meester en wethouders In dat artikel wordt gesteld, dat vooraf overleg met de betrokkenen mogelijk is. Dat overleg bedoel ik De wethouder mevrouw WALTER VAN DER TOGT; Dat moet volgens de wet, dus behoeft het niet in de regeling te worden opgenomen De heer EBBERS: Waarom moet de beroepsprocedu re dan wel in de regeling worden opgenomen? De be roepsprocedure wordt ook in de wet geregeld De heer ELBERTSE zegt dat zich bij hantering van de Wet op de Ruimtelijke Ordening de moeilijkheid voordoet om te bepalen wie de belanghebbenden zijn en wie de betrokkenen Men zou kunnen zeggen dat het gaat om degenen die zijn betrokken bij de gronden die een bestemming krijgen in een nog nader uit te werken vlekkenplan Juist omdat het plan nog nader bij stukjes en beetjes moet worden uitgewerkt, krijgt men, aldus de vakpers, iedere keer een ander aantal belanghebbenden of betrokkenen Men kan op grond van een oude toezegging plotseling weer een andere groep belanghebbenden krijgen (wanneer wordt afgeweken van een aanvankelijke schets) die ook on der het nieuwe ontwerp belanghebbenden zijn. En dan hebben deze mensen ook weer het recht om als zodanig te worden beschouwd Het is derhalve niet zo eenvoudig als de raad wellicht denkt Er is sprake van een materie die nog moet groeien Daar het de eerste keer is dat de raad heeft te maken met een nog nader uit te werken plan, is het misschien wel verstandig om heel erg voorzichtig te zijn De heer EBBERS. Ik zou graag zien dat mijn voorstel om de tekst van artikel 3, lid 2, te wijzigen in stemming wordt gebracht De VOORZITTER De heer Ebbers stelt derhalve voor om de tekst van artikel 3, lid 2, aan te passen aan de tekst van artikel 11, lid 3, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening De heer VAN POPPELEN Ik wil graag weten of de uitvoering van het voorstel van de heer Ebbers al dan niet haalbaar is De heer DE BRUIN: Dat maakt de stemming wel uit. De VOORZITTER zegt dat de heer Ebbers artikel 3, lid 2, wil aanvullen met een bepaling die reeds staat in de Wet op de Ruimtelijke Ordening Wat door een hogere instantie is geregeld, kan door een lagere in stantie niet meer worden geregeld. Het opnemen van de door de heer Ebbers bedoelde aanvulling is overbo dig, want hetgeen deze bedoelt is reeds geregeld. Wanneer de gemeente de wet toepast heeft zij reke ning te houden met bedoeld artikel. Het opnemen van de door de heer Ebbers bedoelde aanvulling heeft derhalve geen enkele waarde; er is sprake van een nog eens zeggen van hetgeen reeds in de wet staat, waar mede de gemeente reeds rekening moet houden. De heer DIJKSTRA: Ik ken de Wet op de Ruimtelijke Ordening bepaald niet uit mijn hoofd Laat het door de heer Ebbers bedoelde artikel ruimte voor detailre gelingen door lagere overheden? De VOORZITTER Er is sprake van een voorschrift aan burgemeester en wethouders. De heer DIJKSTRA: Nu, dan zijn wij klaar. De VOORZITTER: Dat voorschrift behoeft niet nog eens in de bestemmingsvoorschriften te worden opge nomen. Mevrouw POLET MUSLER: Het komt er derhalve op neer, dat wij, wanneer wij het voorstel van de heer Ebbers aannemen, alleen maar verklaren dat wij zullen doen wat er in de wet staat? De VOORZITTER: Inderdaad. Mevrouw POLET MUSLER. Het is toch logisch dat je dat doet De heer EBBERS Maar met betrekking tot de be roepsprocedure wordt wel verwezen naar de Wet op de Ruimtelijke Ordening Het voorstel van de heer Ebbers wordt hierna in stem- ming gebracht en verworpen met 12 tegen 8 stemmen, Tegen hebben gestemd de leden: Grift., mevrouw Polet- Musler, Van Poppelen, mevrouw Walter-Van der Togt, Korte, De Haan, Elbertse, Verheus, Hom, Berkelbach van der Sprenkel, Van den Arend en Dijkstra Voor hebben gestemd de leden: Hilhorst, Stam, De Groot, De Bruin, Westra, mevrouw Oranje Entink, Ebbers en Storimans Het voorstel van het college van burgemeester en wet houders wordt hierna zonder hoofdelijke stemming aangenomen, 159 Voorstel tot voorlopige goedkeuring van het onteige ningsplan Klaarwater Mevrouw POLET MUSLER vraagt of er reeds aan de diverse eigenaars een bod is gedaan De VOORZITTER Ja De heer DE GROOT merkt op dat er nog met verschil lende eigenaars wordt onderhandeld. Het verdient aanbeveling dat deze onderhandelingen zo mogelijk met nog meer voortvarendheid worden voortgezet dan thans reeds het geval is. Hij zou het op prijs stellen, wanneer de commissie regelmatig op de hoogte wordt gehouden van de resultaten van de onderhandelingen, De VOORZITTER Dat zal zeker gebeuren. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan genomen 160 Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst van dading met J .M, Hilhorst, De VOORZITTER deelt mede dat van de financiële commissie het volgende advies is ingekomen: „De fi nanciële commissie verenigt zich met dit voorstel, met uitzondering van een lid dat van mening is dat de gemeente rechtstreeks met de heer Hilhorst moet on derhandelen De heer WESTRA zegt dat er in feite sprake is van een kwestie tussen de heer Hilhorst en het kerkbestuur van de r k. parochie van de Heilige Apostelen Petrus en Paulus, Om tot een overeenkomst te geraken, wordt er gesproken over de overdracht van een stukje grond voor het huis van de heer Hilhorst, waarvan de grootte niet bekend is. In wezen neemt de gemeente een last van het kerkbestuur over Tegen betaling van ruim f 5.000, wordt de gemeente eigenaresse van een stuk je grond. Onbekend is hoe de notaris een akte van deze overeenkomst moet opmaken, want in het voorstel wordt de juiste grootte van het stukje grond dat de heer Hil horst zal afstaan, met genoemd In het voorstel wordt meermalen gesproken over „de bij dit besluit beho rende situatietekening"; er wordt ook verwezen naar een tekening van gemeentewerken die echter geen deel uitmaakt van het besluit De V.V.D. fractie kan zich niet verenigen met de gang van zaken, omdat de heer Hilhorst in een situatie komt die in gunstige zin afwijkt van de situatie waarin vele anderen verkeren, die ook een stuk stoep hebben afgestaan in het algemeen belang. 105

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1970 | | pagina 106