17 april 1968.
76(5) Voorstel tot het verlenen van medewerking als bedoeld in artikel 72 van de
Lager-onderwijswet 1920 aan:
a. het R.K Schoolbestuur te Soest inzake de aanschaffing van nieuwe leer-
en hulpmiddelen ten behoeve van de Bonifaciusschool en St. Josephschool
voor g.1o.
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zon
der hoofdelijke stemming aangenomen.
b. het bestuur van de vereniging voor Christelijk Onderwijs te Soesterberg
voor het aanschaffen van een stencilmachine en voor het vernieuwen van
de verwarmingsinstallatie ten behoeve van de school voor g.l.o. aan de
Gen. Winkelmanstraat.
Mevrouw ORANJE-Entink zegt dat zij zich in de onderwijscommissie
enigszins morrende met het onderhavige voorstel akkoord heeft verklaard.
Er wordt voorgesteld een stencilmachine aan te schaffen. Uit het
preadvies blijkt niet of het gaat om een eerste aanschaf of een vernieuwing.
Bovendien wordt voorgesteld de verwarmingsinstallatie te vernieu
wen. Wanneer een verwarmingsinstallatie is bedoeld voor de verwarming van
vijf lokalen, maar wordt gebruikt voor zeven lokalen, dan gaat de installa
tie natuurlijk gauw kapot. Nu er in Soest nieuwe scholen worden gebouwd en
zullen worden gebouwd, vraagt spreekster de bijzondere aandacht voor de ver
warmingsinstallaties. De installaties zullen een behoorlijke capaciteit die
nen te hebben. Te verwachten valt dat de schoolbevolking zich in stijgende
lijn beweegt. Het zou jammer zijn, wanneer er na een aantal jaren weer zou
moeten worden gesproken van een constructiefout.
Het is opvallend dat de raad elke maand een groot aantal stukken
krijgt voorgelegd, waarin wordt verzocht om medewerking te verlenen voor
vernieuwingen, veranderingen en aankopen. Een oppervlakkige beschouwer zou
misschien denken, dat op de Soester scholen een droevige situatie bestaat,
daar er zoveel moet worden vernieuwd, verbouwd en veranderd. Is het moment
niet aangebroken dat wordt bekeken welke scholen aan een absolute vernieuwing
ioe zijn? Spreekster looptnatuurlijk de kans dat burgemeester en wethouders
zullen antwoorden, dat zij vooruitloopt op het toegezegde scholenrapport
dat - naar zij heeft gehoord - de raad zeer binnenkort zal bereiken. Zij meent
dat zij dat risico maar moet lopen.
Zij verzoekt burgemeester en wethouders om in de nieuwe scholen
vooral verwarmingsinstallaties te plaatsen, die over voldoende capaciteit
beschikken, opdat in de naaste toekomst grote veranderingen en herstelwerk
zaamheden niet meer behoeven te worden uitgevoerd.
De heer BERKELBACH VAN DER SPRENKEL zegt dat hij een aantal jaren
geleden bij een begrotingsbehandeling heeft gesteld verbaasd te zijn over
de bijzonder hoge brandstofrekening voor de verwarming van scholen. Hij heeft
toen ook gezegd te hebben ervaren dat in scholen gemeenlijk veel te hard
wordt gestookt. Door burgemeester en wethouders is toegezegd dat aan deze
kwestie aandacht zou worden geschonken. Hij heeft wel begrepen dat deze toe
zegging een welwillende knik en een goed bedoelde stap in zijn richting was.
In zijn achterhoofd heeft hij echter wel geweten, dat de oplossing van stook-
problemen op de scholen net zo moeilijk is als het vraagstuk van het raampje-
open-raampje-dicht in de trein.
Naar aanleiding van het voorliggende voorstel wil spreker toch nog
eens op het door hem bedoelde probleem terugkomen, vooral omdat mevrouw Oranje
heeft gevraagd om de capaciteit van de verwarmingsinstallatie zodanig te ma
ken, dat er goed kan worden gestookt. Deze opmerking van mevrouw Oranje heeft
spreker uit zijn tent gelokt. Hij wil toch nog weer eens zijn stokpaardje
berijden. Hij wil de echt niet ongegronde waarschuwing laten horen, dat er
in schoollokalen geen te hoge temperaturen mogen heersen en dat er behoorlijk
moet worden geventileerd. Daar waar burgemeester en wethouders de mogelijk
heid hebben om invloed uit te oefenen op de stookgewoontenzullen zij dat
- 78 -