l - en hij
hond als
evens een
elfs hun eni-
erg zijn,
n leven van
n hun huis-
i gedaan om
:n te houden,
egel, die er
tuatie reeds
t er werke-
inen redelij-
:entebe stuur
ipt daar in
r nader op
te nemen,
jurgemees-
n: „Wij zijn
n de hoogte
lanzienlijk
idruk van de
,vel vrij for-
men echter
ïderlandse
lie een over-
randgemeen-
voorstel van
loor een ver
le gemeente
:ide bedrag
:ing moet
orden vol
de ontduiking
worden ver-
rt ook wel
:attenbelas-
1 daar tegen
;n worden
erband hier-
olitieverorde-
lomen op
streden in ge-
[iere tuinen
laaide flatbe
g van flats
n motief voor
an de hou-
l. Hij meent
n gezorgd voor
rgelijk maken,
komens, met
rond houden,
niet kunnen
an deze belas
met dit voor-
lanciële com-
rde hetgeen in
If geen motief
aaide moge
lijkheid om vooral de bejaarden tegemoet te komen
met betrekking tot de hondenbelasting. Dit werd
toen door de aanwezige deskundigen van de hand ge
wezen, omdat dat niet zou mogen Vanmorgen is
spreker bij het nalezen van wat desbetreffende juris
prudentie gebleken, dat het wel mag, mits maar een
onderscheid wordt gemaakt tussen de categorieën A,
B en C. Men mag ook een hondenbelasting heffen ge
bonden aan het inkomen. In de financiële commissie
is gevraagd of het niet mogelijk zou zijn ten aanzien
van de hondenbelasting een reductie te verlenen aan be
paalde mensen die de leeftijd van 65 jaar hebben be
reikt en die het nodig hebben dat zij in de gelegen
heid worden gesteld minder te betalen.
In de geldende verordening betreffende de hondenbe
lasting staat, dat wanneer iemand die geen of een fou
tieve aangifte doet, deze belasting met het viervoud
van deze belasting wordt verhoogd. Spreker vindt de
ze bepaling, op grond waarvan wat categorie A betreft
bij het huidige tarief f. 150,-- moet worden betaald en
bij het voorgestelde tarief f. 250,- zou moeten worden
betaald, afschrikwekkend, Hij zal graag vernemen of
en, zo ja, hoeveel keren deze bepaling de laatste jaren
in Soest is toegepast.
De wethouder VAN DEN AREND zegt dat hij, ge
hoord de verschillende vanuit de raad naar voren geko
men stemmen, wel een beetje gaat betwijfelen of dit
voorstel door de raad wordt aangenomen.
De in dit voorstel opgenomen motivering van de ver
hoging is naar sprekers mening niet erg gelukkig gevon
den. De hoogte van de hondenbelasting in andere ge
meenten is voor hem niet direct hét motief, aangezien
de voorgestelde verhoging uiteindelijk rond
f. 25 000,-, dus niet een bedrag dat een geweldige in
vloed kan hebben op de gemeentebegroting, zou op
brengen,
De door honden veroorzaakte overlast vindt hij wel
een motief voor verhoging van deze belasting. Met na
me de bewoners in het Veen hebben geklaagd over de
overlast die zij van honden ondervinden. De honden
doen daar hun noodzakelijke behoefte op de woning
galerijen, waardoor daar een minder frisse lucht wordt
verspreid en men soms op een minder prettige ma
nier met honden faecaliën in aanraking komt. In ver
band hiermede hebben bewoners in het Veen ge
vraagd of er geen mogelijkheden zouden zijn om maat
regelen ter voorkoming daarvan te nemen. Het colle
ge heeft gemeend zo'n maatregel te moeten vinden in
een verhoging van de hondenbelasting.
In verband met het feit dat in het schrijven van de Ne
derlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren ver
schillende tarieven worden genoemd, vestigt spreker
er de aandacht op, hoewel dit voor hem niet een
frnnt is dat zwaar weegt, dat hij ook beschikt over een
ijstje van gemeenten waarin de bedragen van de hon
denbelasting variëren van f. 50,- tot f. 80,- en wat
een tweede hond betreft de belasting zelfs f. 100,- be
draagt, De genoemde vereniging heeft dus in haar
schrijven een paar gemeenten vermeld waarin de hon
denbelasting betrekkelijk gunstig is ten opzichte van
de nu in Soest voorgestelde verhoging.
