zich elders te vestigen Maar wat geschiedde? Het be
drijf is rustig voortgegaan grond te kopen in de omge
ving van het bedrijf, waarvan de koopacten van drie
percelen in juni voor de notaris zijn verleden, Men zou
het daarom toch met het college eens moeten zijn, dat
er geen sprake is van enige actie of activiteit van het
bedrijf, om zich elders te vestigen Toen heeft het col
lege gezegd: Het spijt ons wel, wij hadden even over
wogen om voor een deel van het bedrijf de Zoneveror
dening wat uit te breiden, omdat het bedrijf met ken
nis van het college iets had uitgebreid, ofschoon er al
lerlei apparatuur was, waarvoor men geen ontheffing
had gevraagd en dat daar zonder voorkennis van de
gemeente, volkomen illegaal, staat. Het zal duidelijk
zijn dat door de handelwijze van het bedrijf - het aan
kopen van gronden in het stadium dat men naar een
plaats elders zou uitzien - er geen sprake van kan zijn
dat een, ogenschijnlijk prettig, overleg zou kunnen
worden voortgezet. Spreekster zou daarom het voor
stel willen handhaven en de ontheffing willen weige
ren. Wat de gemeente verder met dit bedrijf zal af
spreken men zit er dan natuurlijk zonder vergunning
en het bedrijf zal daarom gesloten moeten worden -
is van later orde
Mevrouw ORANJE-ENTINK is mevrouw Walter
dankbaar voor haar uiteenzettingen Een aantal van de
vragen die spreekster had willen stellen, zijn reeds bij
voorbaat beantwoord. Wanneer men de gang van za
ken met de N V, Randstad over een aantal jaren be
kijkt, ligt de conclusie voor de hand dat zowel het col
lege als de raad niet altijd even gelukkig en vooruit
ziend is geweest in hun beslissingen ter zake. Het komt
haar tevens voor dat het gemeentelijk toezicht niet al
tijd zo efficiënt is geweest als eigenlijk wel wenselijk
is. Dit neemt evenwel niet weg dat er maar één conclu
sie mogelijk is, nl. dat de ontwikkeling van het on
derhavige bedrijf zo'n vlucht heeft genomen, dat het
niet langer voldoet en zal kunnen voldoen aan letter
en geest van de voorwaardelijke vergunning die inder
tijd werd verleend.
Volgens de brief van de N. V. Randstad zou de direc
tie van het bedrijf in de krant hebben gelezen, dat
het onderhavige agendapunt in deze raadsvergadering
zou worden behandeld, zonder dat dit aan de betrok
kenen is medegedeeld. Spreekster hoopt dat deze op
merking door het college kan worden weerlegd.
De heer VAN POPPELEN zegt dat al jaren de vraag is
gesteld, of de onderhavige industrie ter plaatse wel
thuishoort. Spreker is het eens met de procedure zo
als die door het college is voorgesteld, nl dat het col
lege een concept-antwoord op de brief van de N.V.
Randstad zal opstellen (dat de volgende maal aan de
raad zal worden voorgelegd) en dat het voorstel nu
wordt afgehandeld. Men kan het voorstel wel weer
een maand uitstellen, maar wat schiet men daarmee op?
De wethouder heeft zeer duidelijk uiteengezet wat er
in het onderhavige geval speelt Indien het bedrijf na
het onderhoud van de wethouder met enige heren van
de directie toch nog gronden aankoopt, dan wijst dit
helemaal niet op de bereidheid, om naar een andere
plaats van vestiging uit te zien. Gezien de uitleg die
de wethouder heeft gegeven en gelet op de overlast
die het bedrijf aan de bewoners in de omgeving berok
kent, meent de K.V.P.-fractie met het onderhavige
voorstel akkoord te kunnen gaan.
De heer DE GROOT zegt dat de wethouder heeft op
gemerkt dat het onderhavige preadvies de betrokken
kwestie duidelijk uit de doeken doet en dat er daar
om geen bezwaar kan zijn om daaromtrent nu reeds
een beslissing te nemen. Voor spreker blijven er ech
ter nog enige vragen over.
