op grond van het feit dat men vond dat bestemmings plannen niet te klein moesten worden gemaakt. Nu is „De Gouden Ploeg" aan de orde om gekocht te worden. Met een van de voorwaarden van de koop kan de fractie van de V.V.D. het niet eens zijn. In punt 4 van het besluit ter zake wordt gemeld: „De gemeente Soest staat verkoper het verkochte per ceel gratis in gebruik af tot 1 juli 1972 Spreker weet van de vroegere financiële uitkomsten van het betrokken bedrijf uiteraard niets af. Uit het feit dat er nu in deze zaak gastarbeiders zijn opgenomen, mag men concluderen dat het nu in geen geval een nood lijdend bedrijf is. De V.V.D.-fractie vindt het zeer ze ker niet nodig dat dit perceel tot 1 juli 1972 gratis in bruikleen wordt afgestaan. Zij wenst geacht te worden tegen het onderhavige voorstel te hebben gestemd. De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT merkt op dat de in het voorstel vermelde koop bedoeld is voor een weg ter ontsluiting van het gebied, beho rende tot het plan Eng 2. Heeft de fractie van de V.V.D. daartegen bezwaar? Het is in gevallen als het onderhavige gebruikelijk dat een perceel 3 jaar in gebruik wordt afgestaan. Deze overweging heeft ook hier gegolden. Mevrouw POLET-MUSLER: Valt een bedrijfspand onder de huurbescherming? De VOORZITTER: Jawel. Mevrouw POLET-MUSLER: Dan zal deze overeen komst wel zo gesloten moeten worden. Wanneer de gemeente zich hier niet bindt, kunnen er later moei lijkheden ontstaan met betrekking tot het feit dat het pand onder de huurbescherming valt. Maar ik dacht dat zakenpanden niet onder de huurbescherming vie len. De VOORZITTER merkt op dat voor zover hem be kend is zakenpanden wel onder de huurbescherming vallen. Hij herinnert zich nog een procedure die de ge meente heeft gevoerd tegen iemand die allerlei goede ren had opgeslagen in het koetshuis van Colenso. Mevrouw POLET-MUSLER: Dat was toch verhuurd als woonhuis? De VOORZITTER: Neen, hij woonde er niet. Hij had er een soort van bedrijfje gemaakt. De heer WESTRA zegt dat er in het besluit ter zake ook iets staat over belastingschade die vergoed zal worden. Vermoedelijk heeft deze vergoeding betrek king op de liquidatie van dat bedrijf. Voor zover spre ker weet is er f. 10.000,- belastingvrij en wordt de rest beschouwd als inkomen. Is er enig idee voor welk be drag de eigenaar zijn pand op de balans heeft staan? Welke consequenties kan de belastingschade voor de gemeente hebben? Is er ook een accountantsonder zoek ingesteld naar de bedrijfsvoering van deze zaak? De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT zegt dat de vergoeding van de belastingschade een ge bruikelijke kwestie is. Te zijner tijd zal er door de in specteur der belastingen op grond van gegevens die hij dan heeft en die op het ogenblik nog niet kunnen worden overzien, advies worden uitgebracht. Zo is dat in de regel. Van tevoren is niet aan te geven hoe groot de belastingschade zal zijn. Dat hangt van 's mans an der inkomen af. Hij kan wel kapitaal hebben. De heer WESTRA meent dat de belastingvergoeding verband houdt met de eigendomsoverdracht van het bedrijf. Daar heeft in dit geval 's mans eigen vermogen niet veel mee te maken. Het gaat erom dat wanneer de eigenaar zijn perceel met aanhorigheden voor een laag bedrag op de balans heeft gezet, hij een stijging van zijn inkomen kan tegemoetzien. De gemeente kan dan - na de f. 10.000,— aftrek - de belastingschade dragen. Daarom heeft spreker ook gevraagd of er een accoun tantsonderzoek ter zake is ingesteld. De VOORZITTER merkt op dat het betalen van belas tingschade in het onderhavige geval te vergelijken is met de belastingschade die betaald wordt bij het aan kopen van een landbouwbedrijf. Hier doet zich name lijk dezelfde situatie voor. Landbouwbedrijven zijn ook bedrijven die tot het privé-vermogen van de eige naar behoren. Het zijn geen N.V.'s of dergelijke instel lingen. De belastingschade hangt in zo'n geval af van het overige inkomen van de betrokkene. Bij een N.V. ligt dat anders. Op het moment dat de te betalen be lasting over een inkomen bekend wordt, kan de inspe- teur der belastingen mededelen hoeveel de belasting schade bedraagt. In het ene geval is de gemeente dan zeer goedkoop af, in het andere geval zal wat meer ver goed moeten worden. Men heeft hier met een bepaling te doen die algemeen geaccepteerd wordt. Het hangt van toevallige omstan digheden af of deze bepaling meer of minder nadelig voor de gemeente uitvalt. Langzamerhand zal er wel een soort van gemiddelde ontstaan. Nooit is tevoren berekend hoeveel de belastingschade zal zijn. Men zou kunnen denken: in geval van een ho ge belastingschade moet de koopsom maar laag gesteld worden. Maar de koopsom komt uit een taxatie van het bedrijf voort en heeft niets te maken met de later te betalen belastingschade. Een verkoper die ziet aan komen dat hij in verband met de verkoop veel belas ting zal moeten betalen, placht om toepassing van de clausule inzake de belastingschadevergoeding te vragen. Dat heeft de raad tot nu toe altijd geaccepteerd, zonder te vragen hoe hoog de belastingschade zal zijn. Dat blijkt later wel. De heer WESTRA: Dat blijkt nu f. 175.000,- te zijn. De VOORZITTER: Dat is mogelijk. De gemeente is tot nu toe altijd zeer goedkoop uit geweest. De heer WESTRA: Hierover kunnen wij tot St. Jutte- mis blijven doorpraten. Het voorstel wordt - met vaststelling van de desbe treffende begrotingswijziging - zonder hoofdelijke stem ming aangenomen, waarbij wordt aangetekend dat de leden van de V.V.D.-fractie geacht wensen te worden te hebben tegengestemd, b. de Molenstraat van G.A. Hilhorst. De heer DE GROOT meent te kunnen opmaken uit aantekeningen die waren geplaatst op een paar raads stukken die naar aanleiding van het onderhavige agen dapunt ter inzage waren gelegd, dat het college de be doeling heeft om de desbetreffende woningen aan de Molenstraat af te breken, zodra zij zijn ontruimd. Spre ker verzoekt het college met het afbreken van de wo ningen aan de Molenstraat enige tijd te wachten. Hij neemt aan dat de gemeente de betrokken grond niet direct voor andere doeleinden nodig heeft en dat de aankoop gebeurt in verband met het realiseren van het stadspark aan de zuidzijde van de Eng. Naar zijn mening kunnen de desbetreffende woningen nog eni ge tijd een goede functie vervullen inzake de huisves ting van die gezinnen die een woning in het Soester- veen wegens hun minder financiële draagkracht niet kunnen betrekken. De VOORZITTER merkt op dat het college ten aan zien van de woningen in de Molenstraat nog geen defi-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1969 | | pagina 68