w
179 (3) Voorstel tot het beschikbaar stellen van een kre
diet voor het verbeteren van de Koninginnelaan.
De heer DE GROOT merkt op dat door gemeentewer
ken een voorlopige berekening is gemaakt van de kos
ten van de voorgestelde verbetering van de Koningin
nelaan en dat hij in die berekening een post ad
f. 10.800,- voor afvoer van oud bestratingsmateriaal
heeft aangetroffen. Aangezien hij tevenover dat bedrag
geen enkel bedrag aan opbrengst van dit materiaal is
tegengekomen, vraagt hij of mag worden aangenomen,
dat dit materiaal wordt afgevoerd en niet meer zal
worden gebruikt, zodat de opbrengst nihil is. Omdat
hij meent te weten dat op verschillende plaatsen in de
gemeente bij de verbetering van wegen ook oud be
stratingsmateriaal wordt gebruikt, vraagt hij voorts of
het onderhavige materiaal op terreinen van de gemeen
te zal worden opgeslagen en te zijner tijd beschikbaar
zal zijn voor andere verbeteringen.
De heer VAN POPPELEN merkt op dat het voorste
gedeelte van de Koninginnelaan bij de aftakking naar
de Beetzlaan een vrij druk bereden stuk weg is en dat
daar vooral gedurende de weekeinden, wanneer aan
weerszijden van dit weggedeelte auto's zijn geparkeerd,
de rijbaanbreedte vrij smal is In verband hiermede
vraagt spreker zich af of het geen overweging ver
dient om ter plaatse de rijbaan breder dan 7 m te ma
ken.
De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT
zegt dat het door de heer De Groot bedoelde oude
bestratingsmateriaal zal worden opgeslagen op het ter
rein van gemeentewerken en zal worden gebruikt wan
neer het nodig is. Bijvoorbeeld de bermen van de
Soesterbergsestraat zijn gaandeweg bestraat naarmate
zich bij gemeentewerken oude stenen opstapelden die
weer konden worden verwerkt. Zo worden regelmatig
hoeken en bermen opgevuld met oude stenen De oude
stenen worden aldus altijd weer benut.
Als antwoord aan de heer Van Poppelen zegt spreek
ster, dat ten aanzien van het voorste gedeelte van de
Koninginnelaan de nodige parkeervoorzieningen zijn
gepland, zodat aldaar geen auto's op de tot 7 m te ver
breden rijweg zullen worden geparkeerd. Voorbij de
Nieuwstraat zijn de geparkeerde auto's op het ogenblik
een grote belemmering voor het doorrijdende ver
keer, maar de situatie zal daar in de toekomst veel be
ter worden, omdat daar in de nieuwe situatie naast de
geparkeerde auto's twee auto's elkaar zullen kunnen
passeren. Spreekster ziet nu dat de door haar bedoel
de parkeervoorzieningen niet zijn getekend op de op
deze verbetering betrekking hebbende tekening.
Dit doet haar opmerken dat zij bijna zeker weet, dat
ter plaatse wel parkeerstroken zijn gepland.
De heer VAN POPPELEN: Het heeft dus wel de aan
dacht?
De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT:
Ja, en anders wil ik het nog graag even bekijken.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
180 (4) Voorstel tot aankoop van een kunstwerk.
De heer DE GROOT merkt op dat hij in de vergade
ring van 18 juni jl. reeds bezwaar heeft gemaakt tegen
het beschikbaar stellen van een krediet voor het aan
kopen van een kunstwerk. Hij meent dat hij de aan
koop toen nogal scherp heeft bekritiseerd en daarbij
verschillende argumenten heeft aangevoerd waarom
hij tegen de aankoop was. De bezwaren die hij toen
naar voren heeft gebracht, heeft hij op dit moment
nog.
Hij meent nog steeds, dat het met deze aankoop ge
moeide geld beter en nuttiger en aan dringender za
ken zou kunnen worden besteed en hij wenst zijn stem
aan dit voorstel dan ook niet te geven.
De wethouder DE HAAN merkt op dat ook hij zou
kunnen zeggen, dat de argumenten die hij indertijd
heeft gebruikt, nog steeds geldig zijn. Hij zou hieraan
nog willen toevoegen, dat er in elk gezin toch nog wel
uitgaven worden gedaan die iets meer met de aankle
ding dan met de levensbehoeften op zich zelf hebben
te maken en dat zijns inziens de gemeente in dit op
zicht zeker geen uitzondering behoeft te vormen.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen, waarbij op diens verzoek wordt aangetekend
dat de heer De Groot geacht wenst te worden te heb
ben tegengestemd.
181 (5) Voorstel tot het beschikbaar stellen van een kre
diet voor het aanbrengen van nieuwe galerijhekken bij
de 240 woningen op de Eng.
182 (6) Voorstel tot het wijzigen van de Bouwverordenin|
van de gemeente Soest.
183 (7) Voorstel tot het verlenen van medewerking als be
doeld in artikel 72 van de Lager-Onderwijswet 1920
aan:
a. het bestuur van de vereniging tot opvoeding en ver
pleging van geesteszwakke kinderen te Amersfoort
voor de stichting van een school voor debiele en im
beciele kinderen aan de Hellingweg;
b het bestuur van de vereniging „De School met den
Bijbel" te Soest voor het aanschaffen van handen-
arbeidmateriaal ten behoeve van de Da Costaschool
voor g. l.o.
c. het bestuur van de Stichting voor Katholiek Basis-
en Kleuteronderwijs te Soest voor het aanschaffen
van handenarbeidmateriaal ten behoeve van de St.
Ludgerusschool voor g.l.o.;
d. het Chr. Schoolbestuur Soest voor diverse aan
schaffingen ten behoeve van de Minister de Vis-
serschool voor g.l.o. te Soest-Zuid.
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder dis
cussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
e. het bestuur van de vereniging voor Christelijk on
derwijs te Soesterberg voor het aanschaffen van
een nieuwe methode voor milieu-onderwijs ten be
hoeve van de Chr. School voor g.l.o. te Soesterberg,
De heer DE GROOT merkt op dat in dit voorstel
geen krediet wordt gevraagd, doch dat hij, alvorens
te besluiten de gevraagde medewerking te verlenen,
toch wel graag zou weten wat de financiële consequen
ties van het verlenen van deze medewerking zijn.
De wethouder DE HAAN zegt dat het een geen direct
verband met het ander houdt. Men heeft in dit geval
bij de beoordeling van de vraag of artikel 7 2 van de Ls
ger-Onderwijswet 1920 terecht kan worden toegepast
alleen te maken met het principe. Als aan het princi
pe wordt voldaan, dan is de aanvrage goedgekeurd.
Voor het gemak probeert het college in dergelijke ge
vallen ook de financiële consequenties te vermelden,
zodat de zaak in één besluit kan worden afgerond. In
het onderhavige geval is het door de vakanties, helaas,
niet mogelijk gebleken om van de betrokken school
de vereiste desbetreffende inlichtingen zo tijdig bin
nen te krijgen, dat vermelding van de financiële con
sequenties in dit voorstel mogelijk zou zijn geweest.
Dit zal ertoe leiden, dat in een van de volgende verga
deringen nog een. krediet ter bestrijding van de met
deze medewerking gemoeide kosten zal moeten wor
102