20 november 1968
"Enkele leden onthouden zich van stemming over dit voorstel.
Zij voelen meer voor een "algemene" stichting jeugdzorg."
Mevrouw POLET-Musier zegt dat dit voorstel eigenlijk niet is
los te koppelen van het onder agendapunt 40 vermelde voorstel. Hetgeen
zij wil zeggen, slaat op voorstel 40, maar behoort bij het thans aan de
orde zijnde voorstel.
De VOORZITTER: Ik zal onmiddelijk hierna voorstel 40 aan de
orde stellen.
Mevrouw POLET-MusIer merkt op dat verleden jaar de raad het
voorstel inzake de Stichting Jeugdzorg in een iets gewijzigde vorm
heeft gekregen. Toen is daarover nogal lang gepraat. Het voorstel is iets
verbeterd, al was het alleen maar, omdat deze stichting zich thans heeft
onthouden van publikaties in de pers, waarin steeds wordt gesproken over
de buitenkerkelijke jeugd. Dat was vrij grievend, omdat een en ander
steeds werd gekoppeld aan de doelstelling van de stichting: evangelische
en pedagogische begeleiding van die jeugd die dit nodig heeft. Wanneer
er dan steeds alleen over de buitenkerkelijke jeugd wordt gesproken,
dan is dat grievend voor het buitenkerkelijk volksdeel.
Een bezwaar acht spreekster het, dat de subsidie wordt ge
vraagd voor evangelisch werk. H.i. is evangelisch werk een taak van de
kerken. Zij bevindt zich niet alleen op dit pad. Het is haar bekend dat
zelfs verschillende kerkgenootschappen voor de bouw van hun kerken geen
gebruik willen maken van de subsidieregeling kerkenbouw. Deze kerkge
nootschappen vinden nldat kerkelijk werk het werk is van de eigen
kerkelijke gemeente.
Toen dit punt indertijd aan de orde kwam, heeft het college
verschillende toezeggingen gedaan. In de eerste plaats zou bekeken wor
den, of er in de buurt waarvoor dit werk bestemd is, werkelijk zo'n be
hoefte bestaat aan bijzonder jeugdzorgwerkIn de tweede plaats zou er
een overzicht worden gegeven van de stand van het jeugdwerk in Soest
In de derde plaats zou men aan de hand van te verzamelen gegevens trach
ten te komen tot oprichting van een algemene stichting. In dit verband
wil spreekster uitdrukkelijk stellen "algemeen" niet te gebruiken in de
betekenis van: kleurloos of neutraal. "Algemeen" gebruikt zij in die
betekenis, dat alle geledingen van de bevolking naar eigen aard hun
eigen bijdrage leveren. Dus: .dat er positief wordt samengewerkt.
De heer 0LDENB00M gelooft dat het goed is erop te wijzen, dat
er verschil is tussen evangelisch en evangeliserend.
Het valt bijzonder toe te juichen, dat een groep particulieren
dit initiatief neemt. Laten wij vooral niet proberen - aldus spreker -
dat gezelschap te vergroten en in een bepaalde richting te dwingen. Deze
mensen zijn op een bepaalde wijze tot elkaar gekomen en willen een ini
tiatief ontwikkelen. Laat men dit alleen maar toejuichen.
De heer DIJKSTRA is bijzonder verheugd over dit voorstel. Van
nabij is hem bekend dat een tweetal kerkgenootschappen hier bijzonder
energiek en actief bezig is geweest voor een doel ten dienste van de ge
hele gemeenschap: het van de straat houden van zwervende kinderen met
provo- en andere neigingen. Daar gaat dit werk in feite tegen.
De gedachtengang van mevrouw Polet kan spreker zeer wel be
grijpen. Hij kan ook een heel eind met haar meegaan, maar niet tot het
einde. Inderdaad doet zich vandaag de dag het verschijnsel voor van het
gezamenlijk iets organiseren. Men denke aan de bejaardencentra, de
kruisverenigingen, de leeszalen. Bij al deze vormen van samenwerking
staat toch het Evangelie op de achtergrond. In het onderhavige geval
staat het wat meer op de voorgrond. Maar dat behoeft toch voor degenen
die buiten de kerken om zijn georganiseerd, geen bezwaar te zijn om
hieraan mee te doen. Spreker acht het volstrekt niet uitgesloten, dat
- 256 -