20 november 1968
Men komt dan in totaal op een bedrag van anderhalve ton. En dat is toch
wel een bijzonder zware prijs.
De heer DE GROOT vraagt of de verkoper recht op schadevergoeding
kan laten gelden, indien hij na 1 januari 1972, maar vóór 1 januari 1978
het pand moet verlaten.
De heer DE BRUIN zegt dat het - gezien de discussie over het
onder punt 19a van de agenda vermelde voorstel - duidelijk zal zijn, dat
hij ook aan dit voorstel zijn stem niet kan geven. Bovendien vormt het
ook voor hem een groot vraagteken, waarom deze N.V. dit pand voor tien
jaar voor niets mag gebruiken. Men kan welhaast met zekerheid zeggen, dat
het Engtracé dan nog niet tot stand is gekomen. De verkoper zit dan al die
jaren voor niets op een prima stand.
Een andere reden waarom dit voorstel spreker in het geheel niet
ligt, betreft het volgende. Sinds enige tijd is er een mijnheer in Soest,
die hier en daar een pand aankoopt, het dan opknapt om het vervolgens te
koop aan te bieden. Ook het onderhavige pand is in handen van deze mijn
heer geweest. De prijs die thans moet worden betaald, is de prijs na het
opknappen. Deze mijnheer heeft natuurlijk de lucht gekregen van het Eng
tracé. Wanneer deze man nog meer panden aankoopt en opknapt, kan de ge
meente die tegen een zeer hoge prijs gaan kopen. Daar heeft spreker toch
wel ernstig bezwaar tegen.
Daarom wil hij nogmaals zeggen: of men nu persoonlijk voor of
tegen het Engtracé is, laat men daarover in elk geval een beslissing ne
men. Dan weet iedereen waaraan men toe is en kan de gemeente ook veel
gemakkelijker maatregelen nemen in plaats van langs een omweg veel te
veel te gaan betalen aan iemand die hierin speculeert.
Mevrouw POLET-MuslerIk heb nog nooit zo'n duidelijk betoog
gehoord, waardoor het college wordt gesteund in zijn beleid om ieder vrij
komend pand te kopen dat wij denken nodig te hebben.'
De heer DE BRUIN: Als er een beslissing is genomen ten aanzien
van het Engtracé. Dat zeg ik erbij.'
De wethouder mevrouw WALTER-van der Togt merkt op dat het ge
meentebestuur helaas niet wist dat dit huis indertijd al te koop was. Men
kan moeilijk voorkomen dat iemand een huis gaat opknappen. Spreekster ge
looft ook niet dat de betrokkene het huis heeft opgeknapt met het oog op
de weg over de Eng. Misschien is hij wel lid van de V.V.D..'
De heer DE BRUIN: Dan kent u hem wel heel slecht. Overigens:
hij is geen lid van de V.V.D., zoals u suggereert.
De wethouder mevrouw WALTER-van der Togt: Maar dat zou mogelijk
zijn.
De heer DE BRUIN: Dat zou mogelijk zijn. Hij zou ook lid van de
K.V.P. kunnen zijn.
De wethouder mevrouw WALTER-van der Togt merkt op dat de heer
Dijkstra heeft gezegd, dat dit pand uitmondt op de rijksweg. Dat is ech
ter niet het geval. Het pand zal ook nooit op de rijksweg uitmonden. Als
de rijksweg daar komt, is het pand er verdwenen.
Spreekster gelooft ook niet dat het pand tien jaar zal blijven
staan. Deze termijn is voor de zekerheid opgenomen. De termijn van drie
jaar is echter de termijn waarvan is uitgegaan.
De heer DIJKSTRA: Ik vind dat bijkomend voordeel overdreven
royaal
De wethouder mevrouw WALTER-van der TogtWanneer wij het pand
later zouden moeten kopen, bestaat de kans dat wij aanzienlijk duurder
uit zijn. Ik geloof dat dit echt wel een prettige transactie is.
De heer DE GROOT zegt geen antwoord te hebben ontvangen op zijn
vraag inzake recht op schadevergoeding.
De wethouder mevrouw WALTER-van der Togt: Dat is geregeld.