van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest op woensdag 20 maart 1968 te 19.30 uur. VOORZITTER: de burgemeester, de heer Mr. SP. Baron Bentinck. SECRETARIS: de heer J.J.J.M. Festen. Tegenwoordig de leden: J. van den Arend, G.C. van den Berg, J.W.D. Berkel- bach van der Sprenkel, J.K de Bruin, Drs. L.J. Dijkstra, J.J. Ebbers, B.H.A. Elbertse, P. Grift, M. de Groot, K de Haan, J.H Hom, J.C. Korte, G.H. Oldenboom, mevrouw P.J Oranje-Entink, P.C. Pieren, mevrouw S.M. Polet- Musler, J.R. van Poppelen, D.Chr. Stam, J.H.N Veldhuijsen, C. Verheus, mevrouw M.C.P. Walter-van der Togt en AS. Westra. Afwezig met kennisgeving het lid: P.L.J.M. Storimans. De VOORZITTER opent de vergadering en doet voorlezing van de ge bedsformule. 1) Vaststelling van de notulen van de vergadering, gehouden op 24 november 1967. Deze notulen worden zonder discussie en zonder hoofdelij ke stemming ongewijzigd vastgesteld. De heer VAN POPPELEN vraagt of de notulen van de begrotingsverga- dering spoedig kunnen verschijnen. De VOORZITTER antwoordt dat bedoelde notulen op het ogenblik in be werking zijn. Zij kunnen tijdens de volgende raadsvergadering aan de orde worden gesteld. 2) Ingekomen stukken. a. Schrijven van 25 januari 1968 van diverse personen inzake overlast, on dervonden door oefeningen van de vrijwillige brandweer te Soest alsmede een brief van burgemeester en wethouders d.d. 28 februari 1968 met voor stel deze stukken voor kennisgeving aan te nemen. De heer EBBERS meent dat zijn tijdens de vorige raadsvergadering gestelde vraag wellicht verkeerd is begrepen. Hij verzoekt burgemeester en wethouders mede te delen of de overlast financiële consequenties heeft gehad voor de gemeente. De VOORZITTER: Geen enkele financiële consequentie. De stukken worden aangenomen voor kennisgeving. b. Schrijven d.d. 28 februari 1968 van burgemeester en wethouders inzake een commissie voor sport en recreatie met voorstel dit schrijven voor kennis geving aan te nemen. De heer DE BRUIN zegt dat de VVD-fractie in de afgelopen twee jaar tijdens de begrotingsvergaderingen heeft gepleit voor de instelling van een raadscommissie voor sport en recreatie. Burgemeester en wethouders heb ben hun zienswijze thans aan de raad bekend gemaakt. Deze zienswijze is zeer teleurstellend, vooral omdat het college aan de kern van de zaak voor bijgaat. Burgemeester en wethouders menen dat het voor nu en in de toekomst voldoende is wanneer de stichting voor lichamelijke opvoeding en sport de zaken met betrekking tot de sport en de recreatie blijft behandelen. De V.V.D.-fractie meent daarentegen juist dat er, met alle respect voor de raads leden die in de stichting voor lichamelijke opvoeding en sport zitting hebben, een commissie voor sport en recreatie vanuit de raad moet worden benoemd. Deze fractie meent dat de band die er tussen de raad en de stichting voor lichame lijke opvoeding en sport is, te los is. Voornoemde stichting is een zelfstan dig lichaam. De directeur van deze stichting is niet eens in dienst van de gemeente.De binding is dan ook los. Dok met het oog op de toekomst heeft sprekers fractie gepleit voor de instelling van een commissie voor sport en recreatie. Want of men het wil of niet, men zal naar een tijd toegroeien, waarin de vrije tijd van de mens - 51 - Nr. 4 20 maart 1968 NOTULEN

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1968 | | pagina 52