zien. Het college is het geheel eens met wat de heer Oldenboom heeft gezegd over een sluitende begroting. De kwestie van het beschikbaar stellen van raadsstukken zou spreker toch nog eens ook met betrekking tot een wijzi ging van de legesverordening willen bekijken. De heer Oldenboom heeft enige inlichtingen verschaft uit een artikel in „Economische Statistische Berichten" betref fende een bijzonder interessante benadering van de huren De raad en het college van Soest kunnen die benadering heel interessant vinden, maar dat neemt niet weg dat de huren niet door hen, maar door de minister worden vastgesteld. Het griezelige van de bedoelde benadering is, dat de inflatie er officieel mee wordt gesanctioneerd En tot nu toe hopen wij toch nog altijd, aldus spreker, dat wij die inflatie enigs zins in de hand kunnen houden. Hij zou het een heel grieze lige zaak vinden wanneer men de huurpolitiek zou gaan ba seren op een sterke, voortgaande inflatie. Hoe dat ook zij, de beslissing in dezen ligt niet bij het gemeentebestuur van Soest. Ten aanzien van de opmerkingen van de heer Pieren over de moeilijkheden van het dorpshuis Soesterberg ten aanzien van de administratie zegt spreker, dat men goed uit elkaar moet houden, dat de gemeentelijke stichtingen die men in Soest kent en die eigenlijk voorlopers zijn van commissies ex artikel 61 der gemeentewet, stichtingen zijn die belast zijn met de uitvoering van een overheidstaak en van een gemeen- tetaak en dat het dorpshuis principieel iets niet van de over heid maar van de burgerij is Het dorpshuis kan nooit worden gelijkgesteld met zo'n stichting of met een commissie ex ar tikel 61 der gemeentewet. Vandaar dat spreker de suggestie heeft gedaan dat, als gewoon de bedrijfsonkosten van het dorpshuis wegens de noodzakelijke administratie en de nood zakelijke boekhouding zodanig zijn, dat ze in de normale ex ploitatie niet kunnen worden verwerkt, men van de zijde van het dorpshuis maar eens met het gemeentebestuur zou moeten komen praten, ten einde samen met het gemeente bestuur te bekijken of er wat aan zou kunnen worden ge daan. Het dorpshuis is ten slotte een instelling met een bij zonder groot nut voor Soesterberg en aan de totstandkoming ervan is veel te hard gewerkt om het nu door dergelijke din gen in de versukkeling te laten komen Het lijkt spreker heel goed dat het reglement van orde nog eens aan een volledige herziening wordt onderworpen. Hij stelt zich voor dat dat over drie maanden wordt gedaan. Mis schien is het het beste om daarmede te beginnen in het se niorenconvent; dan worden op een eenvoudige manier uit de verschillende fracties de gedachten die hierover leven naar één punt getrechterd Stelt men zich op een reëel standpunt, dan moet men erken nen dat doorstroming alleen maar mogelijk is en alleen maar werkt wanneer de doorstromende er op de een of andere manier voordeel van heeft. Er zijn maar heel weinig mensen die een dermate idealistische inslag hebben dat zij zeggen: Ik verhuis, omdat ik te goedkoop woon, naar een huis waar in ik eigenlijk liever niet zou wonen. De nieuwe huizen moeten dus op de een of andere manier een eigenschap hebben waardoor ze aantrekkelijker zijn dan het oude huis. Dat blijken voor een gedeelte bijv. bejaardenwoningen te zijn. Dat is ook duidelijk geworden met betrekking tot de flats aan de Albert Cuyplaan. Daarin zitten geweldig veel doorstromingsgevallen. Daar werd iets geboden dat het oude huis niet had. De jongere gezinnen die bijv. in een goed kope eengezinswoning op het Hart wonen en willen door stromen, stromen over het algemeen, een heel enkele uitzon dering daargelaten, niet door naar een flat. Zij willen wel doorstromen naar een ander eengezinshuis dat iets heeft dat het goedkope