e ambtena-
bij betrokken
planning
ien die daar-
el groot,
het slagen van I
ele apparaat,
eedoet, is het
ct bij de plan-
>r een halfjaar,
rschot worden
jze dit bureau
paald niet de
au Berenschot
larop is het bu-
t ook niet de
de start mogelij|
verpen van
tbreidingsplan-
en met bou-
maken met
ing op zeer lan-1
in het verleden I
maar de onder-1
ook een dieper I
lositie en de fi
rn Het gaat
;rd moet wor
uiting wat er
artlopend geld
noeten worden,
mede te maken
n e,d.
e gemeentelijke
n vanuit die
kent derhalve
taken van plan
it bezighouden
iseur van het
n, acht spreker
i deze groep moei
en te krijgen,
hap het college
maken en het
omtrent zaken
n overeenkomstii
1 veel eisen. Vootl
is van doorslag-
zich op een be- I
anen inwerken er.l
et natuurlijk nietl
eggen en zeggen: I
er zo nu en dan
let moet een
le verdere werken!
;eft betoogd, dat I
ormatie kan krij-
g, juist met het
jtenarenappa-
leze planning heel
itter noemt nu dt|
t echter ook de
rgelijke zaken
meer Men ziet wel dat een plan wordt goedgekeurd,
terwijl aan het eind van het jaar nog steeds niet met
de uitvoering is begonnen, doordat de voorbereiding
nog niet voltooid is. Dat zijn toch bijzonder spijtige
zaken Spreker gelooft dat men met een netwerkplan
ning dergelijke dingen kan voorkomen en kan berei
ken dat wanneer de kredieten eenmaal ter beschikking
staan, ze ook zo snel mogelijk worden gebruikt.
De VOORZITTER zegt ter voorkoming van misver
stand nog op het volgende te willen wijzen. Men kan
een netwerkplanning maken en zeggen: Hiervoor is
zoveel nodig en daarvoor is zoveel nodig. Voor alle
zaken die de gemeente zelf kan doen, kan men een
prognose maken Daar heeft men ervaring mee. Maar
dan komen er: goedkeuring door hogere instanties,
het verkrijgen van financieringsmiddelen e,d, En dat
zijn zaken die volledig uit de hand lopen.
De heer EBBERS: Maar die planning is ook van belang
met het oog op de „verkooptechniek" ten opzichte
van degenen die de financieringsmiddelen moeten ver
schaffen
De VOORZITTER: Inderdaad. Maar deze zaken zijn
natuurlijk geen dingen die wij vast in de hand hebben.
De heer OLDENBOOM wil nog wijzen op een bijzon
der leesbaar artikel in Economisch Statistische Berich
ten van 20 augustus jl. Daarin wordt met name gespro
ken over de lange-termijn-planning wat betreft de fi
nanciering De gemeente Breda schijnt op dit punt al
ervaring te hebben opgedaan Spreker zal het college
gaarne enige kopieen van dit artikel verstrekken.
De VOORZITTER dankt de heer Oldenboom voor
deze informatie
De heer VAN DEN BERG merkt op dat de voorzitter
in diens toelichting onder meer heeft gesteld, dat zal
moeten worden onderhandeld met bouwers. Spreker
zal graag vernemen of de voorzitter in dat verband al
leen de aannemers dan wel ook de woningbouwvereni
gingen op het oog heeft Hij denkt hierbij aan de
ministeriële circulaire 69-1 van 11 februari jl., waarin
de minister stelt dat de woningbouwverenigingen in
een zo vroeg mogelijk stadium zullen moeten worden
ingeschakeld bij de uitbreidingsplannen,
De VOORZITTER gelooft dat hij helemaal niet heeft
gesproken over onderhandelingen met bouwers.
De heer VAN DEN BERG zegt dat de voorzitter dat
wel heeft gedaan
De VOORZITTER merkt op dat hij o.a. over het
voorbereiden van de plannen en over het bouwrijp ma
ken heeft gesproken
De heer VAN DEN BERG zegt dat de voorzitter ook
heeft gezegd: het ontwerpen van wijken en onderhan
delingen met bouwers.
