20 december 1968.
voor de Bartolottilaan
De heer WESTRA,: Zeer erkentelijk.'
De VOORZITTER merkt met betrekking tot de bouw van een nieuw
raadhuis op dat burgemeester en wethouders geen architect hebben geko
zen. Zij zijn tot de conclusie gekomen dat verbouw van het huidige raad
huis geen zin meer heeft. Een nieuw raadhuis dient naar de mening van
het college te worden gesitueerd in het plan Zuiderengh. Bij realisatie
van dit plan zal derhalve een plaats voor het nieuwe raadhuis moeten
worden gereserveerd. Het college heeft een heel summier programma van
eisen opgesteld. Thans zal men zich moeten beraden over de precieze
plaats van het raadhuis en de keuze van een architect. Wanneer het zover
is, komt het college bij de raad voor een krediet, want wanneer een ar
chitect aan het werk wordt gezet is ook een krediet nodig. Er zijn der
halve nog geen besluiten genomen.
In het kader van de sportaccommodatie in Soesterberg heeft
mevrouw Polet het uitbreidingsplan Oude Tempellaan ter sprake gebracht.
Dit uitbreidingsplan is eigenlijk maar in beperkte mate van belang voor
de sport. Het plan dient vooral om een einde te maken aan de woningnood
in Soesterberg. Zoals men weet is er de laatste jaren praktisch niet ge
bouwd in Soesterberg. De toestand ter plaatse wordt derhalve nijpend.
De uitvoering van het plan zit vast op de niet bereidheid van de eige
naar van de buitenplaats EgghermondeEen gedeelte van deze buiten
plaats is nodig voor de realisering van het uitbreidingsplan Oude Tem
pellaan. Burgemeester en wethouders bereiden thans een onteigenings
procedure voor. Wanneer niet op korte termijn tot overeenstemming wordt
gekomen, zal de raad worden voorgesteld om tot onteigening over te gaan.
Bij de besprekingen in de afdelingen is van verschillende zij
den geklaagd over de voorbereiding van de raadsvergaderingen. De opmer
kingen waren het college eigenlijk wel een beetje uit het hart gegrepen.
Burgemeester en wethouders hebben thans een nieuwe orde opgesteld; de
eerste resultaten daarvan hebben de raadsleden reeds in de vergadering
van eergisteren gemerkt. Alleen in uiterst noodzakelijke gevallen zal
het college met "ondergeschoven" stukken komen. Te hopen zij dat deze
wijze van werken de rust, zowel bij college als raad, ten goede komt.
Burgemeester en wethouders staan enigszins kritisch tegen
over de door mevrouw Polet bepleite Stichting gemeenschap Soest. De er
varing heeft geleerd dat wanneer het gemeentebestuur het initiatief
neemt, er in de toekomst sprake zal blijven van een gemeentelijke zaak.
Een dergelijke stichting zou tevens een vrij zware financiële belasting
betekenen
Op de huisvesting van de buitenlandse arbeiders hopen burge
meester en wethouders zo spoedig mogelijk in 1969 terug te komen. Te
recht heeft mevrouw Polet gesteld dat het college veel tijd nodig heeft
om de door haar fractie gestelde vragen te beantwoorden.
De heer De Bruin zij erop gewezen dat het college er niet voor
voelt om het vertrouwelijk gevoerde overleg met gedeputeerde staten open
baar te maken, omdat dit niet verstandig is. Vertrouwelijk overleg is nu
eenmaal vertrouwelijk. Bij dat overleg zijn twee partijen betrokken. De
goede gang van zaken, die nog weieens is gebaat met ondershandse con
tacten, zal worden geschaad indien vertrouwelijk overleg niet meer moge
lijk zou zijn.
Het StJoseph-gebouw is indertijd aangekocht met de gedachte
dat het geschikt zou zijn als politiebureau. Er is een krediet gegeven
om de plannen uit te werken. Gebleken is dat het zonder onverantwoorde
investeringen niet mogelijk is het StJoseph-gebouw te verbouwen tot
politiebureau. Ondanks de verbouwing zal er geen sprake zijn van een
doelmatig gebouw. In vele opzichten zal er sprake zijn van een onpraktisch
- 299 -