van de resultaten van een en ander tijdig in kennis te stellen.
Ook in de slachthuiscommissie zal deze zaak uitvoerig aan
de orde worden gesteld.
Wat Soesterberg betreft, is het rapport dat is opgemaakt
naar aanleiding van de op 30 oktober jl. gehouden enquete
ook aan de deelnemers aan de enquete toegezonden.
Het college heeft vernomen dat men dat heeft toegejuicht,
omdat men zich nu in eigen kring omtrent de resultaten van
dit geheel zal kunnen beraden.
Aan het centraal instituut voor het midden- en kleinbedrijf
is nu gevraagd welke consequenties het inventarisatierapport,
gelet op de ontwikkelingen in het midden- en kleinbedrijf,
voor de toekomst voor Soesterberg zal hebben. Ten aanzien
van de beantwoording van deze vraag zal de nieuwbouw in
Soesterberg natuurlijk een belangrijke rol spelen. Het ligt in
de bedoeling om de deelnemers aan de enquete na ont
vangst van het rapport van het centraal instituut voor het
midden- en kleinbedrijf hierover wederom nader te infor
meren.
Spreker neemt aan dat de raad begrip heeft voor de situatie
waarin de gemeente verkeert door de tegenwoordig zo moei
lijke financieringsproblematiek. Tot slot zegt hij de raad te
kunnen garanderen, dat van alle kanten de nadruk wordt ge
legd op het belang van het verkrijgen van de nodige middelen
om over te gaan tot de uitvoering van datgene wat men in
Soest van plan is.
De VOORZITTER merkt op dat de eerste door de heer Pie
ren ingediende motie een ondersteuning is van een desbe
treffende brief die het college aan de minister heeft gezon
den. Spreker stelt de raad voor zich akkoord te verklaren
met deze motie, zodat ze nu kan worden verzonden.
De heer VAN POPPELEN zegt zich te kunnen indenken dat
nu men in het antwoord van het college op de algemene be
schouwingen de visie van het college heeft gehoord, over de
door de heer Pieren ingediende motie anders wordt gedacht
dan op het moment waarop ze werden ingediend. Daarom
lijkt het spreker gewenst dat er, alvorens de raad een uit
spraak over deze moties doet, een kort fractieberaad kan
plaatshebben. Dat beraad zou z.i. kunnen plaatshebben in
aansluiting aan de lunch.
De VOORZITTER merkt op dat het hem, gehoord de op
merkingen van de heer Van Poppelen, het beste lijkt dat
men de beide moties tot na de lunch laat liggen en dat hij
nu de raad in de gelegenheid stelt in het kader van de alge
mene beschouwingen in tweede instantie het woord te voe
ren.
De heer VAN EE merkt op dat het zijn fractie plezierig
heeft getroffen dat de voorzitter zo positief heeft gereageerd
op haar suggestie betreffende het bestuur nieuwe stijl. Wel
licht kan het bureau Berenschot het gemeentebestuur van
Soest ter zake enkele gedachten geven. Dat bureau verricht
dergelijke taken ook elders. Aan de hand daarvan zou er
misschien een document ter tafel kunnen komen dat door
het college in de raad of in het seniorenconvent kan worden
gebracht en dat dan als richtlijn zou kunnen dienen voor de
nieuwe stijl. Spreker stelt zich beslist niet voor, dat men het
beraad kan voeren volgens een bepaald stuk, maar het lijkt
hem wel verstandig dat men bij het beraad altijd een dergelijk
document als een soort van denkdocument voor ogen heeft.
Spreker acht het nodig en hoopt, dat alle raadsleden voort
durend voor ogen hebben en houden dat men in het beraad
de grote zaken van de kleine dient te scheiden en moet pro
beren om toch, ondanks alle bomen, het bos te zien.
In de commissievergadering kunnen de leden alleen dan zin
vol meedenken en oordelen wanneer bij de grote plannen,
in het bijzonder bij grote uitbreidingsplannen, in een nota
met redenen wordt omschreven waarom men die plannen
wil hebben. Het college moet dan niet altijd slechts één
plan aanprijzen, het moet dan bij voorkeur ook een alterna
tief naar voren brengen, om te laten zien dat er ook aan an
dere mogelijkheden gedacht is. Pas dan kan er zinvol worden
gediscussieerd over dergelijke zaken.
