voorziening. Het ligt meer voor de hand om de aanleg
van die nieuwe zesstrooksweg te versnellen in plaats
van die aanleg steeds maar op te schuiven en te realise
ren wat nu wordt voorgesteld, te weten: een kostbare
reconstructie van de bestaande weg die op veel verzet
stuit van alle aanwonenden en maar een halve oplos
sing geeft. Waarom stelt men de grote oplossing, de
nog steeds op de verlanglijst staande nieuwe weg, al
maar uit en komt het rijk met een deeloplossing die
vele belangen schaadt en maar gering soelaas geeft?
Op deze, door hem in de raad al meer gestelde vraag
heeft spreker nog nooit een duidelijk antwoord gekre
gen. Hij zou het op prijs stellen als het college hem
hierover inlichtte
De VOORZITTER merkt op dat het inderdaad zo is,
dat wanneer enige door rijkswaterstaat geplande voor
zieningen minder perfect worden uitgevoerd, er een
mindere breedte nodig is en er dus ook minder grond
van de aanliggende percelen zal behoeven te worden
opgenomen. Hierbij denkt men in de eerste plaats aan
de geplande middenberm van 7 m De middenberm in
de Biltseweg is maar een halve meter en daar loopt het
ook. Maar de door rijkswaterstaat geplande midden
berm van 7 m heeft naar de mening van het college
een tweeledige functie, Dit komt in de tekening van
rijkswaterstaat niet tot uitdrukking Daarom hebben
burgemeester en wethouders in hun brief hier nog even
op gewezen. Een van die functies betreft de mogelijk
heid om een beplanting aan te brengen waardoor zowel
de geluidshinder als de luchtverontreiniging verminderd
wordt en de lichten worden afgeschermd Dit betekent
dat men, wonende aan de Amersfoortsestraat, in hoofd
zaak last heeft van het verkeer dat maar éen richting
uitgaat, aangezien wat het verkeer betreft dat de ande
re richting uitgaat, het geluid wordt gedempt, het licht
wordt afgeschermd en de luchtverontreiniging wordt
opgevangen. Dit is een positieve kant van die brede
middenberm.
De brede middenberm is op bepaalde punten beslist
nodig, namelijk daar waar er gekeerd moet kunnen
worden. Omdat de parallelwegen maar eenrichtings
verkeer toelaten, zal het mogelijk moeten zijn om tus
sen Ons Belang en Amersfoort (Stichtse Rotonde) te
keren en daarvoor is een opstelplaats nodig; voor het
maken van die opstelplaats is ter plaatse een brede
middenberm nodig. Men zou kunnen zeggen: Dan
moet daar maar die middenberm wat verbreed wor
den; dan moeten dus daar de rijbanen wat uit elkaar
gaan lopen om verderop weer dichter bij elkaar te ko
men. Dat is natuurlijk mogelijk, maar dan vervalt het
voordeel dat het college in de brede middenberm ziet.
Omdat het voordeel dat het college in zo'n berm ziet
niet uitdrukkelijk op de tekening van rijkswaterstaat
vermeld is, heeft het college de raad voorgesteld om
dat punt toch nog uitdrukkelijk onder de aandacht
van rijkswaterstaat te brengen
Naar de mening van het college is het feit dat de paral
lelwegen niet doorlopen het grote bezwaar van de
door de rijkswaterstaat geplande oplossing. Het colle
ge meent dat het daardoor maar een halfslachtige op
lossing is, die heel veel gevaarlijke punten laat be
staan. Op het ogenblik hebben alle aanwonenden een
uitweg op de rijksweg. Door de nieuwe oplossing wordt
het aantal uitwegen verminderd, maar er blijven er nog
vele bestaan, Bovendien komen iedere keer die paral
lelwegen weer op de rijksweg uit en dat gebeurt op die
plaatsen waar indien dat niet zou gebeuren, woningen
zouden moeten worden gesloopt. De indruk van het
college is dat dit intermitterend doorlopen van de pa-
114
rallelwegen niet alleen wordt ingegeven door het mo
tief dat wanneer de parallelwegen aan één stuk door
lopen, de neiging zou kunnen bestaan om de parallel
wegen te gaan gebruiken wanneer het verkeer op de
hoofdweg geblokkeerd is (dit wordt door rijkswater
staat aangevoerd als motief om de parallelwegen niet
aan één stuk te doen doorlopen), maar dat ter zake
ook het economische motief een belangrijke rol heeft
gespeeld Stagnatie op de hoofdweg kan normaliter
(afgezien van ongelukken) praktisch alleen maar gebeu
ren door de verkeerslichten op de hoofdweg. Wanneer
de verkeerslichten op de hoofdweg in werking zijn,
dan zullen ze op de parallelweg ook in werking moe
ten zijn en dan zou dezelfde stagnatie die op de hoofd
weg zou optreden, ook op de parallelweg optreden.
