21 februari 1968. Soesterberg staan. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 28(8) Voorstel tot het verlenen van medewerking als bedoeld in artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920 aan: a. het r.k. schoolbestuur te Soestdijk voor de aanschaf van leer- en hulpmid delen voor godsdienstonderwijs ten behoeve van de St. Theresiaschool Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen b, het bestuur van de vereniging "De School met den Bijbel" te Soest voor de aanschaffing van leer- en hulpmiddelen ten behoeve van de Insingerschool De heer DE GROOT vindt het spijtig dat bij de ter inzage gelegde stukken geen specificatie was. Onbekend is thans hoeveel van het bedrag van. 500,wordt besteed aan letterdozen, aan een signaalhoorn en hoe weinig er tenslotte overblijft voor wat eenvoudig instrumentarium. Langs een andere weg heeft spreker toch de nodige informatie gekregen. Gebleken is dat wanneer de onder a en c in het preadvies genoemde artikelen zijn aangeschaft, er voor een eenvoudig instrumentarium nog geen 200,- overblijft. Voor nog geen 200,- is op het ogenblik praktisch niets te koop. Onder de ouders van de Insingerschool wordt reeds een actie gevoerd voor het inzamelen van geld ten behoeve van de aankoop van de bandrecorder en het platenspelertje. Deze artikelen kunnen in deze moderne tijd feitelijk niet meer worden gemist op een lagere school. In een paar weken tijd is ongeveer 300,-- bijeengebracht In de buurtschap waar de Insingerschool is gevestigd wonen uitsluitend men sen met smalle en heel smalle beurzen. Het bijeenbrengen van geld voor een bandrecorder en een platenspeler is dan ook reeds een enorme prestatie. Spre ker meent dat het beslist niet te veel gevraagd is om het te verstrekken kre diet met 100,te verhogen, zodat er tenminste iets kan worden aangeschaft De VOORZITTER zegt dat hetgeen door een schoolbestuur wordt aange vraagd door burgemeester en wethouders kan worden afgewezen of kan worden toegestaan. Maar burgemeester en wethouders kunnen niet koningsgezinder worden dan de koning. De heer DE GROOT: Het schoolbestuur is dus te bescheiden geweest?.' De VOORZITTER: Dat zou men kunnen zeggen. Voortgaande zegt spreker dat men moeilijk het schoolbestuur kan adviseren een heleboel te vragen, waarna burgemeester en wethouders wel zullen schrappen. Dat is niet de gewoonte. Meestal gaat het hoofd van de school met de inspectie van het lager onderwijs praten. De inspectie geeft dan aan wat haalbaar is. Vervolgens komt er een verzoek. Met dat verzoek kan men twee dingen doen: afwijzen of toestaan. De bedoeling van de onderwijscom missie en de financiële commissie was om het verzoek om een krediet van 500,- toe te staan. Aan de andere kant kan men dankbaar constateren, dat de ouders ge lukkig - het hoort niet anders - ook een actie voeren. Dergelijke acties, die alleen maar de uitrusting van de school ten goede kunnen komen, worden op meer scholen gevoerd. Als het schoolbestuur te bescheiden is geweest, dan valt dat te prijzen. Misschien dat dit schoolbestuur een volgend keer wel wat minder bescheiden zal zijn, dankzij de thans in de raad gemaakte opmerkingen. Mevrouw ORANJE-Entink vraagt of er niet had kunnen worden geadvi seerd om iets meer te vragen. Want het bedrag dat wordt gevraagd is in ver gelijking met wat andere schoolbesturen hebben gevraagd inderdaad wel zeer bescheiden. De VOORZITTER merkt op dat men natuurlijk voorzichtig moet zijn met het maken van vergelijkingen. Wanneer men voor een school van 200 kinde ren iets vraagt, dan heeft men meer nodig dan voor een school van 75 kinde ren. Wat men thans niet heeft gevraagd, kan men altijd nog een volgende keer vragen. - 30 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1968 | | pagina 31