In het antwoord van de voorzitter heeft spreker gemist een
reactie op wat hij heeft gezegd over de presentatie van de
begroting aan de inwoners van Soest en over popularise
ring van het plan voor onrendabele investeringen. Het lijkt
spreker gewenst, dat een dergelijk plan in brede kringen
van de bevolking wordt uitgedeeld en dat er eventueel gele
genheden tot hearing of inspraak over een dergelijk plan
worden gecreëerd voordat de raad zich erover uitspreekt.
Zowel in het antwoord van de voorzitter als in dat van
mevrouw Walter heeft spreker scepticisme tegenover plan
ning op langere termijn beluisterd. Hij meent dat zij eigen
lijk hebben gezegd: Vijfjaar is eigenlijk te veel en tien jaar
lijkt weinig zinvol, omdat de maatschappij zich zo snel ver
andert. Hij zou echter willen zeggen dat men juist omdat
de maatschappij zich bijzonder snel wijzigt, een beetje ver
der dan alleen maar op de korte termijn moet gaan denken,
om te voorkomen dat Soest tot de achtergebleven gebieden
gaat behoren. Hij herinnert eraan in eerste instantie te heb
ben gesproken over het maken van een berg van grof vuil
in Zuidelijk Flevoland. In andere delen van de wereld lig
gen er al concrete desbetreffende plannen ter tafel en gaat
men zo'n berg gewoon creëren, waarbij het vuil dan niet
per truck over de weg, maar via een pijpleiding wordt aan
gevoerd. Is in Soest door het gemeentebestuur wel eens aan
een pijpleidingenstraat gedacht? Nationaal gebeurt dat wel;
in dat verband spreekt men wel van een pijpleidingenstraat
tussen Rotterdam en Antwerpen In Soest is er waarschijn
lijk nooit aan gedacht. Toch zal men er hier vandaag of mor
gen mee worden geconfronteerd. Er worden in de komende
jaren namelijk kriskras door het gehele land pijpleidingen ge
bouwd. De Gasunie is daarmede begonnen.
Tegen de milieuverontreiniging bij wegen probeert men
vaak een oplossing te vinden via het ingraven van die wegen.
Wat dat betreft, aldus spreker, hoef ik alleen maar te wijzen
op het riool van stank waar men doorheen moet wanneer
men in de buurt van Arnhem over de hoofdweg rijdt in en
kele tijden van het jaar wanneer de dampen niet optrekken.
Spreker hoopt dat men er in Soest over tien jaar gelukkig
over kan lachen dat men hier niet zo'n weg heeft aangelegd,
en dat men er dan niet zuur over zal behoeven te lachen
dat men hier wel zo'n weg heeft aangelegd.
Er moet een zeker evenwicht zijn tussen de investeringslas-
ten en de normale dagelijkse uitgaven van de gemeente, op
dat wordt voorkomen dat de gemeente op een gegeven mo
ment alleen nog maar de kosten van onderhoud van haar
apparatuur kan betalen en helemaal niet meer kan investe
ren. Bij het beoordelen van het plan voor onrendabele in
vesteringen zouden er wel eens gekke dingen naar voren
kunnen komen. Dan heeft dat plan bewezen dat men het
nodig heeft om zinvol in een toekomst, niet van vijfjaren,
maar van tien jaren, te kunnen denken. Het is te hopen
dat het college en de raad hierover in het komende jaar eens
uitvoerig met elkaar zullen kunnen spreken.
Met betrekking tot de uitbreiding van commissies zegt
spreker, dat een vergroting van een commissie als de com
missie grondbedrijf en uitbreidingsplannen, beslist niet be
hoeft te geschieden door een kostbare inbreng van planolo
gische bureaus. Er zijn in de bevolking van Soest bijzonder
grote deskundigen op dit gebied en hij weet zeker dat zij
graag ten aanzien van de desbetreffende problemen hun
deskundige visie beschikbaar stellen aan deze commissie en
dat dat de deskundige inbreng, de beoordeling en de be
sluitvorming ten goede zou komen. Als er een uitbreiding