Het college is van mening dat de situatie in het Soesterveen
helemaal niet de instelling van een wijkraad rechtvaardigt.
Wat Soesterberg betreft, is het iets geheel anders. Dat is een
eigen dorp, een eigen dorpsgemeenschap met een volledig
eigen leven op zeven kilometer afstand van Soest Dat men
daar, op grond van behoeften uit die gemeenschap om te
komen tot een zekere inspraak, een lichaam heeft gevonden
waarin die inspraak vorm krijgt, als het ware is geinstitutio
naliseerd, is zeer zinvol, zowel voor de Soesteibergers als
voor het gemeentebestuur, dat daardoor ook op de hoogte
komt van wat er in Soesterberg leeft Het Soesterveen is een
deel van Soest.
Waarom geen wijkraad voor Soest-Zuid, voor Soestdijk, voor
Eng I? In iedere nieuwe wijk blijkt dat er bepaalde wensen
naar voren komen en dat men zich aaneensluit om die wen
sen bevredigd te krijgen Dat kan, zoals het op het ogenblik
in het Soesterveen gebeurt door verenigingen van bewoners
in een bepaalde flat. Het kan ook op andere manieren gebeu
ren Wanneer zo n wijk wat ouder wordt en gesettled is en
dat allemaal geregeld is, dan ebt dat weer weg Het gebeurt
ook wel eens in de vorm van een buurtvereniging Maar dat
alles ligt op een geheel ander niveau dan een wijkraad. Het
Soesterveen en iedere nieuwe wijk in het Soesterveen moe
ten zo snel mogelijk geïntegreerd worden in Soest en zich
niet als een soort van eilandjes beschouwen, De bewoners
daar zijn voor het grootste gedeelte ook heel normale Soes-
ters die daar hun woningprobleem hebben kunnen oplos
sen.
Met betrekking tot de overloop van het Gooi zijn er vragen
gerezen als: Waarom doet Soest het? Wat neeft Soest eraan?
Wat zijn de financiële voordelen voor Soest? Voor oudere
raadsleden zijn dit geen nieuwe geluiden Het gemeentebe
stuur van Soest heeft aanvankelijk heel erg kritisch gestaan
tegenover het opvangen van de overloop van het Gooi, zeg
gende: Wij hebben hier nog zoveel te doen voor onze eigen
inwoners, er zijn nog zovele voorzieningen die achtergeble
ven zijn, het verzorgingspeil kan hier nog op zovele punten
verbeterd worden, laat ons dat nu eerst doen en laat ons nog
niet onze krachten geven om de overloop van het Gooi op
te vangen tenzij het door dat opvangen voor ons mogelijk
is om de achterstand in de voorzieningen in de oude wijken
versneld weg te werken Want het gaat niet aan dat men
nieuwe, van de noodzakelijke voorzieningen (bijv riolering)
voorziene wijken bouwt, terwijl men de oude wijken van
Soest nog altijd zonder riolering laat zitten. Daarom heeft
het gemeentebestuur toen gezegd: Wanneer wij medewerken
aan het opvangen van de overloop van het Gooi, moeten wij
ook medewerking krijgen om de achtergebleven voorzienin
gen in de oude wijken bij te trekken Wat deze medewerking
betreft, zij in de eerste plaats te denken aan de mogelijkheid
om het ter zake benodigde geld te lenen Aan het gemeente
bestuur is medegedeeld, dat men zou trachten om Soest in
dezen tegemoet te komen Spreker kan niet anders zeggen
dan dat dat ook gebeurt. Het is niet zo, dat Soest bepaalde
directe financiële voordelen heeft door de overloop van het
Gooi. Die Gooiers brengen geen geld mee en de betrokken
Gooise gemeenten geven Soest ook geen geld. Er is naar
sprekers opvatting nog wel sprake van een ander voordeel,
dat is verbonden aan het opvangen van Gooiers in Soest, Dit
betreft het volgende.
Soest wil een centrum maken. Een van de bezwaren die men
alom in Soest voelt is, dat het geen centrum heeft. Soest is
als een stuk lintbebouwing gegroeid en het heeft daar nog
altijd de kenmerken van. Een centrum is er gewoon niet.
