18 september 1968. stel is een lange weg. Men zou zelfs kunnen spreken van een lijdensweg. De raad moet beseffen dat de gemeente op het ogenblik door hetgeen wordt voor gesteld een contingent woningwetwoningen heeft toegewezen gekregen. Het zou te betreuren zijn, wanneer deze bouw geen doorgang kan vinden. Naar spreeksters wijze van zien is de situering stedebouwkundig gezien niet slecht. Men is altijd geneigd om de Molenstraat als de grens van het plan te zien. Met Molenschot is er echter reeds op Eng II gebouwd. Men mag niet vergeten dat Molenschot in de woningwet-sector is gerealiseerd. Men mag Molenschot wel een riante plaats toedenken, maar het blijft woning wet. Een afstand van ruim 80 meter lijkt haar niet tp'gering tussen twee bouwblokken. Bij Engendaal zal de afstand niet veel verschillen. Wanneer er wordt gebouwd ingevolge artikel 20 van de Wederopbouw- wetdan is het gebruikelijk dat alleen de belendende percelen worden aan geschreven. Molenschot is niet aangeschreven, omdat dit geen belendend per ceel is. De prijzen die in beide voorstellen worden genoemd zijn niet de werkelijke prijzen. Aangenomen mag worden dat de gehele raad van dit feit op de hoogte is. Ieder kent het proces van het uitkleden van een plan en het naderhand weer aankleden van dat plan. Bij de eerste flats moesten al lerlei aardige voorzieningen vervallen om aan de prijs te kunnen komen die moest worden gehaald. Al bouwende komen er dan toch weer dingen naar voren, waarvan men het zonde vindt om ze uit te voeren op de voorgeschreven wijze. Het was b.v. beter om ijzeren afvoerpijpen aan te brengen dan plastic af voerpijpen. IJzeren afvoerpijpen zijn echter duurder. De beglazing is duur der geworden. Het aanbrengen van een bepaalde soort van mengkranen bleek wenselijk. Op voorstel van het waterleidingbedrijf moest een hydrofoorinstal- latie worden aangebracht. Deze voorzieningen, aangebracht in overleg met de provinciale directie van het ministerie, hebben een verhoging van de bouwprijs tot gevolg gehad. De prijs die in het vorige voorstel staat, is dan ook niet de werkelijke bouwprijs van de flats. Ongetwijfeld zal ook het onderhavige plan worden uitgekleed. Het voor de grondkosten vermelde be drag zal b.v. door de gemeente moeten worden opgebracht, maar het zal niet het bedrag zijn dat de gemeente krijgt. Het ontstane huurverschil zal wellicht iets kunnen worden ver laagd. Aan de andere kant is het niet onmogelijk, dat de huren van de voor gaande flats zullen worden verhoogd door de meerkosten. Te hopen zij dat een dergelijke verhoging niet nodig is. Bovendien gaan de jaarlijkse huur verhogingen een rol spelen. Deze huurverhogingen nivelleren het prijsver schil. Men dient niet te vergeten dat in het onderhavige voorstel een to taal ander subsidiebeleid verwerkt zit en er een totaal andere rentebereke ning van de rijksvoorschotten plaatsvindt. Sommige sprekers hebben naar aanleiding van de aanneemsom gepleit voor een openbare aanbesteding omdat het serie-effect onvoldoende zou door werken. Een serie-effect treedt eigenlijk pas op bij de bouw van een groot aantal flats. Hetgeen in Soest gebeurt is eigenlijk nauwelijks als seriebouw aan te merken, ook al omdat de blokken vrij ver van elkaar staan. Het is niet zo dat de prijs lager wordt, maar hij is ook niet noemenswaard gestegen. Spreekster meent dat dit een voordeel is. De heer Dijkstra zij er op gewezen dat er geen sprake is van systeembouw. Het gaat in het onderhavige geval om traditionele bouw. Men kan zich afvragen of het nodig is de voorgestelde flat te bouwen. Burgemeester en wethouders menen dat de bouw wenselijk is. Boven dien wordt een beter stedebouwkundig effect bereikt, wanneer er drie flats achter elkaar liggen. Mevrouw POLET-Musier merkt op dat men natuurlijk kan gaan twisten over de vraag hoe het zicht zal zijn vanuit het stadspark. Mevrouw Walter heeft gezegd dat hetgeen voorligt een onderdeel is geweest van Eng II. - 181 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1968 | | pagina 182