16 oktober 1968.
24.000,te verlagen tot 20.000,
De heer WESTRA zegt dat het hem uit een interne informatie is
gebleken, dat het door de heer De Groot bedoelde bedrag van 4.000,
niet is opgenomen in het aanvankelijk verleende kredietOok in het be
stek staat niets over deze aangelegenheid. Voor de rijwielbergplaats
wordt dan ook niets extra's berekend.
De wethouder DE HAAN zegt dat er sprake is geweest van een
opgave van de aannemer. Deze opgave is niet recent. Burgemeester en wet
houders menen thans te kunnen volstaan met het aangevraagde bedrag. Men
behoeft niet bang te zijn dat burgemeester en wethouders het volledig
gevoteerde bedrag uitbetalen, wanneer blijkt dat de kosten lager zijn
dan het gevoteerde bedrag. De gang van zaken wordt altijd gecontroleerd
door gemeentewerken. Bovendien zal er heus nog wel eens een post voor
meer en minder werk komen. Dan blijkt vanzelf hoe de stand van zaken is.
De heer DE BRUIN vraagt of in een betrekkelijk korte tijd de
omstandigheden dusdanig zijn gewijzigd, dat in die zelfde korte tijd
een vierklassige school een zesklassige school moest worden. Of is er
sprake van een gebrek aan visie? Thans zullen er twee klassen worden ge
bouwd die bijna een ton per stuk gaan kosten.
De wethouder DE HAAN zegt dat -het gebeurde een gevolg is van
een beslissing van Den Haag. Het bestuur van de vereniging "De School
met den Bijbel" was zeer vooruitziend en vroeg reeds in de vijftiger
jaren om een urgentieverklaring ten behoeve van de bouw van een vier
klassige school ergens in Soest. Deze urgentieverklaring, die o.a. met
het oog op de bouw in de omgeving van de Eng werd aangevraagd, is mede
op advies van burgemeester en wethouders verstrektOp dat moment stond
nog niet vast wanneer en waar een school zou moeten worden gebouwd.
Soest-zuid begon geleidelijk te groeien. Op grond van de ur
gentieverklaring werd verzocht om toestemming tot de bouw te verlenen.
Tijdens de ontwikkeling van de plannen bleek alras dat zes klassen no
dig zouden zijn. Het schoolbestuur diende eerst in het bezit te komen
van een urgentieverklaring voor nog twee klassen. Deze verklaring werd
vrij spoedig verkregen, daar men aan de hand van cijfers de noodzake
lijkheid van de twee extra lokalen kon aantonen. Bovendien werden bur
gemeester en wethouders gesteund door het provinciaal bestuur.
Inmiddels was de bouw begonnen. Er moesten ten behoeve van de
twee extra lokalen nog wat formaliteiten (o.a. met betrekking tot de
financiën) worden vervuld. Ook deze formaliteiten hebben weer wat tijd
gekost. Daardoor is er thans sprake van een school in twee delen. De
school is als een zesklassige school opgezet, maar door het ontbreken
van de benodigde urgentieverklaring moesten eerst vier klassen worden
gebouwd en daarna nog eens twee klassen. Daardoor is de bouw onnodig
duur geworden. Deze merkwaardigheden komen wel meer voor als gevolg van
het centralisme vanuit Den Haag. Men houdt in Den Haag vaak vast aan
een eenmaal verleend papiertje.
Misschien is de handelwijze van Den Haag wel terecht, omdat
een soepel optreden wel eens tot gevolg zou kunnen hebben, dat er ruim
te overblijft, die persé de eerste jaren niet nodig is. In het onder
havige geval was op het moment van de bouw echter reeds aantoonbaar,
dat er zes lokalen nodig waren. Het zou daarom prettiger zijn geweest,
wanneer Den Haag de aanvullende urgentieverklaring vlotter had verleend.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
247(9) Voorstel tot het verlenen van medewerking als bedoeld in artikel 72 der
Lager-onderwijswet 1920 aan:
a. het bestuur van de vereniging "De School met den Bijbel" te Soest
inzake de aanschaffing van 20 sets t.b.v. de Da Costaschool voor
g.l.o. aan de Prins Bernhardlaan;
- 215
de
i an