18 september 1968.
Eng II is ingetrokken. Men dient zich derhalve opnieuw te bezinnen over
Eng II. Het is daarom logisch dat men zich ook gaat bezinnen over de vraag
of het wenselijk is de betrokken hoek bij de Molenstraat thans reeds vol te
bouwen en daarmede de uitloop van Eng II naar het stadspark en Eng I een eind
terug te duwen. Het uitzicht vanuit het stadspark is natuurlijk belangrijk,
maar het uitzicht vanuit Molenschot is ook belangrijk. Er is een vergelij
king gemaakt met Engendaal. Men moet niet vergeten dat Engendaal veel meer
naar de rand van het stadspark ligt. Vanuit Engendaal zal een veel beter
uitzicht blijven bestaan. Bij Engendaal zijn alleen nog maar twee lage
flats, te bouwen in de vrije sector, gepland.
Mevrouw Walter voert ook als argument voor het onderhavige voor
stel aan, dat in de Troonrede wordt gezegd, dat er minder woningwetwoningen
zullen worden gebouwd. Het bouwen van minder woningwetwoningen wordt niet
door spreekster toegejuicht, maar de wethouder had wel in een adem moeten
vermelden, dat de minister dit doet, omdat deze denkt dat op hetzelfde niveau
als de woningwet kan worden gebouwd door particulieren. De minister wil de
woningbouwcorporaties op deze wijze een grotere taak geven. De gemeente
heeft veel gebouwd, omdat zowel de particuliere organen als de woningbouw
corporaties tot nog toe in gebreke zijn gebleven. Uiteindelijk gaat het er
om, dat er een huur komt die te betalen is voor de gemiddelde arbeider. Wie
deze woningen bouwt is een tweede. Spreekster wil niet beweren dat zij gelooft
dat de particulieren staan te dringen, maar het vorenstaande dient in ogen
schouw te worden genomen bij hetgeen de wethouder heeft gezegd.
Alvorens haar stem uit te brengen zou spreekster graag iets meer
willen weten over de toekomstige bebouwing van Eng II, zodat zij zelf kan
zien of hetgeen wordt voorgesteld past in de omgeving.
Het is natuurlijk prettig als er vreselijk vlug wordt gebouwd.
Nadat er aanvankelijk wat vertraging was opgetreden, wordt er thans heel
behoorlijk gebouwd in het Soesterveen. Daarom stelt zij evenals in eerste
instantie voor om het onderhavige voorstel terug te nemen en opnieuw te be-
ki jken.
De heer BERKELBACH VAN DER SPRENKEL zegt het voorstel van mevrouw
Polet te ondersteunen.
Hij is allerminst overtuigd door hetgeen mevrouw Walter heeft op
gemerkt. Hij is alleen gesterkt in zijn mening (langzamerhand begint deze
mening een overtuiging te worden)dat er in de commissie grondbedrijf en
uitbreidingsplan nooit een beslissing is genomen over de onderhavige kwestie.
Het is namelijk heel wat anders of de raadsleden worden verondersteld met
iets bekend te zijn of dat zij over een bepaald object hebben kunnen spreken
en een besluit hebben kunnen nemen.
Spreker gelooft niet dat het stedebouwkundig verantwoord is om naast
Molenschot enige flats van een gans andere architectuur te zetten.
Als bestuurslid van Molenschot moet het hem van het hart, dat hij
de bejaarden, al zitten zij dan ook maar in een woningwet-bejaardencentrum
- zo heeft de wethouder het gesteld -, aan het einde van hun leven een uit
zicht gunt dat dan meer misschien voor premiebouw of vrije-sectorbouw ge
schikt is. De opmerking van de wethouder was niet erg gelukkig gekozen.
Het zal door spreker bijzonder op prijs worden gesteld, wanneer
burgemeester en wethouders hun voorstel intrekken en de gehele zaak rustig
kan worden besproken, mede in het licht van de stedebouwkundige opbouw van
Eng 11
De heer ELBERTSE meent dat er nog eens druk moet worden uitgeoefend
op de aannemer, wanneer wordt besloten over te gaan tot de realisering van
hetgeen burgemeester en wethouders voorstellen. De vorige 96 woningen zijn
gebouwd ingevolge een beschikking geldelijke steun van 1966; de thans voor
gestelde woningen zullen worden gebouwd ingevolge een zelfde beschikking,
- 182 -