19 april 1967.
rattenplaag ontstond. Wanneer de overheid zelf de vervuiling in de hand
werkt kan de overheid geen op- en aanmerkingen maken op de burgerij die he
laas ook in ergerlijke mate de vervuiling bevordert.
Spreker beschikt ter staving van zijn beweringen over enige foto's
die een gedeelte van de Prof. Lorentzlaan tonen. Uit deze foto's blijkt op
welke wijze de bewoners de wijk vervuilen. Hij zal deze foto's aan het col
lege ter hand stellen. Op welke wijze de overheid in feite meewerkt aan de
vervuiling en de vernieling zal blijken uit een aantal foto's die de heer
Ebbers zal overhandigen.
Vervolgens overhandigen de heren Pieren en Ebbers het college een
aantal foto's.
De heer PIEREN zegt dat er op Goede Vrijdag geen vuilnis wordt
opgehaald wat tot gevolg heeft dat de mensen volle vuilnisbakken hebben en
een groot aantal inwoners van Soesterberg loopt met de vuilnisbakken naar
de zandafgravingenwaar ook de overheid gebruik van maakt. Is het niet
mogelijk dat de vuilnisophaaldienst voor feestdagen (Goede Vrijdag, Pasen,
Pinksteren, Kerstmis) een keer extra vuil ophaalt, zodat de bewoners niet
met volle vuilnisbakken blijven zitten? Daardoor zal worden voorkomen dat
verschillende inwoners de inhoud van hun vuilnisbakken bij andere mensen
in de tuinen deponeren. Spreker dringt er met klem op aan dat de dienst ge
meentewerken haar medewerking in dezen zal verlenen.
Op alle mogelijke manieren, eventueel door het schrijven van een
brief aan gedeputeerde staten, zal de raad van Soest uiting moeten geven
aan de ernstige bezwaren die bestaan tegen de zandafgravingen in Soesterberg.
De heer EBBERS zegt dat hij de zaterdag na de Goede Vrijdag een
klein beetje voor politieagent heeft gespeeld, hij heeft de mensen die
hun vuilnisbakken bij de zandafgravingen probeerden te legen teruggestuurd.
Maar het gevolg was dat de mensen omreden en hun vuilnisbakken tegenover
de Buys Ballotlaan leeg maakten, hetgeen op een van de zojuist overhandigde
foto's is te zien.
Spreker sluit zich aan bij hetgeen de heer Pieren heeft gezegd
over het ophalen van huisvuil voor feestdagen; door het niet ophalen van
vuil voor feestdagen wordt de vervuiling in de hand gewerkt.
De heer VERHEUS zegt dat op een der laatste vergaderingen van
1966 reeds is gesproken over het exploiteren van een nieuwe zandafgraving
Hij meent dat toen tevens is gezegd dat het storten van grof vuil toelaat
baar zou zijn en hieruit zou men in zijn argeloosheid de conclusie kunnen
trekken dat grof vuil niet zoveel overlast geeft. Kortgeleden stortten een
paar vrachtauto's, grof vuil dat bestond uit balen door een machine tot
snippers verwerkt papier; beter voer voor ratten bestaat er niet.' Door
een dergelijke gang van zaken ontstaat een vreselijke situatie.
De politie zal er iets aan kunnen doen dat de zandauto's de plant
soenen vernielen. Wanneer een chauffeur b.v. voor het rijden door een plant
soen een goede bekeuring krijgt, zal deze niet meer voor een tweede maal
door een plantsoen rijden. Een zandauto vervoert waarschijnlijk ongeveer
zes ton zand, wanneer een dergelijke auto met een snelheid van ruim 50 km
een bocht omgaat, gaat hij half over het trottoir en er ontstaat, vooral
voor kinderen, een levensgevaarlijke situatie. De politie ziet er b.v. te
recht op toe dat de burgers niet over de trottoirs fietsen, maar tegen de
manipulaties van de zandauto- chauffeurs wordt vrijwel niet opgetreden.
Door deze zandauto's is een levensgevaarlijke situatie ontstaan.
De heer ELBERTSE vraagt of het mogelijk is beroep aan te tekenen
tegen een besluit van gedeputeerde staten vergunning te verlenen voor het
ontgronden. Hij is niet bekend met de te volgen procedure; aan de gemeente
besturen en anderen wordt gevraagd hoe men over het ontgronden denkt. Wan
neer het college van gedeputeerde staten de eventueel ingebrachte bezwaren
naast zich neerlegt zal er toch wel een beroepsmogelijkheid zijn?
De heer DIJKSTRA zegt dat hetgeen de heren Pieren en Ebbers
- 88 -