heeft verbaasd over de afwikkeling van de kredieten
van 1968 en voorgaande jaren en verzoekt aan de vol
gende financiële commissie een lijst van deze kredieten
door te geven met motivering van de oorzaken.
Spreker voegt hieraan toe, dat aan dit verzoek zal wor
den voldaan.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen
205 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
voor het aanschaffen van leer- en hulpmiddelen ten
behoeve van de openbare school voor g.I.o. te Soester-
berg en de openbare Rinke Tolmanschool voor g-l.o,,
alsmede het aanbrengen van nieuwe radiatoren in de
openbare Margrietschool voor g-Lo, te Soest Zuid.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
206 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet
voor de aanleg van ontsluitingswegen in het Eemge-
bied.
De VOORZITTER deelt mede dat de financiële com
missie zich met dit voorstel kan verenigen, maar in
overweging geeft te onderzoeken of hier reden is voor
het heffen van een baatbelasting.
De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT
zegt dat zij aanneemt, dat wordt bedoeld het heffen
van een baatbelasting van die agrariërs, die voordeel
hebben van de realisering van dit voorstel. Het heffen
van een baatbelasting wil zeggen het vorderen van een
billijke bijdrage in de kosten van door of met mede
werking van het gemeentebestuur tot stand gebrachte
werken, Wanneer de financiële commissie voorstelt
om een baatbelasting te heffen, dan neemt spreekster
aan dat die commissie veronderstelt, dat door de eige
naars die baat hebben van de weg, een onvoldoende
bijdrage in de kosten is geleverd. In verband hiermede
wijst zij erop, dat de in de stukken gegeven toelich
ting een beetje misleidend is. Zij meent dat er door de
betrokken agrariërs ongeveer f 30,000,- min of meer
rechtstreeks wordt betaald, maar niet vergeten moet
worden dat er nog verschillende andere inkomsten
voor dit plan zijn die ook via de agrarische gemeen
schap worden toebedeeld, Zo bestaat de door de
N.V. Nederlandse Spoorwegen te leveren bijdrage van
f. 225.000,- in de kosten uit de vergoedingen die de
agrariërs krijgen voor het doen van afstand van hun
recht om de spoorbaan te kruisen; strikt genomen
komt de desbetreffende f. 6,000,— per overweg de be
trokkenen persoonlijk toe. Bovendien hebben de
agrariërs het op zich genomen de sloten die anders
door de N.V, Nederlandse Spoorwegen worden onder
houden, zelve te zullen onderhouden; daar staat een
afkoopsom tegenover. Verder wordt er in het tracé
van de ontsluitingsweg een nieuwe hoofdbuis van de
waterleiding gelegd; wanneer deze weg er niet komt,
zou de waterleidingmaatschappij met alle betrokken
agrariërs moeten onderhandelen, grond van die agra
riërs moeten hebben en hun geld moeten geven voor
het recht om die waterleiding daar te leggen; ook van
de in dit opzicht te verkrijgen gelden hebben die agra
riërs afstand gedaan, hetgeen een bijdrage van
f. 50.000,— voor dit plan betekent. Wat de afrasterin
gen betreft die langs de weg komen, zullen de agra
riërs zelve de met de kosten gemoeide bedragen op
brengen en het onderhoud verzorgen. De gehele sub
sidie van de cultuurtechnische dienst is natuurlijk be
doeld voor het agrarische belang bij deze zaak; ook dit
móet niet uit het oog worden verloren. Het waterbe-
heersingsplan waarvoor de gemeenteraad van Soest
geld heeft gevoteerd, speelt hierin ook een rol. De aan
leg van de sloot die een hoofdader in het waterbeheer-
singsplan vormt, kan door het onderhavige plan
veel goedkoper worden aangelegd; die sloot behoeft
bij uitvoering van dit plan namelijk niet door al die
dammen van de nu nog bestaande particuliere overwe
gen heen. Dit is ook van belang voor de ontwatering
van de gemeente, door de mogelijkheid een overstort-
sloot te maken die rechtstreeks op de Eem uitwatert.
Al met al, gelet op al deze bijdragen in de kosten van
dit plan die geleverd worden door de mensen die baat
hebben bij dit plan, meent spreekster dat de betrokke
nen een billijke bijdrage hebben geleverd en zij ziet
dan ook geen reden voor het heffen van een baatbelas
ting van deze mensen.
De heer WESTRA merkt op dat de f. 6.000,— per over
weg feitelijk diegenen betreft die aansluitend aan de
betrokken overwegen zijn gevestigd, maar dat een veel
groter gebied dan alleen de strook langs de spoorweg
wordt ontsloten. Die ontsluiting biedt de mogelijkheid
om de in deze omgeving gelegen landerijen met alle
mogelijke moderne werktuigen te bereiken, waardoor
de exploitatie van die landerijen minder arbeidsinten
sief wordt. De wethouder heeft het steeds over de agra
riërs, De financiële commissie heeft feitelijk de grond
eigenaren bedoeldDat behoeven niet dezelfden te zijn.
Het onderhavige plan brengt voor de grondeigenaren
een betere outillage met zich mede en betekent derhal
ve een stijging van de waarde van het bezit van die
eigenaren. Op die basis is in de commissie gevraagd of
het ook mogelijk zou zijn om wegens waardestijging
van de grondeigenaren een bijdrage te vragen in de kos
ten die komen ten laste van een gemeenschap die uit
eindelijk geen direct belang bij deze zaak heeft.
De heer VAN POPPELEN zegt dat zijn fractie blij is
met de door de wethouder gegeven toelichting. Spre
ker meent dat het onderhavige voorstel veel duide
lijker zou zijn geweest als die toelichting daarin was
vervat, Hij kan zich voorstellen dat degenen die de
gang van zaken met betrekking tot deze aangelegenheid
niet geheel van het begin af aan hebben kunnen vol
gen, dezelfde gedachtengang hebben gekregen als die
welke de heer Westra heeft gekregen.
De heer WESTRA: Nee, de financiële commissie.
De heer VAN POPPELEN: Ja, de financiële commis
sie.
Voortgaande zegt spreker dat de totale investeringen
f. 1.379.000,- bedragen en dat van het bedrag dat ter
zake aan bijdragen in de kosten wordt ontvangen
f. 310,000,- in feite in handen van de betrokken
agrariërs had mogen komen. De aanleg van de spoor-
sloot wordt als gevolg van de aanleg van de ontslui
tingsweg f 60,000,— goedkoper dan anders het geval
zou zijn Die spoorsloot heeft niet alleen een agrarisch
belang, ze is ook van groot belang in het kader van de
ontwatering van de gemeente.
De door de heer Westra genoemde waardestijging van
de gronden ziet spreker nog niet direct. Hij zou het ac
cent willen leggen op het veiligheidsaspect. Een aantal
mensen steekt dagelijks vier keer de overweg over en
gelet op de verhoging van de frequentie van het trein
verkeer ter plaatse en gelet ook op de groter worden
de snelheid van het treinverkeer, acht hij het van groot
belang dat de onbewaakte spoorwegovergangen zo
spoedig mogelijk tot het verleden zullen behoren.
Door de ontsluitingsweg krijgen de bewoners van Soest