18 september 1968. prijs wordt bereikt. Een zo laag mogelijke bouwprijs betekent immers een zo laag mogelijke huur. De heer DIJKSTRA merkt op dat de heren Verheus en Elbertse de es sentie van de in de financiële commissie geuite bezwaren naar voren hebben gebracht. Uit het betoog van de heer Berkelbach van der Sprenkel zal het burgemeester en wethouders reeds duidelijk zijn geworden, dat de protestants- christelijke fractie de plaats van het flatgebouw bijzonder ongelukkig acht. De flat komt immers vlak op Molenschot te staan. Ernstige bezwaren heeft voorgenoemde fractie tegen de prijs die moet worden opgebracht. Waar blijft het effect van de systeembouw? De prijs van het onderhavige project is veel meer dan een ton hoger dan de prijs van de voorgaande soort-gelijke projecten. Toegegeven zij dat de lonen het laatste jaar zijn gestegen, maar men kan een groot vraagteken zetten achter de prijsstijging van materialen. Spreker gelooft niet dat de prijs veel hoger kan zijn geworden door het stijgen van de prijzen der materialen. Er moet z.i. bij het zetten van een tweede en een derde (en straks misschien een vierde) identiek gebouw een aanzienlijke bezuiniging op onder andere tekenkosten, adviseurskosten en toezichtkosten zijn. Waar blijft het effect van de systeembouw, waarover in alle toonaarden zo hoog is opgegeven? Dit effect wordt blijkbaar op volkomen mysterieuze wijze weggecompenseerd. De heer GRIFT constateert dat de aanneemsom van het onderhavige project in vergelijking tot het vorige project 300.000,hoger is. Hij meende dat de repetitiebouw een veel lagere aanneemsom tot gevolg zou hebben. Het architectenhonorarium is b.v, niet veel lager dan bij het voorgaande project De kale maandhuur zal 162,60 per woning bedragen. De vraag rijst of de gemeente deze woningen wel bewoond zal krijgen. De situering van het nieuwe flatgebouw is niet zo gelukkig geko zen, omdat het vlak op Molenschot zal komen te staan. Spreker is het geheel eens met hetgeen de heer Berkelbach van der Sprenkel over de situering van het gebouw heeft gezegd. Spreker meent dat burgemeester en wethouders zullen moeten over gaan +ot openbare aanbesteding. Thans wordt voorgesteld de bouw maar onder hands weg te geven. De aanneemsom is 300.000,-- hoger. Dat is erg veel. De lonen zijn wel wat gestegen, maar daarmede is de meerprijs van 300.000,-- niet verklaard. Te vrezen valt dat de woningen moeilijk te verhuren zullen zijn. Mevrouw POLET-Musier zegt dat het niet haar gewoonte is om terug te komen op een eens ingenomen standpunt. In het onderhavige geval komt zij echter wel op haar eerder ingenomen standpunt terug. Tijdens de commissievergadering zijn de tekeningen getoond. Hoe wel de tekeningen erg duidelijk waren, mist men de hoogte. Toen zij vanmor gen over de Molenstraat reed, heeft zij gezien hoe dicht het onderhavige project op Molenschot komt te staan. Ineens dacht zij er aan, dat men van Eng II iets wil maken, dat zeer doorzichtig wordt. De uitzichten zullen zo ruim mogelijk dienen te blijven. De vraag rijst of men wel tot de thans voorgestelde bouw moet over gaan, nu de bouwstroom in het Soesterveen aardig loopt en de kop van de wo ningnood af is. Er kleven immers aan het onderhavige project verschillende bezwaren, waaronder een hoge huur en de plaats vlak op Molenschot. Nu kan men stellen dat de hoek bij de doodlopende Molenstraat behoort tot Eng I. Met hetzelfde gemak kan men echter beweren dat deze hoek de uitloper is van Eng II. Het is maar net welke argumenten men wil gebruiken. De huren in het Soesterveen leveren de gemeente op dit moment reeds zorgen genoeg op. Wellicht is het daarom beter maar niet over te gaan tot de bouw van hetgeen thans wordt voorgesteld. - 179 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1968 | | pagina 180