gende specificatie:
900 luxe honden (klasse A)
525 waakhonden (klasse B)
35 landbouwhonden (klasse C)
Mevrouw POLET-MUSLER zegt er in de loop der ja
ren van overtuigd te zijn geraakt, dat de honden de
plantsoenendienst en de reinigingsdienst inderdaad ex
tra werk bezorgen. Een geringe hondenbelasting zou
er dus desnoods nog mee door kunnen. Maar zij vindt
de thans door het college voorgestelde verhoging van
de hondenbelasting ontstellend fors. Het college be
roept zich daarbij op andere gemeenten. Dankzij de ac
tiviteit van de Vereniging tot Bescherming van Dieren
hebben de raadsleden een overzicht gekregen van de
belastingtarieven in de naastliggende gemeenten. Het
hoogste tarief kent men in Amersfoort: f. 37,50.
Zelfs een stad als Utrecht - waar het argument kan gel
den, dat men in verband met de verstedelijking de
hondenbelasting moet verhogen - denkt met een derge
lijk tarief het hondenbestand in toom te kunnen hou
den. Dat zou men dan toch zeker ook in Soest moeten
kunnen
Men krijgt thans weer de situatie, dat juist de mensen
met de kleine inkomens de dupe worden. Een verho
ging van f 20,-- bij een bedrag van f. 30,- is voor
spreekster absoluut onaanvaardbaar.
Zij zou eigenlijk willen protesteren tegen de medede
ling, dat de financiële commissie met dit voorstel ak
koord is gegaan. Zij heeft daar namelijk al tegen dit
voorstel gesputterd, Alleen had men toen nog niet ont
vangen de brief van de Vereniging tot Bescherming
van Dieren met de daarin vermelde gegevens.
Spreekster weet dat in de verordening staat, dat even
tueel ontheffing kan worden verleend. Er blijft echter
altijd een grote groep van mensen, die niet voor deze
ontheffingsmogelijkheid in aanmerking komen en die
bij de voorgestelde verhoging toch te zwaar belast zou
den worden
Er zijn trouwens nog wel andere huisdieren die veel
hinder veroorzaken.
Bovendien gelooft spreekster dat wanneer werkelijk
wordt gecontroleerd of voor alle honden belasting
wordt betaald, men al een heel groot deel zal kunnen
„vangen" van het bedrag dat men nu denkt binnen te
krijgen,
De heer DE GROOT acht het bijzonder spijtig, dat het
college niet, alvorens dit voorstel te doen, contact
heeft opgenomen met de Nederlandse Vereniging tot
Bescherming van Dieren, afdeling Soest en omstreken.
Deze vereniging zou het college hebben kunnen in
lichten omtrent de in andere gemeenten geldende ta
rieven. Het college schrijft in het pre advies dat het,
gezien de hoogte van deze belasting in andere gemeen
ten, deze zeer forse verhoging moet voorstellen. Ge
zien de belastingtarieven in andere gemeenten, blijkt
deze verhoging echter echt niet zo noodzakelijk te zijn.
Integendeel zelfs
De Vereniging tot Bescherming van Dieren wijst in
haar schrijven op de consequenties, die dit voorstel
heeft voor het werk van de vereniging. Deze vereni
ging doet in de gemeente bijzonder nuttig en goed
werk. H.M. de Koningin heeft het Beschermschap
aan deze vereniging verleend. En dat gebeurt niet zo
maar!
Het is zeer terecht dat deze vereniging een beroep doet
op de raadsleden om met dit voorstel niet akkoord te
gaan.
Spreker gelooft dat men ook de sociale aspecten in
het oog moet houden. Er zijn vele mensen - en hij
denkt dan vooral aan de ouderen - die een hond als
huisdier houden, maar voor wie de hond tevens een
huisvriend is. Voor verschillenden is het zelfs hun eni
ge huisvriend. Het zou toch wel bijzonder erg zijn,
wanneer deze mensen - die dikwijls moeten leven van
de A.O.W. - zich om financiële redenen van hun huis
vriend zouden moeten ontdoen.
Spreker heeft de indruk dat dit voorstel is gedaan om
het begrotingstekort binnen zekere grenzen te houden,
Dan is het toch wel een paniekerige maatregel, die er
op zou kunnen wijzen dat de financiële situatie reeds
geheel uit de hand is gelopen. Wanneer het er werke
lijk om te doen is het begrotingstekort binnen redelij-
ke g renzen te houden, dan staan het gemeentebestuur
andere middelen ten dienste. Spreker hoopt daar in
de begrotingsvergadering van 10 december nader op
terug te komen.
Hij adviseert het college dit voorstel terug te nemen.
De heer VAN POPPELEN merkt op dat burgemees
ter en wethouders in het voorstel schrijven: „Wij zijn
van mening dat deze tarieven, mede gezien de hoogte
van deze belasting in andere gemeenten, aanzienlijk
dienen te worden verhoogd," De eerste indruk van de
K.V.P.-fractie was, dat het hier een toch wel vrij for
se verhoging in één keer betrof. Daarna is men echter
nader geïnformeerd geworden door de Nederlandse
Vereniging tot Bescherming van Dieren, die een over
zicht heeft gegeven van de tarieven in de randgemeen
ten, Spreker vindt dat wat dit betreft het voorstel van
het college beslist fout is gesteld en daardoor een ver
keerde informatie aan de raad geeft.
Het is voor spreker de vraag of wanneer de gemeente
het met de voorgestelde verhoging gemoeide bedrag
moet hebben, inderdaad de hondenbelasting moet
worden verhoogd, dan wel zou kunnen worden vol
staan met meer controle ten aanzien van de ontduikinp
van deze belasting.
Het komt vrij vaak voor dat plantsoenen worden ver
nield door loslopende honden (dat gebeurt ook wel
door katten, maar het invoeren van een kattenbelas
ting lijkt spreker nogal beroerd en hij zou daar tegen
zijn), doch ook vrij veel particuliere tuinen worden
door loslopende honden beschadigd. In verband hier
mede vraagt spreker of in de Algemene Politieverorde
ning niet een bepaling kan worden opgenomen op
grond waarvan scherper kan worden opgetreden in ge
vallen waarin loslopende honden particuliere tuinen
vernielen.
Spreker kan zich voorstellen dat ook bepaalde flatbe
woners klachten hebben over de bevuiling van flats
door honden. Maar ook dit lijkt hem geen motief voor
verhoging van de hondenbelasting, waarvan de hou
ders van honden de dupe zouden worden. Hij meent
dat ook ten aanzien hiervan moet worden gezorgd voor
bepalingen die een scherper optreden mogelijk maken.
Hij bepleit dat aan mensen met lagere inkomens, met
name ook bejaarden, die heel graag een hond houden,
maar het bedrag van de hondenbelasting niet kunnen
opbrengen, ten aanzien van de betaling van deze belas
ting dispensatie wordt verleend.
Tot slot zegt spreker dat zijn fractie zich met dit voor
stel van het college niet kan verenigen.
De heer WESTRA merkt op dat in de financiële com
missie is gezegd, dat het motief betreffende hetgeen in
andere gemeenten het geval is op zich zelf geen motief
is.
In de commissie is gezocht naar een bepaalde moge-