huis niet heeft. Dat kan o.a. zijn dat men er eigenaar van kan worden; dat is voor heel veel mensen bij zonder attractief. In die richting wordt er op het ogenblik gezocht en de realisering begint nu iets dichter bij te ko men. Het is gewoon een illusie dat men zou doorstromen naar iets dat men niet aantrekkelijk vindt. Dat gebeurt niet. Het punt van de rondvraag zou spreker nog eens bij de zo even bedoelde herziening van het reglement van orde aan de orde willen stellen. Er wordt de laatste twee jaar erg veel geëxperimenteerd op het gebied van het betrekken van de bevolking bij de dis cussie over de verschillende onderwerpen Het ene experi ment lukt wat beter of valt wat ongelukkiger uit dan het andere De steen der wijzen in dezen is nog niet gevonden, Als men in die richting gaat, moet men er een vorm voor kiezen die daarop specifiek is afgesteld; dan moet men niet maar een heel ander iets gaan gebruiken voor iets waarvoor het niet bedoeld is. Naar aanleiding van hetgeen de heer Jonker heeft gezegd over een wijkraad in Soesterveen, zegt spreker: Ik zie het nog niet, ook niet als het anders moet heten. Iedere nieuwe wijk begint altijd met enige aanloopmoeilijkheden. Dat is het geval geweest op de Eng, dat is nu het geval in het Veen en dat zal ook in de wijk Klaarwater weer het geval zijn. Dat moet op een goede manier en een beetje georganiseerd worden opgevangen. Maar als zo'n wijk eenmaal gesetded is, is daar ook geen behoefte meer aan en dan zakken die orga nisaties die er indertijd geweest zijn, weer weg; daar merkt men dan niets meer van, die sterven dan bij gebrek aan werk zaamheden. Men moet het in een nieuwe wijk onderling maar zo organiseren, dat eventuele moeilijkheden te bestem der plaatse worden bekendgemaakt. Spreker heeft bij de be woners van het Veen nooit geweldig veel gemerkt van drem pelvrees. Hij neemt aan dat zij de instanties die zij nodig hebben, wel zullen weten te vinden. In ieder geval staan die instanties toch ook altijd wel klaar. Spreker is op het buxi-plan niet ingegaan, omdat het in Em- men ook nog maar een proef betreft en wel in omstandighe den die toch, als het college van b. en w. van Soest goed is ingelicht, sterk afwijken van de Soester situatie. Volgens van het gemeentehuis te Emmen verkregen informaties ligt de Emmerhout op een afstand van 7 km van Emmen en is er daar geen openbaar vervoer De heer JONKER: In een artikel in het tijdschrift Openbaar Vervoer staat: De wijk heeft geen busdienst en is op 2 tot 3,5 km van het centrum, spoorweg- en busstation gelegen. Ik ben er zelf geweest en ik kan mij helemaal niet voorstel len dat die afstand 7 km zou zijn. De VOORZITTER: Wij hebben in de gauwigheid Emmen opgebeld en gevraagd: Wat is dat en hoe werkt dat? De heer JONKER: Ik waardeer uw actie bijzonder, maar zou het niet mogelijk zijn om gewoon het Centrum voor Vervoerplannen te vragen het gratis onderzoek hier in te stellen? De VOORZITTER: Wij zullen nog wel eens vragen hoe het in Emmen werkt. Het is in ieder geval nog een proef en wel een proef voor een jaar. Wat daar gebeurt is in strijd met de Wet Autovervoer Personen, maar men heeft dat, omdat het een proef betreft voor één jaar, toegestaan. Na dat ene jaar zal moeten blijken of het daar inderdaad enigszins voldaan heeft en of het is uit te voeren. Ik zou er nu verder maar niet over willen praten, want het is allemaal een beetje specula tief. De heer JONKER: Maar men zoekt op het ogenblik al vier andere proeftuinen en als wij deze boot niet willen missen, geloof ik dat wij er nu op moeten inhaken. De wethouder DE HAAN: Waarom? Met de autobus van Tensen vlak bij. Kom nou, het is geen proeftuin voor hen.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1970 | | pagina 260