agenten een telefoontje ontvangen dat er elders een ongeluk is gebeurd, dan zullen zij niet om vier uur bij de Meijerij aanwezig kunnen zijn. De ouders wonen tegenover de Meijerij. Wanneer de situatie inder daad zo gevaarlijk is, dan verdient het aanbeveling de beheerder van de Meije rij op deze toestand te wijzen. Deze beheerder heeft een heel goed contact met de ouders. In het kamp zal men dan wellicht iets kunnen organiseren, zodat de ouders voor het oversteken gaan zorgen. Het is onbegrijpelijk dat het thans niet gebeurt. De heer EBBERS: Ik heb de situatie ter plaatse gezien en ik houd mijn hart vast.' De VOORZITTER bevestigt dat de situatie levensgevaarlijk is; er wordt hard gereden (70 km) en de automobilisten hebben de overstekende kleine kinderen niet zo gauw in de gaten. Mevrouw POLET-Musler vraagt of er eigenlijk niet een te zware druk wordt gelegd op de betrokken ouders in verband met de noodzaak van aanpas sing aan het Nederlandse verkeer. Men kan deze zaak niet vergelijken met het verzoek van de bewoners van de Vredehofstraat om een beveiligde oversteek plaats. In het geval van de Vredehofstraat gaat het om allemaal mensen die reeds als kind zijn meegegroeid met het Nederlandse verkeer. Van hen mag men eisen dat zij het verkeer zelf aankunnen, dat zij zelf het gevaar van de situatie inzien en dat zij ook zelf maatregelen nemen. Spreekster geloo ft niet dat men van de mensen die in het kamp bij de Meijerij zitten een derge lijke aanpassing mag verwachten en eisen. Zij kan het standpunt van de voorzitter billijken, dat het niet mogelijk is te garanderen dat er altijd een agent aanwezig is. Maar zij vindt dat de voorzitter niet mag zeggen, dat de houding - 377 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1967 | | pagina 378