20 december 1968.
belastingverhoging te moeten voorstellen. Wanneer de begroting voor 1970
wordt voorbereid, zal worden bekeken of er sprake moet zijn van een ver
dere belastingverhoging.
Men dient zich te realiseren dat Soest wat de gemeentelijke
belastingen betreft langzamerhand in Nederland een goedkoopteeiland is.
Dankzij een efficiënt beheer zijn de belastingen in Soest lager dan in
de omringende gemeenten en de gemeenten die even groot zijn als Soest
Er zit nog een enorme reserve in de belastingcapaciteit. Bovendien heeft
de ervaring geleerd dat er in het algemeen nog een hele grote marge is
tussen de cijfers van de begroting en de cijfers van de rekening. De
cijfers van de rekening blijken zich altijd in gunstige zin te verhouden
tot de cijfers van de begroting.
De algemene beschouwingen worden gesloten.
Aan de orde is de behandeling van de begrotingen van de bedrij
ven en instellingen.
Al deze begrotingen worden, voor zover niet afzonderlijk ver
meld, zonder discussie en hoofdelijke stemming vastgesteld.
Woningbedrijf
Mevrouw POLET-Musier zegt dat mevrouw Walter vanmorgen heeft
gezegd dat een woning natuurlijk steeds meer geld gaat kosten. De bewo
ner van een huis dat aan zeer hoge eisen voldoet, zal dan ook bereid
moeten zijn een behoorlijk bedrag te betalen. Iets anders is of de bewo
ner, gelet op diens inkomsten, in staat is de huur te betalen. Men zal
er dan ook rekening mede dienen te houden dat hoe langer hoe meer vrou
wen buitenshuis zullen gaan werken. Dit feit zal de behoefte aan crèches
doen toenemen. Het verdient aanbeveling dat het college dit vraagstuk
ernstig bestudeert, opdat er in komende plannen rekening mede kan worden
gehouden.
De heer HOM merkt op dat in het Antwoord op pagina 2 staat dat
de televisieantenne van de flat naast Groot-Engendaal geschikt is voor
ontvangst van Westduitse televisieprogramma's. Hij meent dit echter te
moeten betwijfelen. Kunnen burgemeester en wethouders een en ander nader
onderzoeken? De bewoners hebben medegedeeld dat de Westduitse televisie
programma 's niet kunnen worden ontvangen.
De heer ELBERTSE merkt op in de eerste afdeling een opmerking
te hebben gemaakt over het grote bedrag dat is geraamd voor onderhouds
kosten. Hij heeft zich afgevraagd of het misschien geen aanbeveling ver
dient om de onderhoudskosten zo mogelijk te splitsen in de posten ge
woon onderhoud, achterstallig onderhoud of groot onderhoud. In het geding
zijn woningwetwoningen. Bij het instellen van het onderhoudsfonds is men
van de gedachte uitgegaan dat de woningwetwoningen wat minder van kwali
teit zijn - o.a. lood, zink, hang- en sluitwerk - zodat men in de toe
komst rekening dient te houden met wat hogere uitgaven ineens.
Uit het antwoord van het college blijkt dat sprekers vraag een
beetje verkeerd is begrepen. Men doet het voorkomen alsof hij gewoon on
derhoud wil laten bestrijden uit het risicofonds. Dat is pertinent niet
de bedoeling. De vraag luidt juist andersom: Kan het onderhoud niet wor
den gesplitst in echt gewoon onderhoud (waaronder schilderwerk) en uit
gaven voor het vervangen van lood, zink, hang- en sluitwerk (nodig als
gevolg van geringere kwaliteit)? Voor deze laatste uitgave is het risico
fonds wel bestemd, omdat er dan sprake zou zijn van onvoorziene kapitaal
uitgaven.
De heer WESTRA zegt dat er in de eerste afdeling met betrekking
tot het onderhoud is gevraagd naar hetgeen er feitelijk gaat gebeuren.
In het Antwoord verwijzen burgemeester en wethouders naar bijlage H onder
B van de begroting van het bedrijf gemeentewerken. Deze begroting geeft
- 321 -