Nr. 4 16 april 1969. NOTULEN van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest op woensdag 16 april 1969 te 19.30 uur. VOORZITTER: de burgemeester, de heer mr. S.P. Baron Bentinck. SECRETARIS: de heer H. Borreman. Tegenwoordig de leden: J. van den Arend, G.C. van den Berg, J.W.D. Berkelbach van der Sprenkel, J.K. de Bruin, Drs. L.J. Dijkstra, J.J. Ebbers, M. de Groot, J.H. Hom, J.C. Korte, G.H Oldenboom, mevrouw P.J. Oranje-Entink, P.C. Pieren, mevrouw S.M. Polet-Musler, J.R. van Poppe ten, P.L.J.M, Storimans, J.H.N. Veldhuijsen, C. Verheus, mevrouw M.C.P. Walter-Van der Togt en A-S. Westra. Afwezig met kennisgeving de leden: B.H A. Elbertse, K. de Haan en P. Grift. Afwezig zonder kennisgeving het lid: D. Chr. Stam. De VOORZITTER opent de vergadering en doet voorlezing van de gebedsformule. Vervolgens deelt hij mede, dat bericht van verhinde ring is ingekomen van wethouder De Haan, de heer Grift, die nog steeds ziek is en de heer Elbertse. Op de ziekenlijst prijkt deze keer gelukkig niet de heer Westra, die bijzonder snel het hem overkomen onge mak weer „onder de knie" heeft gekregen en de raadsver gaderingen weer kan bijwonen Het verheugt het college bijzonder dat de heer Westra weer aanwezig is. Spreker wenst de heer Westra geluk met diens spoedige herstel. Hartelijk welkom! De heer WESTRA dankt de voorzitter voor diens vriendelijke woorden. Spreker zegt dat zijn spoedige her stel voor een groot gedeelte is te danken aan de medische staf van het ziekenhuis Zonnegloren. 77 (1) Vaststelling van de notulen van de vergaderingen, gehouden op 20 november, 18 december en 20 decem ber 1968. Mevrouw POLET-MUSLER zegt tijdens de op 20 de cember jl. gehouden algemene beschouwingen de heer De Bruin te hebben verweten, dat deze terugkwam op een door spreekster in een commissie gemaakte opmer king. Uit de notulen van de raadsvergadering van 20 no vember jl. blijkt, dat zij de door de heer De Bruin be doelde opmerking niet heeft gemaakt tijdens een com missievergadering, maar tijdens de raadsvergadering van november. Zij heeft de heer De Bruin derhalve beticht van iets dat niet waar is. Zij wil de geuite beschuldi ging dan ook graag terugnemen. Een en ander neemt niet weg dat zij van de tijdens de algemene beschouwin gen gemaakte opmerking niets terugneemt, want de heer De Bruin heeft over de in het geding zijnde kwestie niet gesproken tijdens een raadsvergadering. Zij blijft het overtrokken vinden dat de heer De Bruin op de kwestie is teruggekomen tijdens de algemene beschouwingen. De VOORZITTER: Het college heeft nota genomen van uw mededeling. De heer DE BRUIN vindt het prettig dat mevrouw Polet zo sportief is om nog even terug te komen op de kwestie. Hij merkt op dat een begrotingsbeschouwing namens de fractie wordt uitgesproken door de fractievoorzitter. Het door mevrouw Polet gemaakte verwijt trof derhal ve de gehele fractie. De raad neemt natuurlijk altijd de fatsoensnormen in acht en de fractie zal dat ook in de toekomst blijven doen. Mevrouw Polet moet echter niet ver geten dat het gesprokene in de commissievergaderingen, hoewel deze vergaderingen niet openbaar zijn,niet geheim i WIJZIGING NOTULEN RAADSVERGADERING VAN 20 DECEMBER 1968 VOORSTEL-BURGEMEESTER. Op pagina 133, regels 14 en 15 v.b. dient in plaats van „Van Dijk" te worden gelezen „Van Wijk". De notulen worden, met inachtneming van deze wijziging, zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld. 78 (2) Ingekomen stukken. a. Schrijven d.d. 27 januari 1969 van het gemeentebe stuur van Rheden inzake het bestuur van de gemeente in de hedendaagse tijd met voorstel dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen Mevrouw POLET-MUSLER vindt het prettig, dat het college de suggestie heeft overgenomen om de raadsle den een fotokopie toe te sturen van de door de ge meente Rheden aan de minister van binnenlandse zaken gerichte brief. Bij nadere beschouwing is de P. v.d, A.-fractie toch wel onder de indruk gekomen van het stuk, dat onder meer betrekking heeft op de benoeming van de burge meester en de positie van de wethouders. Het stuk is min of meer een soort van historische schets. De positie van de burgemeester ten opzichte van de raad wordt in het stuk uiteengezet. De wet die de benoeming van de burgemeesters regelt, is al zo'n 120 jaar oud Het gemeentebestuur van Rheden stelt voor om verandering te brengen in deze situatie. De plaats van de gemeente is de laatste jaren veran derd. Uit een onlangs verschenen rapport van de Vere- niging van Nederlandse Gemeenten blijkt dat eigenlijk veel meer werkzaamheden zouden moeten worden overgeheveld naar de regio. Dit neemt niet weg dat de taak van de gemeenten evengoed zeer omvangrijk blijft, omdat de gemeente het eerst aangewezen li chaam is om de leefbaarheid in stand te houden. Deze omstandigheid brengt met zich mede, dat het contact tussen het gemeentebestuur en de burgerij heel sterk moet zijn. Daarom zou het plezierig zijn wanneer de raad, als eerste vertegenwoordiger van de burgerij, in spraak zou hebben bij de benoeming van de burgemees ter. Ook over de vakbekwaamheid van de wethouders staan er behartigenswaardige zaken in de brief van de gemeente Rheden De fractie acht de brief van de gemeenteraad zo be langrijk, dat spreekster wil voorstellen deze brief te on dersteunen. Wanneer de raad met dit voorstel instemt, dan zal het besluit van de gemeenteraad van Soest ter kennis dienen te worden gebracht van de minister van binnenlandse zaken. De heer DE BRUIN dankt burgemeester en wethou ders voor de vlotte wijze waarop zij de stukken hebben doen toespelen aan de raadsleden De V.V.D. fractie, die eraan herinnert dat het stuk van de gemeente Rheden de positie van de burgemees ter en de wethouders belicht, meent dat de gemeente raden wel adviezen kunnen gaan uitbrengen, maar uit eindelijk berust het aanbrengen van een wijziging in de gemeentewet bij de wetgever. De fractie is niet zo heel erg enthousiast over het stuk van de gemeente Rheden, Met hetgeen wordt ge steld over de wethouders, zou de fractie nog wel kun nen instemmen, maar zij is beslist tegen de voorgestel- 41

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1969 | | pagina 40