Het is hem opgevallen dat bij de stukken die naar aan
leiding van dit agendapunt voor de raadsleden ter inza
ge zijn gelegd, ditmaal ontbrak een afschrift van het
advies dat de directeur van gemeentewerken aan het
college in dergelijke gevallen pleegt uit te brengen Dit
heeft spreker wel bevreemd.
Een van de argumenten, die tegen de vestiging van het
onderhavige bedrijf worden aangevoerd, is dat bewo
ners klagen over de hinder die het bedrijf veroorzaakt
Spreker wil dit beslist niet in twijfel trekken, maar aan
de andere kant wordt gesteld dat bewoners bereid zijn
gebleken om stroken achtertuin aan het bedrijf te ver
kopen. Hij vraagt zich daarom af of de klachten van
deze bewoners wel serieus kunnen worden genomen
Dezer dagen hebben de raadsleden een brief ontvan
gen van de N.V. Chemische Industrie Randstad, waar
in toch wel enige zaken staan die om opheldering vra
gen, alvorens zij een verantwoorde beslissing ten aan
zien van het onderhavige raadsvoorstel kunnen nemen
Daarnaast ligt er een afschrift van een brief van het col
lege aan de N.V. Randstad, waarin er bij het bedrijf
op wordt aangedrongen, om een hinderwetvergunning
aan te vragen. Het komt spreker voor dat, als men
een dergelijk schrijven krijgt, op zijn minst de indruk
wordt gewekt dat er bij het college een zekere bereid
heid bestaat om een dergelijke vergunning te verlenen
In de brief van de N.V. Randstad wordt verder gezegd
dat - en dit is wel een steekhoudend argument - het be
drijf weliswaar in een woonbuurt is gevestigd, maar dat
het grootste deel van deze woonbuurt is gecreëerd na
dat het bedrijf er reeds was gevestigd.
In de brief wordt er ook nog op gewezen dat het col
lege op 23 juni 1970 vergunning verleende voor de
bouw van een scheidingsmuur. Dit, terwijl er toch uit
de correspondentie blijkt dat er reeds jarenlang
moeilijkheden zijn met dit bedrijf. In het algemeen
voelt spreker bezwaar tegen de gevolgde gang van za
ken, omdat de commissie grondbedrijf en uitbrei
dingsplan niet - althans de laatste jaren niet - is geïn
formeerd omtrent, of om advies is gevraagd ten aan
zien van de moeilijkheden met dit bedrijf. Als donder
slag bij heldere hemel bereikt de raad nu het voor
stel, om de gevraagde ontheffing te weigeren.
De wethouder is het onbegrijpelijk hoe dit voorstel in
de pers is gekomen. Voor spreker is dit volkomen be
grijpelijk. Als het college een raadsvoorstel in de open
baarheid brengt, dan is het duidelijk dat de pers er
aandacht aan kan besteden.
Als het college in een volgende raadsvergadering het
concept-schrijven aan de N.V. Randstad overlegt, is
het niet reëel om nu reeds ten aanzien van het voor
stel een besluit te nemen. Spreker stelt daarom voor
het voorstel aan te houden, in afwachting van de
concept-brief.
De heer OLDENBOOM merkt op dat zijn persoonlij
ke instelling ten aanzien van het handhaven van strin
gente verordeningen van de hinderwet genoegzaam
bekend is. De P.C.-fractie kan zich volledig achter het
voorstel van het college scharen, te meer na ontvangst
van het schrijven van de N.V. Randstad. Als men leest
hoe er door dit bedrijf geargumenteerd wordt, kan
men tot de conclusie komen: Hoe sneller deze kwestie
wordt afgehandeld, hoe beter het is.
De heer PIEREN zegt dat voor hem het onderhavige
voorstel niet, zoals dat voor de heer De Groot blijk-
172