Hier en daar hebben er zich kleine centra gevormd, maar
het heeft geen kern Het van de grond krijgen van zo'n kern,
een nieuw geheel, is een geweldige onderneming. Het is ook
een enorme investering, een investering die ten slotte weer
moet worden betaald door degenen die zich in die kern ves
tigen, die daar hun activiteiten gaan ontplooien. Zij zullen
dat alleen doen wanneer er voldoende koopkracht in de om
geving van die kern is. Die koopkracht moet daar betrekke
lijk plotseling aanwezig zijn. Want wanneer die koopkracht
langzaam aangroeit, dan groeien er langzaam aan overal in
de gemeente ook voorzieningen om die koopkracht af te
romen. Dan houdt men het beeld waaraan Soest lijdt, na
melijk een totaal verspreide kernvorming, anders gezegd:
een negatie van de kernvorming En dan zal de koopkracht
die daar eenmaal gebonden is, ook niet meer gecentraliseerd
kunheri worden in een kern, want dat zou dan betekenen
een te niet doen van investeringen die ongeordend hier en
daar tot stand zijn gebracht De bedrijven die in die kern
gaan zitten, gaan daar niet een paar jaar lang wachten tot
dat de klanten er eindelijk zijn; die klanten moeten er zijn
op het moment waarop die bedrijven er zich vestigen.
Het daarvoor nodige op korte termijn vermeerderen van
de bevolking, de daarvoor nodige stoot in de bevolkings
groei kan verwezenlijkt worden door o.a. de overloop uit
het Gooi. Dat is dan een neveneffect van het medewerken
aan de opvang van de overloop van het Gooi in Soest. De
praktijk toont wel aan, dat de daardoor gestimuleerde
bouwactiviteit wel het Gooi, maar bovendien vele anderen
ten goede komt. Want er komen in Soest behalve uit het
Gooi ook uit allerlei andere steden inwoners naar binnen.
Men kan niet bij Soest een bordje zetten met: Alleen maar
toegankelijk voor Soesters en Gooiers. Wanneer er in Soest
een heleboel van de grond komt, dan heeft men dat in rui
me kring in de gaten en dan probeert men daar ook zijn
profijt van te krijgen.
Met de overloop van het Gooi en de planning en de gedach
ten die daaraan ten grondslag liggen, is het precies hetzelfde
als met de beleidsnota's: de begeleidende omstandigheden
moeten ook zo zijn, dat een en ander mogelijk is. Een bege
leidende omstandigheid die op het ogenblik toch wel erg
bemoeilijkend werkt, is de kwestie van de kapitaalschaarste
en de daarmede gepaard gaande moeilijkheid om te investe
ren. Een versnelde groei betekent een verhoogde investerings
activiteit en die verhoogde investeringsactiviteit kan alleen
maar gebeuren indien men vanuit Den Haag de nodige mid
delen ter beschikking stelt De provincie staat er helemaal
achter en naar sprekers indruk is het zo, dat men er in Den
Haag ook achter staat en er sympathie en begrip voor heeft.
Het is alleen de vraag of het nationaal kan worden opge
bracht om al deze investeringen die men wenst te doen, ook
inderdaad te doen. Wie kennis neemt van de geweldige
achterstand die er in de kapitaalinvesteringen in de over
heidssector is, vraagt zich wel eens af: Is deze hele planning
nog realiseerbaar? In de komende jaren zal moeten blijken
of men hiervoor inderdaad gelden beschikbaar stelt, dan wel
moet zeggen dat men wel wil, maar niet kan.
De wethouder mevrouw WALTER-VAN DER TOGT
merkt op dat de algemene beschouwingen dit jaar wat lan
ger zijn uitgelopen dan in andere jaren. Spreekster is voor
nemens naar aanleiding van de veelheid van suggesties en
opmerkingen die zij maandagavond gehoord heeft, een min
of meer samenvattend antwoord te geven, dat uiteenvalt in
enige punten, namelijk het stedebouwkundige beleid, het
woningbeleid en verschillende zaken betreffende de openba
re werken.
Er is gevraagd naar een beleidsnota, Een beleidsnota als zo
danig bezit het gemeentebestuur van Soest niet. De heer
Van Ee heeft de hier gehanteerde structuurnota bestempeld
als een stuk beleidsbasis, dat maar een beperkt deel van de
gemeente zou omvatten en waaraan nodig uitbreiding zou
moeten worden gegeven. Die structuurnota 1966, die in
1967 aan de raad is aangeboden, bevat toch wel het gehele
gemeentegebied, waarmede men voorlopig nog niet klaar is.
238