Nr 8 15 juli 1970
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op woensdag 15 juli 1970 te 19,30
uur,
VOORZITTER: de burgemeester, de heer rar, S P Baron
Bentinck
SECRETARIS de heer J L van Dommelen, loco-secreta
ris
Tegenwoordig de leden: J, van den Arend, J.K de Bruin,
drs L J Dijkstra, J.J Ebbers, M de Groot, J G, Hilhorst,
J H Hom, J C Korte, G H Oldenboom, mevrouw P.J.
Oranje Entink, P C Pieren, mevrouw S M Polet-Musler,
J.R van Poppelen, D Chr Stam, mevrouw M C.P Walter-Van
der Togt en A S Westra,
Afwezig met kennisgeving zijn de leden: J W D Berkelbach
van der Sprenkel, B.H A Elbertse, P Grift, K de Haan,
P.LJ.M. Storimans, J N,H Veldhuijsen en C, Verheus,
De VOORZITTER opent de vergadering en doet voorlezing
van de gebedsformule.
Vervolgens deelt hij mede dat bericht van verhindering is in
gekomen van de heren De Haan, Berkelbach van der Spren
kel, Grift, Veldhuijsen, Verheus, Storimans en Elbertse
Hierna stelt hij allereerst aan de orde:
Onderzoek geloofsbrieven nieuw benoemde raadsle
den
De VOORZITTER benoemt tot leden van de com
missie tot onderzoek van de geloofsbrieven de heren Van
Poppelen, De Bruin en Dijkstra en schorst de vergadering,
ten einde de commissie in de gelegenheid te stellen haar
werkzaamheden te verrichten.
Nadat de vergadering is hervat, deelt de heer Dijkstra
namens de commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven
mede, dat de commissie de geloofsbrieven en de daarbij be
horende stukken van alle op de voorgelegde lijst staande
nieuw benoemde raadsleden heeft onderzocht en in orde
bevonden en voorstelt al deze leden toe te laten als lid van
de raad.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeen
komstig het voorstel van de commissie tot onderzoek van
de geloofsbrieven besloten
165 Notulen van de vergaderingen van 16 en 19 maart 1970.
NOTULEN VAN 16 MAART 1970.
Na een desbetreffende mededeling van de voorzitter
worden op voorstel van de heer Westra in de laatste
alinea van de tweede kolom op pagina 40 de woorden
„geen omstandigheid die voldoende grond geeft om
het college in eigen zaak rechter te laten spelen" ver
vangen door: een omstandigheid die voldoende grond
geeft om het college niet in eigen zaak rechter te laten
spelen
Deze notulen worden hierna, met inachtneming van
de aangebrachte wijziging, zonder hoofdelijke stem
ming vastgesteld.
NOTULEN VAN 19 MAART 1970.
Deze notulen worden zonder discussie en zonder hoof
delijke stemming ongewijzigd vastgesteld,
166 Ingekomen stukken.
A Koninklijk Besluit van 11 juni 1970, nummer 9, tot
goedkeuring van de wijziging van de Verordening Vuil
nisbelasting.
Dit stuk wordt voor kennisgeving aangenomen.
B. Mededeling dat de gemeente- en bedrijfsbegrotin-
gen voor 1970 op 12 juni 1970 door gedeputeerde sta
ten zijn goedgekeurd.
Dit stuk wordt voor kennisgeving aangenomen.
C. Brief d d. 18 juni 1970 van de heer mr. H.H. Hout
man, Parklaan 47 te Soest, waarbij deze reageert op
een brief van 15 juni 1970, afdeling I, nummer 7896
van het college van burgemeester en wethouders in
zake de realisering van het stadscentrum.
Dit stuk wordt gesteld in handen van burgemeester en
wethouders om pre-advies.
D. Brief d d. 19 juni 1970 van de Prot. Christelijke
Fractie en de Fractie van de K.V.P. inzake een voor
stel om over te gaan tot het benoemen van een voor
lichtingsfunctionaris met voorstel deze brief om advies
in handen te stellen van burgemeester en wethouders.
De heer DE BRUIN merkt op dat in het verleden al
meermalen is gebleken, dat alle fracties in de raad van
Soest geporteerd zijn voor een voorlichtingsambtenaar
in het gemeentelijk bestel.
In het onderhavige schrijven wordt de raad in zijn tota
liteit wel even genoemd, maar de V.V.D.-fractie had
het eleganter gevonden als de fractie van de K.V.P. en
de protestants-christelijke fractie ten aanzien van dit
punt ook met de overige fracties contact hadden op
genomen.
Mevrouw POLET-MUSLER zegt dat zij natuurlijk
achter de in dit schrijven neergelegde gedachte staat,
aangezien zij al enige jaren geleden over het desbe
treffende onderwerp heeft gesproken.
Naar de mening van de spreekster worden in deze brief
twee dingen van dezelfde man geëist, namelijk dat hij
én een soort van ombudsman én een soort van voor
lichtingsambtenaar zal zijn. Deze gedachte van het in
één persoon verenigen van beide functies spreekt haar
niet erg aan.
Spreekster zal graag vernemen of het college, wanneer
het zich over deze zaak buigt, er ook eens over wil
denken of het niet mogelijk is dat er iedere maand van
gemeentewege een krant wordt uitgegeven. Er verschij
nen regelmatig officiële bekendmakingen vanuit het
gemeentebestuur. Die zouden in zo'n krant kunnen
worden verwerkt. Ook zouden daarin kunnen komen
alle dingen die in voorbereiding zijn bij de diverse af
delingen. Bovendien zou kunnen worden getracht
iemand op te dragen vrij vlot na de raadsvergaderingen
voor die krant een verslag van die vergaderingen te
maken, dat een inzicht geeft, hoe de besprekingen in
die vergaderingen verlopen zijn. Als zo'n krant maan
delijks verschijnt en huis aan huis wordt bezorgd, kan
iedereen van een en ander kennis nemen. Gelet op het
aantal kranten dat er op het ogenblik in Soest is, ge
looft spreekster niet dat iedereen hier altijd alles te le
zen krijgt en dat vindt zij toch wel jammer.
De heer VAN POPPELEN zegt, dat het wel zo kan
zijn dat de V.V.D.-fractie in het verleden meermalen
op het belang van het aanstellen van een voorlich
tingsambtenaar heeft gewezen en dat hij toegeeft dat
ook andere fracties hierover meermalen hebben ge
sproken, maar dat naar zijn mening met name in de
laatste begrotingsvergadering vooral de fractie van de
K.V.P en de protestants-christelijke fractie hierop
nogal breedvoerig zijn ingegaan.
De fractie van de K.V.P. en de protestants-christelij
ke fractie hebben gemeenschappelijk verkiezingspro
paganda gevoerd, in het kader waarvan als een van de
eerste punten is gesteld, dat er vooral ten aanzien van
109