17 januari 1968. lege nog wel van standpunt veranderen en kan deze goede woning nog een paar jaar mede helpen om de woningnood in Soest te lenigen. Als dit gebeur de, dan zou dat zeer op prijs worden gesteld, mede in het raam van een verantwoord bestuursbeleid. De VOORZITTER zegt dat het niet de gewoonte is om een nieuwjaars toespraak discutabel te stellen, dat hij daarom niet wil ingaan op hetgeen de heer de Bruin naar voren heeft gebracht, doch wil volstaan met te zeggen dat de door de heer de Bruin aangesneden zaak nog eens in het college van burgemeester en wethouders zal worden besproken. 1(1) Vaststelling van de notulen van de vergadering gehouden op 15 november 1967. Deze notulen worden zonder discussie en zonder hoofdelijke stem ming ongewijzigd vastgesteld. 2(2) Ingekomen stukken. a. Brief van het Nederlands Architecten Genootschap d.d. november 1967 met advies daarover van de directeur van gemeentewerken d.d. 15 december 1967. Deze stukken worden aangenomen voor kennisgeving. b. Controlerapporten van het Centraal Bureau voor Verificatie en Financiële Adviezen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De VOORZITTER deelt mede dat burgemeester en wethouders zich naar aanleiding van deze rapporten nog nader hebben beraden over de maat regelen die zouden moeten worden getroffen om te zorgen, dat de stand van debiteuren op de diverse terreinen zo laag mogelijk is. Er zal op worden gelet dat debiteuren, vèie zij ook zijn, hun verplichtingen nakomen. Ook naar aanleiding van enige opmerkingen die met betrekking tot andere punten zijn gemaakt, zullen burgemeester en wethouders de nodige maatregelen treffen. De heer HOM vraagt of de met betrekking tot de debiteuren te treffen maatregelen ook zullen gelden voor de vroegere gerant van het Soester Natuurbad. De VOORZITTER beantwoordt deze vraag bevestigend en voegt hieraan toe, dat bedoelde maatregelen voor alle debiteuren zullen gelden. De stukken worden aangenomen voor kennisgeving. c. Mededeling van burgemeester en wethouders betreffende de in de staat van afschrijvingen voor het gasbedrijf over 1968 opgenomen bedragen. De heer VAN DEN BERG merkt op dat hij tijdens de laatste begro tingsvergadering heeft gezegd dat er sprake zou zijn van een bedrag van 56.171,79. Vervolgens wijst hij er op dat in deze mededeling van burge meester en wethouders sprake is van een bedrag van 49.557,33. Hij vraagt zich af wat de oorzaak van dit verschil ten bedrage van bijna 7.000, kan zijn. In deze mededeling van burgemeester en wethouders vindt men geen enkel antwoord met betrekking tot hetgeen eerder is gesteld ten aanzien van de z.g. kredietbewaking. Spreker zou graag zien dat de raad wordt geïnfor meerd over wat door het college wordt gedaan met betrekking tot de krediet bewaking. Tijdens de laatste begrotingsbehandeling is de raad een aantal nota's toegezegd. Misschien is het mogelijk, aan die nota's toe te voegen een nota die speciaal de kredietbewaking betreft. De wethouder VAN DEN AREND zegt dat het door de heer van den Berg bedoelde verschil het gevolg is van het feit, dat de nu verstrekte cijfers betrekking hebben op 1966, waaromtrent bij een eerdere gelegenheid een vraag is gesteld door de heer van den Berg. Wat de kredietbewaking betreft, deelt spreker mede dat burgemees ter en wethouders zowel de directeur van gemeentewerken als de directeur van het gasbedrijf hebben opgedragen, er zorg voor te dragen dat tijdig ken nis wordt gegeven van eventueel dreigende overschrijdingen van door de raad

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1968 | | pagina 7