19 april 1967.
aan
van
bedoeld te zeggen dat de leeszaal in Soesterberg een dependance wordt van
de Stichting Openbare Leeszaal en Bibliotheek,
De heer EBBERS zegt dat zijn naam in de notulen van 21 december
1966 (pag. 306, 10e regel van onder) is verwisseld voor die van de heer
Elbertse, Niet de heer Elbertse heeft op dat moment het woord gevoerd, maar
spreker
De heer WESTRA zegt dat in de notulen van 21 december 1966
(pag. 298, 19e regel e.v.) staat: "Iedere oprit naar de spoorbaan belemmert
de doorstroming van het slootwater langs de spoorbaan, tenzii de sloot is
voorzien van een duikertje of een pomp". Deze zin behoort te luiden: Iedere
oprit naar de spoorbaan belemmert de doorstroming van het water in de
sloot langs de spoorbaan, tenzij de oprit is voorzien van een duikertje
of een pomp.
De notulen worden, met inachtneming van de voorgestelde wijzigin
gen, zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd,
75(2) Ingekomen stukken.
a. schrijven d.d. 13 maart 1967 van de minister van cultuur, recreatie en
maatschappelijk werk, waarin wordt medegedeeld dat de panden Eemstraat
4, 6 en 8 alhier op de vastgestelde lijst van beschermde monumenten zijn
geplaatst
Dit schrijven wordt voor kennisgeving aangenomen.
b. Koninklijk Besluit van 6 maart 1967, nr. 9 waarbij het door de raad in
gestelde beroep tegen het besluit van gedeputeerde staten van Utrecht
d.d, 28 februari 1966 waarbij met vernietiging van het raadsbesluit van
18 september 1963 is bepaald dat de raad alsnog is gehouden de door de
vereniging 'De School met den Bijbel en het R.K. schoolbestuur te Soest
gevraagde medewerking voor het aanschaffen van een wasmachine en een cen
trifuge t.b.v. respectievelijk de Christelijke school voor v.g.l.o. aan
de Ir. Menkolaan en de R.K. meisjesschool voor v.g.l.o. aan de Steen-
hoffstraat te verlenen, ongegrond is verklaard.
Dit Koninklijk Besluit wordt voor kennisgeving aangenomen.
c. controle rapporten van het Centraal Bureau voor Verificatie en Financiële
Adviezen der Vereniging van Nederlandse Gemeenten, met voorstel deze
voor kennisgeving aan te nemen.
De wethouder VAN DEN AREND zegt dat tijdens de laatste vergadering
van de financiële commissie enkele leden van deze commissie hun veront
rusting hebben uitgesproken over de grote achterstand die is ontstaan in
de betalingen door de debiteuren van de gemeente over de jaren 1965 en 1966.
Op 21 februari 1967 zou deze achterstand 294.676,79 bedragen. Vandaag is
de totale achterstand over de jaren 1965 en 1966 3.690,05; het is zeker
dat van dit bedrag op 22 april nog zal worden ontvangen 2.500,waar
door over beide jaren nog slechts een achterstand zal zijn van 1.200,
Een der leden van de financiële commissie heeft tijdens de verga
dering van deze commissie tevens opgemerütdat de girorekening van het gas
bedrijf een groot saldo vertoonde en dit lid meende dat grote bedragen
onmiddellijk aan de ontvanger dienen te worden overgemaakt. Er was echter
sprake van een momentopname, het gasbedrijf neeft haast nooit geld op de
girorekening staan. Op het moment dat het lid van de financiële commissie
constateerde dat er een groot bedrag 24.000,--) op de girorekening van
het gasbedrijf stond, was dat een gevolg van binnengekomen automatische
giro-overschrijvingen die een groot bedrag vertegenwoordigden. Van de ont
vangsten wordt afgeschreven wat door het gasbedrijf moet worden betaald en
het restant gaat onverwijld naar de ontvanger. Op de girorekening blijven
derhalve geen bedragen staan.
De stukken worden voor kennisgeving aangenomen.
d. mededeling van burgemeester en wethouders d.d. 12 april 1967 inzake pre
sentiegeld ambtenaren,
Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.
85