De VOORZITTER merkt op dat hij niet weet wie die
bouwers zijn
De heer VAN DEN BERG vraagt of het geen aanbeve
ling zou verdienen om ook de woningbouwverenigin
gen, natuurlijk voor zover ze daarvoor belangstelling
of mogelijkheden hebben, te laten meespelen in het
team
De VOORZITTER antwoordt dat woningbouwvereni
gingen misschien voor hun eigen bedrijf, maar niet
voor het bedrijf van de gemeente een planning moeten
opstellen
De heer ELBERTSE merkt op dat de voorzitter heeft
gezegd dat vijftien personeelsleden aan de onderhavige
cursus zullen deelnemen Dit heeft bij spreker doen
opkomen de vraag of dit getal maatgevend is voor het
aantal mensen dat blijvend met deze zaal zal hebben
te maken dan wel later een kleiner aantal personeels
leden bij deze zaak betrokken zal zijn, Met het oog op
de mogelijkheid dat de personeelsleden in kwestie te
zijner tijd misschien wel een volledige dagtaak aan het
desbetreffende werk zullen hebben, vraagt hij zich af
of als gevolg van het nu te nemen raadsbesluit te zij
ner tijd een personeelsuitbreiding zal moeten plaats
hebben.
De VOORZITTER antwoordt dat het de bedoeling is
dat degenen die hiermede beginnen, ermede zullen
doorgaan, doch dat het niet de bedoeling is, dat zij
daaraan een volle dagtaak zullen hebben, Het is na
tuurlijk mogelijk dat zal blijken, dat iemand hieraan
wel een volle dagtaak zal hebben en in dat geval zal
een nieuw personeelslid moeten worden aangetrokken.
Aan de andere kant hoopt het college dat een en an
der ertoe zal leiden dat goedkoper zal worden gewerkt.
Dat zal dan echter nooit te bewijzen zijn; het zal na
tuurlijk nooit mogelijk zijn om aan te tonen: Hier
hebben wij f. 10.000,- verdiend door de planning,
Maar het moet gewoon zo zijn, dat goedkoper wordt
gewerkt. Dat is niet de enige bedoeling, maar het is
toch wel een nevenbedoeling dat er minder nodeloos
verlies aan materiaal, tijd en rente zal zijn,
De heer EBBERS deelt mede dat ook hij een lezens
waardig artikeltje over het gebied waarop dit voorstel
betrekking heeft, voor het college heeft meegebracht,
De VOORZITTER zegt de heer Ebbers hiervoor dank.
Het voorstel wordt z.h.st, aangenomen,
279 (20) Voorstel tot het verlenen van een subsidie in de
kosten van restauratie van het perceel Kerkstraat 10,
De heer DE GROOT vraagt of behalve het rijk ook de
provincie zal bijdragen in de kosten van deze restau
ratie en, zo ja, hoeveel zij zal bijdragen
De VOORZITTER zegt dat hij niet weet of de provin
cie in deze een bijdrage zal verlenen, doch dat hij aan
neemt dat dat wel het geval zal zijn, omdat het langza
merhand een gewoonte is geworden dat wanneer het
rijk een werk als het onderhavige subsidiabel ver
klaart, het rijk een subsidie verleent en de gemeente
en de provincie dan automatisch meedoen. De pro
vinciale bijdrage is procentueel altijd klein. Men
vraagt zich eerst af wat het rijk doet. Het rijk heeft
een apparaat om te kunnen beoordelen of het verlenen
van een bijdrage verantwoord is en in hoeverre een res
tauratie als restauratie moet worden aangemerkt c,q,
nieuwbouw is. Zowel de gemeenten als de provincies
varen ter zake helemaal op het kompas van dat rijksap
paraat.
Het voorstel wordt z h.st, aangenomen,
280 (21) Voorstel inzake het opnemen en uitlenen van
gelden gedurende het jaar 1970,
281 (22) Voorstel tot afwijzing van een verzoek van de
heer A.J.G, van der Drift, Steenhoffstraat 21, alhier,
om een vergoeding ingevolge de schadevergoedings
verordening,
Deze beide voorstellen worden achtereenvolgens z.d.
en z.h.st. aangenomen,
282 (23) Voorstel tot het verlenen van ontheffing als be
doeld in artikel 1 van de „Zoneverordening Hinder
wet":
a. voor het oprichten, in werking brengen en in wer
king houden van een opslagruimte voor propaangas-
flessen op het perceel Soesterbergsestraat 61 te Soest,
159