Het college acht het eerstgenoemde motief dan ook
niet een goed motief.
De aanwonenden die het zwaarst gedupeerd worden,
zijn degenen wier huizen kunnen blijven staan, maar
dan met een voortuintje van een halve meter of een
hele meter, op die plaatsen waar de parallelweg niet
meer langs de huizen loopt. Wanneer de parallelwegen
zouden doorlopen, dan zouden die huizen gesloopt
moeten worden, Dan zou er een veel gezondere oplos
sing komen, want dan zouden die huizen een heel
eind terug opnieuw kunnen worden opgebouwd. Maar
nu is er een groep mensen (over het algemeen de
zwaarst gedupeerden; men vindt ze ook in het onder
havige adres) die door het feit dat de parallelweg niet
wordt doorgetrokken, vlak aan de weg komen te staan
zonder een voortuin. Burgemeester en wethouders
zijn van mening, dat het een veel gezondere oplossing
is wanneer wordt gekomen tot een brede weg die con
sequent wordt doorgevoerd, met alle daaraan verbon
den consequenties van de noodzakelijke sloop van hui
zen, Een andere oplossing achten zij een gevaarlijke,
halfslachtige oplossing die de mogelijkheid van heel
veel ongelukken inhoudt.
Er is het gemeentebestuur inderdaad geen gelegen
heid geboden om met rijkswaterstaat van gedachten te
wisselen over deze plannen. Verleden jaar, toen men
met de plannen bezig was, waren die plannen nog niet
ter kennis van het gemeentebestuur gebracht. Pas la
ter, toen de hele zaak al in kannen en kruiken was,
heeft het gemeentebestuur ervan vernomen. Dat is in
derdaad zeer onbevredigend.
Spreker is het echt niet eens met de opvatting van de
heer Pieren dat in de brief van de directeur van ge
meentewerken zou moeten worden geschrapt de op
merking betreffende het aanvaarden van de „Beter
een half ei dan een lege dop "-theorie. Wanneer een
ambtenaar in zijn functie een advies geeft, moet hij
volkomen vrij zijn om dat advies te geven naar zijn
eigen inzicht en beste weten en mag er van de kant van
de opdrachtgever, het gemeentebestuur, nooit enige
morele druk of wat voor druk ook zijn om dat advies
in een bepaalde richting te drukken. Een ambtenaar
moet vrij zijn om een advies te geven waarvan hij
weet dat het gemeentebestuur het er helemaal niet
mee eens is. Anders maakt het gemeentebestuur van
de ambtenaren jaknikkers die alles wat het college
zegt even mooi vinden. Dat moet het gemeentebe
stuur nu juist niet hebben, het moet het tegenspel, het
over-en-weer-spel hebben. Het college moet de vrijheid
hebben om het niet eens te zijn met zijn technische
adviseurs, de technische adviseurs moeten de vrijheid
hebben om naar voren te brengen wat hun mening is.
Het is een eis van menselijkheid dat men de andere
persoonlijkheid met zijn mening in zijn volle waarde
laat Bovendien is het een eis voor een doelmatig be-