Nr. 6 18 juni 1969
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op woensdag 18 juni 1969 te 19.30 uur.
VOORZITTER de heer Mr. S.P. Baron Bentinck.
SECRETARIS de heer J. Dobben, loco-secretaris.
Tegenwoordig de leden: J. van den Arend, G.C. van den
Berg, J.W.D. Berkelbach van der Sprenkel, J.K. de Bruin,
drs. L.J. Dijkstra, J.J. Ebbers, B.H.A. Elbertse, M. de Groot,
K. de Haan, J.H. Hom, J.C. Korte, G.H. Oldenboom, me
vrouw P.J. Oranje-Entink, mevrouw S.M. Polet-Musler, J.R.
van Poppelen, D.Chr. Stam, P.L.J.M. Storimans, J.N.H.
Veldhuijsen, C. Verheus, mevrouw M.C.P. Walter-Van der
Togt en de heer A.S. Westra.
Afwezig met kennisgeving zijn de leden: P. Grift en P.C. Pie
ren.
De VOORZITTER opent de vergadering en doet voor
lezing van de gebedsformule.
Vervolgens deelt hij mede dat bericht van verhindering
is binnengekomen van de heer Grift, die nog niet geheel her
steld is, en van de heer Pieren, die met vakantie is.
124 (1) Vaststelling van de notulen van de besloten verga
dering van 16 april 1969.
De notulen worden zonder discussie en zonder hoof
delijke stemming ongewijzigd vastgesteld.
125 (la) Ingekomen stukken.
A. Controlerapporten van het Centraal Bureau voor
Verificatie en Financiële Adviezen der Vereniging van
Nederlandse Gemeenten, met voorstel deze voor ken
nisgeving aan te nemen.
Mevrouw POLET-MUSLER vraagt of het niet de be
doeling was dat het briefje dat ter zake aan de woning
bouwverenigingen zou worden gezonden, zou worden
aangevuld met een opmerking die in de financiële com
missie is gemaakt naar aanleiding van de administra
tie van de maandhuren.
De VOORZITTER zegt dat de bedoelde opmerking
wel aan het schrijven aan de woningbouwverenigingen
kan worden toegevoegd. De financiële commissie
heeft zich natuurlijk intensief met de vorengenoemde
controlerapporten beziggehouden en dienaangaande
een opmerking gemaakt. Spreker had begrepen dat de
ze opmerking aan het adres van het college van bur
gemeester en wethouders was gericht. Zij is dan ook
besproken in de vergadering van dit college. Het colle
ge zal met die opmerking rekening houden.
Mevrouw POLET-MUSLER merkt op dat haar geble
ken is dat er in het college nogal interesse bestaat
voor de mogelijkheid om woningen aan woningbouw
verenigingen over te doen. Voordat over deze over
dracht besprekingen worden geopend en afgerond,
dient wel de zekerheid te bestaan dat de desbetreffen
de woningbouwverenigingen een behoorlijke admini
stratie kunnen voeren.
De VOORZITTER deelt mede dat het college niet van
plan is met een raadsvoorstel te komen voor over
dracht van woningen aan woningbouwverenigingen,
wanneer er geen redelijke garanties zijn dat administra
tie, beheer en bestuur op goede wijze worden geregeld.
De bedoeling van de eventuele overdracht is dat de ge
meente zich ten aanzien van beheer en bestuur van de
woningen voor een zeer groot gedeelte terugtrekt en
een meer controlerende taak gaat uitoefenen. Wan
neer de controlerende taak toch weer zou neerkomen
op een mede besturende taak, dan heeft de bedoelde
overdracht natuurlijk geen zin. Het college denkt in
dit verband - en het stimuleert dit ook - aan een sa
menwerking van de woningbouwverenigingen. Het wo-
ningbezit in Soest is namelijk te klein om over de ver
schillende woningbouwverenigingen te worden ver
deeld. Een woningbouwvereniging kan alleen maar
goed functioneren, wanneer zij een groot aantal wo
ningen bezit. Dit is te verwezenlijken, wanneer er ter
zake door de woningbouwverenigingen wordt samen
gewerkt.
De stukken worden aangenomen voor kennisgeving.
B. Toezending ingevolge de artikelen 19, 20 en 21 van
de gemeenschappelijke regeling van de schoolartsen-
dienst van de jaarrekening over 1968, alsmede de
eerste begrotingswijziging over dat jaar.
Deze stukken worden aangenomen voor kennisgeving.
C. Schrijven van het Gasbedrijf Centraal-Nederland
d.d. 5 mei 1968, inhoudende toelichting op bemerkin
gen en vragen.
Dit stuk wordt aangenomen voor kennisgeving.
D. Toezending ingevolge artikel 20, lid 1, van de Ge
meenschappelijke Regeling van de A-kring Utrecht-C.
bescherming bevolking van:
a. de rekening en het verslag over het dienstjaar 1967;
b. de tweede wijziging begroting voor het dienstjaar
1968 en
c. de eerste wijziging begroting voor het dienstjaar
1969.
Deze stukken worden aangenomen voor kennisgeving.
E. Brief d.d. 21 mei 1968 van het Centraal Bureau
voor Verificatie en Financiële Adviezen der Vereni
ging van Nederlandse Gemeenten betreffende de con
trole van o.a. de administraties van de woningbouwver
enigingen, met voorstel geen wijziging te brengen in de
controleregelen voor de woningbouwverenigingen.
De heer VAN DEN BERG deelt mede dat het bestuur
van de woningbouwvereniging St. Joseph er geen be
zwaar tegen heeft, dat regelmatig controle op de admi
nistratie van de woningbouwvereniging wordt uitgeoe
fend. Het genoemde bestuur heeft er echter wel be
zwaar tegen dat de woningbouwvereniging de contro-
lekosten zelf moet betalen. Het betreft hier namelijk
een opdracht die niet van de zijde van het bestuur is
gegeven. Het bestuur zou het bijzonder op prijs stel
len, als de door de bouwvereniging in het verleden be
taalde controlekosten zouden worden gerestitueerd.
De wethouder VAN DEN AREND stelt dat het heel
logisch is dat de controlekosten door de woningbouw
verenigingen worden betaald. De gemeente heeft finan
ciële belangen bij de woningbouwverenigingen. Het is
daarom begrijpelijk dat de gemeente financiële contro
le op de bedoelde verenigingen uitoefent en dat deze
de controlekosten betalen. Dat is in het maatschappe
lijk leven een normaal verschijnsel. Wanneer een bank
een lening verstrekt, zal zij eerst informaties over de
aanvrager van de lening inwinnen. De kosten van deze
informaties zullen door de aanvrager betaald moeten
worden.
De heer VAN DEN BERG komt het voor dat wanneer
de wethouder een bankrekening aan het einde van het
jaar belast zou zien met kosten voor interne controle
van de desbetreffende bank, hij daartegen wel bezwaar
zou hebben. De kwestie van de controlekosten ten
aanzien van de woningbouwverenigingen ligt op pre
cies hetzelfde niveau. St. Joseph heeft geen bezwaar
tegen controle, maar de opdracht daartoe gaat uit van
de zijde van het college. Derhalve zullen de bedoelde
63