20 december 1968. gebrek aan bergruimte. Daarom is het G.C.N. om toestemming verzocht de kleine gashouder buiten gebruik te mogen stellen. Het G.C.N. heeft nog niet geantwoord. In de laatst gehouden vergadering van de commissie voor het gasbedrijf heeft de heer Ebbers reeds bezwaren geopperd tegen het aan wenden van de kleine gashouder als garage en magazijn. Eerst dient te worden afgewacht of de gemeente toestemming krijgt om de kleine gas houder af te breken. De directeur van het gasbedrijf zou een begroting maken van de kosten van ombouw. Deze gegevens ontbreken thans nog. Men dient daarom niet op de zaak vooruit te lopen. Men kan er te zijner tijd op terugkomen. De heer EBBERS zegt meer te zien in een coördinatie met ge meentewerken. Een dergelijk project dient te worden bekeken in het kader van een groeiende gemeenschap. In een groeiend bedrijf van gemeentewer ken zijn misschien betere mogelijkheden dan in een gashouder. De VOORZITTER zegt persoonlijk erg blij te zijn, wanneer blijkt dat de gashouder beter kan worden afgebroken, want er is feite lijk sprake van een monster. De heer DE BRUIN: Laten wij dan daar maar meteen toe besluiten. De VOORZITTER: Neen, dat kan niet. De heer WESTRA zegt dat wethouder Van den Arend het G.C.N. in het geding heeft gebracht. Speelt het G.C.N. ten aanzien van bevoegd heden van gemeenten ook al een rol? De wethouder VAN DEN AREND: Inderdaad. De heer WESTRA: Ik weet wel dat het G.C.N. een leverancier van ga s is. De wethouder VAN DEN AREND zegt dat de gemeente Soest als het ware haar gasbedrijf in het G.C.N. heeft ingebracht. Het G.C.N. moet toe stemming verlenen om de gashouder af te breken. Wanneer deze toestemming wordt geweigerd, dan mag de gashouder niet worden afgebroken. De heer WESTRA merkt op graag het raadsbesluit te zien waar bij het gehele gasbedrijf is overgeheveld naar het G.C.N. De wethouder VAN DEN AREND: Het G.C.N. is een autonoom lichaam. Wij kunnen de gashouder niet eerder afbreken dan nadat het G.C.N. toe stemming heeft verleend. De heer DIJKSTRA zegt dat men zich kan afvragen of sloop en nieuwbouw meer kost dan onderhoud. Te vrezen valt dat het onderhoud aan een oude gashouder niet zal meevallen. Het gasbedrijf zal in de nabije toekomst grote investeringen moeten doen. Er zal sprake zijn van een wijs beleid, wanneer men van te voren niet te veel kruit verschiet. De toekomstige grote investeringen zijn z.i. de oorzaak van het voorstel om zuinig aan te doen met de gas houder. De kleine gashouder is lelijk. Het heeft geen zin om deze gas houder te laten staan, omdat er waarschijnlijk toch aanzienlijke in vesteringen moeten plaatsvinden. Het gemeentebestuur behoeft zich niet al te druk te maken over de kleine gashouder. De VOORZITTER zegt dat het Soester gasbedrijf natuurlijk niet is ingebracht in het G.C.N. Het G.C.N. levert echter gas aan de gemeente SoestDe leverancier heeft een zekere technische aanspraak op de orga nisatie in de gemeente Soest. Wanneer men thuis elektriciteit van de P.U.E.M. ontvangt, dan heeft de P.U.E.M. iets te zeggen over de huisin stallatie. Zo heeft het G.C.N. iets te zeggen over de installatie van het Soester gasbedrijf. Omdat het G.C.N. als leverancier is betrokken bij de technische installatie in Soest, dient de gemeente aan het G.C.N. te vragen of de kleine gashouder mag worden afgebroken. Maar dit wil niet zeggen dat het Soester gasbedrijf een onderdeel is van het G.C.N. De heer WESTRA: Maar deze conclusie meende ik te mogen trekken. - 327 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1968 | | pagina 328