In feite is de door de honden veroorzaakte overlast
de reden waarom het college deze verhoging voorstelt.
Men heeft de desbetreffende verordening indertijd in
het leven geroepen om paal en perk te stellen aan het
aantal honden. Dat is de grondgedachte geweest van
de indertijd door de raad vastgestelde verordening.
Hoe meer een dorp verstedelijkt, hoe hoger de tarie
ven van de hondenbelasting worden. Dit merkwaardi
ge verschijnsel impliceert, dat hoe steedser een ge
meente wordt, hoe meer overlast van de honden
wordt ondervonden. Vandaar het aan de orde zijnde
voorstel.
Het was en is voor mensen die moeten rondkomen van
een A.O.W.-uitkering of in ander opzicht een heel ge
ring inkomen hebben, altijd mogelijk om ontheffing
van de betaling van hondenbelasting aan te vragen en
te verkrijgen. B, en w. hebben de bevoegdheid om de
ze ontheffing te verlenen en zij maken daarvan inder
daad gebruik. Het aantal aanslagen dat aldus teniet
wordt gedaan, is vrij belangrijk.
Naar aanleiding van een desbetreffende opmerking
van de heer Westra zegt spreker, dat hij er niet veel
voor voelt om de bejaarden in deze belasting tegemoet
te komen, aangezien met zo'n tegemoetkoming pre
cies het tegenovergestelde wordt bereikt van de met
de verordening beoogde beperking van honden. Wan
neer ten behoeve van bejaarden een lager hondenbe
lastingtarief wordt vastgesteld, wordt allerminst in de
hand gewerkt dat het aantal honden wordt beperkt.
Spreker gelooft niet dat het direct op de weg van het
gemeentebestuur ligt om alvorens een verhoging van
de hondenbelasting in behandeling te nemen, eerst
aan de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van
Dieren, die overigens alleszins goed werk doet, te vra
gen wat zij van de situatie denkt. Wel gelooft hij dat
juist de verhoogde tarieven ertoe bijdragen, dat in
feite ook van overheidswege aan de dierenbescher
ming wordt medegewerkt. Hij gelooft allerminst dat
de verhoogde tarieven zullen leiden tot een toene
ming van het aantal zwerfdieren. Hij neemt aan dat
mensen die een luxe hond hebben, van dat beest hou
den en hij gelooft stellig niet, dat zij door deze verho
ging in staat zullen zijn dat beest de straat op te jagen.
Het met deze verhoging gemoeide bedrag is zo gering,
dat niet kan worden gezegd, dat het college deze ver
hoging aangrijpt om de financiële positie van de ge
meente wat gunstiger te maken. Dit heeft geen rol ge
speeld, dit argument kan men gerust laten vallen. De
verhoging is uitsluitend en alleen bedoeld om vergro
ting van het aantal honden in de gemeente af te rem
men en om te voorkomen dat de overlast die de hon
den teweegbrengen, op een dusdanig peil komt dat de
narigheid niet meer is te overzien.
Op de-vraag of niet meer controle op de honden zou
kunnen worden uitgeoefend zegt spreker, dat in zeke
re zin wel controle wordt uitgeoefend, doch dat dit
natuurlijk een heel moeilijke zaak is. Men kan wel zeg
gen dat de politie in dit opzicht meer moet doen, maar
als er een loslopende hond op straat loopt, lukt het
ook een politieman niet om dat beest te vangen. Dat
is totaal uitgesloten, aldus spreker, en dat is ook niet
aan bepaalde regels te binden.
De heer OLDENBOOM: Met verdovende pijltjes!
De heer BERKELBACH VAN DER SPRENKEL
merkt op dat hij in eerste instantie niets heeft gezegd
omdat hij eerst eens wilde horen wat eigenlijk de mo
tivering van het college ten aanzien van dit voorstel is.
Het was hem wel duidelijk, dat de in dit voorstel op
genomen motivering naar niets lijkt. Het moet hem van
het hart, dat het bij een dergelijk voorstel toch echt
niet zo moeilijk moet zijn geweest om als men wel de
gelijk eenmotivering heeft, die motivering ook in het
voorstel aan te geven. Het college heeft inderdaad wel
degelijk een motivering en daarom stelt spreker voor,
dat het college dit voorstel terugneemt en in een vol
gende raadsvergadering (er is niet verschrikkelijk veel
haast bij deze zaak, omdat, zoals men vanavond heeft
163